TIES EN AANVULLINGEN Sarcofaag V?' De Redactie Nadere gegevens over een Heilooër sarcofaag In de Heylooer Cronyck Jaargang 14, nummer 2 op pagina 35 is van de hand van de heer De Graaf een artikel opgenomen over de sarcofagen van Heiloo, welk artikel later door hem is uitgewerkt in De sarcofagen van Heiloo, Historische reeks Heiloo 5, Hierin beschrijft hij vier sarcofagen uit Heiloo. Van de eerstbeschreven sarcofaag, onder nummer 2.1, pag. 11 sqq., wordt vermeld, dat hij in de loop er tijd spoorloos was verdwenen. Uit het archief van de Willibrordusparochie blijkt echter iets anders. Het Bisdom vorderde in de 19e eeuw, dat de pastoor regelmatig een inventaris van eigendommen van de parochie, zowel religieuze als niet religieuze, kerkelijke als niet-kerkelijke zaken, moest opmaken. Zo vermeldt pastoor J. Kimman, (pastoor van de Willibrordusparochie van 1879 tot 1897) in de inventarislijst op het bijblad van kerkmeubelen, opgemaakt op 24 November 1890 onder nummer 11 "In den tuin de steenen doodkist die afkomstig is van de St Willibr put". Dit wordt dezelfde dag ondertekend door pastoor Kimman zelf, en door de kerkmeesters A. de Waard, A. Admiraal J. Bakker. en C. Dekker. Als dezen zich op juiste wijze van hun taak hebben gekweten, en daar gaan wij maar van uit, hebben zij zich van de aanwezigheid van de doodkist overtuigd, alvorens zij hun handtekening plaatsten. Op dezelfde dag is het document ook door de Deken van Alkmaar, J.H. Ruscheblatt, voor gezien getekend. Een jaar later ,op 3 November 1891, wordt de inventarislijst aangevuld, en herzien en schrijft Pastoor Kimman (wellicht ten overvloede) "In den tuin de steenen doodkist, die eeuwen lang (ter drenking van het vee waarschijnlijk) bij de St Willibrordusput gestaan heeft, bij de plaatsing van het hek om die put is zij vandaar geamoveerd, en in handen gekomen van een particulier, van wie zij door aankoop overgegaan is aan het Kerkbestuur". Hij zelf ondertekent dit document en zo ook weer de leden van het kerkbestuur, A. de Waard, A. Admiraal, J. Bakker en G. Pronk. Op 9 November tekent wederom Deken Ruscheblatt voor gezien. De aankoop heeft zeer waarschijnlijk plaatsgevonden in 1884, want voor dit jaar staat in de financiële bescheiden van de parochie genoteerd "1884. De steenen kist (voorheen gestaan hebbend voor de Willibrordusput) voor de Kerk gekocht als Heiloosch oudheid 25,=". Wie de particulier is van wie de sarcofaag is aangekocht, wordt niet vermeld. Opmerkenswaard is, dat dus deze sarcofaag, en de sarcofaag uit 1866 in handen van particulieren zijn gekomen. Het is deze sarcofaag, die vanuit de pastorietuin van de Willibrorduskerk naar de Abdij van Egmond is overgebracht. In genoemd artikel wordt als reden vermeld, dat bij overlevering werd beweerd, dat ooit een abt van het klooster in de kist zou zijn begraven. Blijkbaar was in die tijd, en tevens toen het Gemeentebestuur omstreeks 1950 naspeuringen deed naar deze sarcofaag, ook bij de parochie niet meer bekend, dat het de sarcofaag van bij de Willibrordusput was. Deze sarcofaag is ongetwijfeld, evenals de andere opgegraven sarcofagen, begraven geweest bij (of misschien destijds in) de kerk; het is dan ook zeer onwaarschijnlijk, dat daarin een abt van het Egmondse klooster zou zijn begraven. Een ander verband met de abdij van Egmond is wel mogelijk. Immers, de abdij had het collatierecht van de kerk 40

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2021 | | pagina 42