Petrus Met. Ziekentrooster op de 'Ganzenhoef'. 29 oktober 1732 wordt de schoolmeester Harmanus de Groot 'gerust' in de Witte Kerk. zijn en het boerenbedrijf, de tapperij of het snijdersvak zullen hem niet hebben aangetrokken. Uiteindelijk, op 9 december 1744 vaart de dan 19 jarige Barend Hendriks Beuningh uit als hooploper (helper van de matrozen) met het schip 'Brouwer' van de kamer Hoorn. Hij vangt 7 gulden per maand als salaris. In aanvang krijgt hij 14 gulden handgeld, verwerft hij een schuldverklaring van 150 gulden en koopt hij voor bijna 9 gulden kleren bij de compagnie. Hij komt op 18 augustus 1745 in Batavia aan en overlijdt ruim een jaar later zonder testament op 26 oktober 1746 in Azië. Nadat op 29 oktober 1732 de schoolmeester Harmanus de Groot 'gerust wordt' in de Witte Kerk duurt het enige tijd voordat er een opvolger is. Maar in 1734 is het zover, het blijkt dan dat Claas Mets (of Met) 13 stuivers in rekening brengt voor schoolboeken aan de armenkinderen. Claas is niet alleen schoolmeester, maar ook koster en kerkmeester, schepen, vele jaren armenvoogd, inner van hondsbos en sluisgeld en de vader van de hoofdfiguur van dit stukje, Pieter/Petrus. Vanaf 1737 tot 1756 huurt Claas voor 2 gulden en later 2 gulden en 5 stuivers het Loetje, een akkertje gelegen in het dorp, van de armenvoogden. In mei 1741 koopt hij van Dirk Cornelis Huijgen alias Brouwer voor 25 caroli gulden contant een huis en erve staande en gelegen in de Kerkebuurt, (de Heerenweg ten westen). In 1750 leent Claas een bedrag van 310 gulden van de gereformeerde kerk. Het lijkt dat de fnanciele situatie nu niet rooskleurig is, want in 1753 wordt een gedeelte door anderen afgelost. Als Claas in 1756 overlijdt, wordt in het armenboek vermeld aan de ontvangstkant 'Van meester Claas Mets boedel gekomen' 72 gulden 18 stuivers 4 penningen. Zijn boedel is aan de armen vervallen, wat een ander teken van armoe en onvermogen was. Hij laat drie kinderen na, zij komen vanaf 1756 voor als uitgavenpost van de armenvoogden. Waaronder zoon Pieter/Petrus Met. Uit de uitgaven van de armenvoogden komt naar voren dat Pieter in de kost is bij de schout Willem Laarman en wordt het nodige, ook vanuit de diaconie, in hem geïnvesteerd om verder te leren. In 1761 wordt de laatste uitgave voor hem gedaan door de armenvoogden. Vermoedelijk is hij uit Heiloo vertrokken om zich elders verder te bekwamen in medicijnen of godsdienst. We komen hem weer tegen omstreeks 1769 als hij zich als 'Petrus Met van Heijloo' als ziekentrooster inscheept op het schip 'Ganzenhoef' van de kamer Amsterdam. Hij heeft de rol om de chirurgijn en de dominee te ondersteunen. Hij helpt de zieken en leest soms uit de catechismus. 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2021 | | pagina 11