Sanatorium en hotel
voor een conciërge in te richten. De bouw van de school
en onderwijzerswoning wordt nu voortvarend aangepakt,
het volgend jaar worden de bestekken opgemaakt en
opdracht voor de bouw gegeven: de Nicolaas Beetsschool
van 1882 aan de Willibrordusweg. Vervolgens besluit
de Raad de verbouw van de oude school en oude
onderwijzerswoning tot raadhuis "om daarvoor door den
voorzitter opgegevene redenen" - welke dat zijn wordt niet
genotuleerd - tot volgend jaar uit te stellen. Eerst in 1883
wordt weer gesproken over de verbouw van de oude school
en de burgemeester belast zich met het maken van een
plan. Op zijn verzoek maakt A.J. Krieger een plan voor de
verbouwing van de oude school en onderwijzerswoning
tot raadhuis en het raadhuis tot twee woningen met een
begroting van 4.400,=. Na breedvoerige beraadslagingen
wordt besloten zo spoedig mogelijk dit plan uit te voeren.
Op 11 Juli is de openbare aanbesteding, Dirk Kramer uit
Schagen is de laagste inschrijver voor 3.519,= en er wordt
onmiddellijk met de verbouw begonnen; in October is het
oude schoolgebouw ongevormd tot raadhuis. Dit bestaat
nu uit een secretarie, burgemeesterskamer, raadzaal,
gang en portaal en wordt einde 1883 in gebruik genomen.
In de oude onderwijzerswoning met raadkamer komen
twee woningen. Voor deze gehele verbouwing wordt een
geldlening aangegaan van 3.600,=. In 1892 wordt het
houten schuurtje bij het raadhuis afgebroken en een stenen
schuur wordt tegen de oostkant aangebouwd.
In het vergrote raadhuis kan nu ook worden gestemd:
de raadzaal wordt in 1897 als officieel stemlokaal
aangewezen, het enige stemlokaal in de gemeente; ook
het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier
houdt er zijn stemmingen. Door de instelling van het
vrouwenkiesrecht dat een verdubbeling van het aantal
kiezers teweeg brengt wordt in 1920 een tweede stemlokaal
in gebruik genomen in de openbare school II aan de
Westerweg. Zo gaat het raadhuis de 20e eeuw in. De
bovenmeester is dan al lang niet meer belast met het
schoonhouden van het raadhuis, er is een conciërge, die
hiervoor moet zorgen voor 75,= per jaar, in 1916, mede
vanwege de moeilijke oorlogsjaren verhoogd tot 100,=, in
1919 verhoogd tot 150,= en mejuffrouw Vos verzorgt de
koffie voor 10,= per jaar.
Inmiddels wordt het raadhuis niet alleen voor de
gemeentelijke dienst gebruikt. In 1904 wordt de raadzaal
ook officieel aangewezen als de plaats waar de huwelijken
worden voltrokken. Er zijn geen foto's van huwelijken
in die raadzaal bekend. Misschien maar gelukkig.
Raadsleden wijzen op de treurige toestand van het behang
in de raadzaal. Een zaal waar zoveel mensen komen
behoort er netjes uit te zien. Er wordt besloten tot nieuw
behang en een kleed op de vloer. Inmiddels is er ook
een telefoonaansluiting aangelegd, nummer 937, onder
de naam "Raadhuis Heiloo". In 1925, wanneer vanuit
Alkmaar een gasleiding wordt aangelegd, worden de
gemeentelijke gebouwen: de woning van het schoolhoofd,
van de gemeenteveldwachter, van de rijksveldwachter en
de doodgraver, alsmede het raadhuis aan de gasleiding
aangesloten; voor de raadzaal wordt een gaskachel
aangeschaft.
Op de hoek van de Kennemerstraatweg/Raadhuisweg
stond in het midden van de 19e eeuw een grote woning,
waarin burgemeester Wentholt woonde. In 1895 maakte
Maria Elisabeth Beets, een dochter van Nicolaas Beets
en Jkvr. Aleide van Foreest, het op die plaats gebouwde
Huize Overweg, tot een herstellingsoord voor zwakken
en rustbehoevenden. Mede op instigatie van dokter
T. Hoekstra, die zich in 1896 als huisarts in Heiloo
had gevestigd, werd besloten alleen patiënten met
longtuberculose op te nemen. Zo werd Huize Overweg
het eerste sanatorium van Nederland waar voor een zeer
billijken prijs eenen zorgvuldige en liefderijke verpleging
wordt gewaarborgd. Er was plaats voor 16 patiënten.
Achter het gebouw, in de tuin op het zuiden, waren
lighallen, waar de patiënten in de buitenlucht en in het
zonlicht konden genezen. In 1906 nam de oprichtster, mevr.
Beets, afscheid, in 1913 werd sanatorium opgeheven.
en het pand bij openbare verkoop verkocht. De kopers
zijn Simon Pluijmgraaff, Pieter Brouwer Corneliszoon,
beiden administrateur, en Johannes Bossert, koopman,
allen te Alkmaar. Deze drie richten bij notariële acte van
19 Juli 1915, verleden voor Notaris Jan van der Veen te
Alkmaar, de Naamloze Vennootschap "Hotel Maatschappij
de la Promenade" op en dragen het pand over aan deze
vennootschap. Uit de naam blijkt ook hun bedoeling:
aannemer J. Rus verbouwt het pand tot een luxueus
hotel-restaurant-café, uiteraard genaamd "Hotel de la
Promenade", met acht kamers, een garage en eigen
electriciteit en eigen waterleiding.
Pluijmgraaff wordt directeur van het hotel. Het is de tijd
van de eerste wereldoorlog, een ongunstige situatie voor
toerisme en in Juni 1916 wordt Pluijmgraaff vervangen door
M. Visser uit Zaandam, deze een maand later door directeur
Dijkhorst. Ook dezen konden het tij niet keren en bij vonnis
van 21 December 1916 wordt de NV failliet verklaard en
het hotel gesloten. Dat was pech voor de kermisgangers,
want tijdens de kermis was in de tuin van Promenade een
overdekte dansvloer, en ook de sociëteit "De Heilooër Kring"
miste nu de locatie, waar zij haar sociëteitsavonden hield.
Het komt tot een openbare verkoop. Inmiddels zijn
Pluijmgraaff en Brouwer al persoonlijk failliet verklaard. Op 6
Feb. 1917 vindt ten verzoeke van De NV. Credietvereeniging,
17