Critische dorpelingen Bouw van het nieuwe raadhuis en wethouders opdracht te geven om tot uitvoering van een nieuw gemeentehuis te komen. In de loop van dat jaar bereiden B&W een en ander voor; de eerste vergade ring van 1926 wordt er weer uitgebreid gesproken, en nu met name over het feit of er in het nieuwe raadhuis ook een woning moet komen voor de conciërge of dat er een aparte woning moet worden gebouwd. Burgemeester en wethouders zijn niet voor een woning in het raadhuis met als reden, dat het gebouw van alle kanten zichtbaar zal zijn. Enkele raadsleden zijn er ook niet voor, uit vrees dat dan de omgeving van het raadhuis zou worden ontsierd door een te droog hangende was en dergelijke. In 1926 is het dan zo ver. Bij de behandeling van de begroting 1926 heeft de raad het voorstel aangenomen om de bouw van een nieuw raadhuis voor te bereiden. Zeven architecten hebben een ontwerp ingediend. Zij krijgen nu de uitnodiging om ook een kostenberekening te maken. Daarna worden de ontwerpen (na onzichtbaar maken van de naam) aan de raad en, op verzoek van een der raadsleden, ook voor het publiek ter inzake gelegd. in April van dat jaar. Een van de redenen waarom de besluitvorming zo lang duurt is het probleem van de financiën. Dit leeft niet alleen bij de raadsleden maar ook bij verontruste burgers .In een ingezonden stuk in de Alkmaarsche Courant schrijft de heer H. Bakker dat hij liever riolering in de gemeente heeft dan een nieuw raadhuis, en hij stelt voor om de ambtswoning van de hoofdonderwijzer tot raadhuis te verbouwen. Daarnaast verzoekt hij om handtekeningen van medestanders. Hij vergaart meer dan honderd handtekeningen en dient dan een officieel verzoek aan de raad in om de onderwijzerswoning als raadhuis te bestemmen, en wel om bezuinigingsredenen. Inmiddels had ook de bewoner van deze woning, de hoofdonderwijzer Heijt, van zich laten horen, eveneens door een ingezonden stuk, waarin hij uitlegde dat een raadhuis in deze woning niet mogelijk was, en hij sprak zelfs van schandelijke volksmisleiding. Ook de gemeenteraad maakt korte metten met het verzoek, het wordt voor kennisgeving aangenomen. Een beslissing bleef zeer moeilijk, de gemeenteraad vergadert in Juni en Augustus heel lang over dit onderwerp, waarbij verschillende raadsleden burgemeester en wethouders zelfs beschuldigen van onjuist gehandeld te hebben. In de vergadering van 22 september wordt nogmaals langdurig gesproken, met name over een raadhuis van één of twee verdiepingen doch uiteindelijk wordt de beslissing genomen om plan 1 uit te voeren, het plan dat aanvankelijk niet de voorkeur van burgemeester en wethouders had; bovendien was het geen unaniem besluit: vier van de elf raadsleden stemden tegen. Tegelijk wordt besloten om 35.000,= te lenen voor de bouw en inrichting. Het plan dat is aangenomen, is dat van architect D. Saal uit Alkmaar. Hij maakt een schets hoe naar zijn mening het raadhuis op het terrein van Promenade moet worden gebouwd en is bij de raadsvergadering van 26 Januari Eerste steenlegging door de burgemeester. 1927 aanwezig om toelichting te geven. Deze toelichting geeft hij in een besloten vergadering, waarvan geen notulen zijn gemaakt. De architect wil het raadhuis vier meter verder achterwaarts plaatsen dan het gemeentebestuur aanvankelijk in de bedoeling had; dit lang moeilijk, want daardoor was het gehele terrein van Promenade nodig en bleef er geen bouwgrond over om te verkopen; desondanks stemde de gemeenteraad voor, wethouder Opdam was tegen. Bovendien moesten voor 500,= extra nog twee arrestantencellen worden aangebracht. Tot dan werd de toren hiervoor gebruikt, maar die voldeed niet meer aan de nieuwe landelijke voorschriften. Volgens de burgemeester kon er tijdens de kermis nog wel een dronken man tijdelijk in worden opgeborgen, maar in de winter kon dat niet meer. Dan komt ook nog aan de orde het verzoek van de Afdeling Heiloo van de R.K. Bouwvakarbeidersbond Sint Joseph om in het bestek op te nemen, dat minimaal 80% van de werklieden aan het te bouwen raadhuis Heilooërs moeten zijn; dit wordt door de architect ontraden, en besloten wordt op te nemen dat de aannemer zoveel mogelijk werklieden uit Heiloo te werk moet stellen. De aanbesteding van de bouw vindt plaats op 31 Januari 1927, met de bepaling dat het gebouw op 1 Augustus gereed moet zijn. Er zijn 19 inschrijvingen, de duurste van R. Kuijper uit Heiloo voor 35.900,=, de goedkoopste van M. van Steeg, eveneens uit Heiloo, voor 23.888,=, zodat het werk aan hem wordt gegund. Als borgen stellen zich Jb. van Steeg, metselaar en G. van Steeg, timmerman. Het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2021 | | pagina 22