De patriottenstrijd en de Bataafse Republiek Willem Kok naar Johannes van Horstok, Vrijheidsfeest te Alkmaar met Foreests toespraak, 1795 (Rijksmuseum) trouwen met een rijke bankiersdochter, zodat hij zijn broers en zusters kon uitkopen. Hij zat lang in het parlement en stond bekend als een conservatief voorstander van het grootgrondbezit. Al met al onderscheidde de familie zich generaties lang door haar welgesteldheid. Vaak wordt Foreest dan ook vereenzelvigd met de 'landadellijke' reputatie van zijn familie. Men weet meestal nog wel dat hij ook 'patriot' was en met de aanhouding van prinses Wilhelmina te maken had, maar de rest blijft onbekend. Onbekend is dat hij vanaf 1784 als vroedschap (raadslid) van Alkmaar tevens kapitein was van het Groene Vaandel van de schutterij in het kader van de strijd tegen stadhouder Willem V. Onbekend is dat hij, toen deze strijd uitmondde in een ware burgeroorlog, lid was van de machtige Defensiecommissie van Holland. Aan de opstand werd een eind gemaakt door een invasie van Pruisen die tienduizenden patriotten op de vlucht joeg, waaronder ook Foreest voor een tijd. Nog onbekender is dat hij na de 'tegeninvasie' vanuit Frankrijk in 1794-95 belangrijk bestuurswerk verrichtte in de Bataafse Republiek, en dat hij van 1798 tot 1806 als volksvertegenwoordiger een grote bijdrage leverde aan het uitvoeren en aanpassen van de staatsregeling (grondwet). In zijn politieke loopbaan betoonde hij zich een beginselvast aanhanger van de representatieve democratie, de regering via gekozen vertegenwoordigers. Toen Napoleon in 1806 zonder volksraadpleging zijn broer Lodewijk benoemde tot koning van Nederland, toonde Foreest karakter en stapte als een van de weinigen op als parlementslid. Bijna niemand die dat weet, ook niet in zijn eigen familie. Deze merkwaardige onbekendheid van Foreest heeft als ik het goed zie twee belangrijke oorzaken. De eerste is het klimaat van haast totale onwetendheid omtrent het patriottisch-Bataafse tijdperk (1785-1806), dat nog steeds in ons land heerst en dat een figuur zoals Foreest als een mist omhult. De tweede oorzaak is een merkwaardige gereserveerdheid van Foreest zelf omtrent zijn eigen persoon. Beide punten vragen om toelichting. Onder vakhistorici heeft intussen een ware inhaalslag plaatsgevonden. Sinds de jaren tachtig is er veel positieve aandacht gekomen voor het belang van de patriotten en de Bataafse Republiek. De 'staatsregeling' van 1798 heeft bekendheid gekregen als de eerste Nederlandse grondwet, voorloper van Thorbecke's grondwet van 1848. Deze informatie is echter buiten vakgeleerde kringen nauwelijks doorgedrongen. Nog steeds heerst de gedachte dat de intocht van de Franse troepen in 1794/95 een bezetting inluidde en dat de Bataafse revolutie een Frans importproduct was. In zekere zin is die gedachte een gevolg van de werkelijke bezetting door Napoleon van 1810 tot 1813, toen Nederland haar zelfstandigheid verloor en tienduizenden jonge mannen de oorlog in werden gesleept, om niet meer terug te keren. De patriottentijd en de Bataafse periode werden vervolgens op één hoop geveegd met de Franse tijd, één nare periode waar men niet aan terug wilde denken. Daarmee is het tijdperk waarin Foreest leefde en werkte buiten beeld geraakt. Om dat stukje Nederlandse geschiedenis te begrijpen, moeten we om te beginnen oog hebben voor de diverse interacties met het buitenland. Hoewel de Republiek niet meer de zeevarende natie van weleer was, waren handel en zeevaart eind achttiende eeuw nog steeds belangrijke inkomstenbronnen. Erg lucratief was de levering van wapens aan de Engelse koloniën in Amerika, die in opstand waren gekomen tegen de ondemocratische wetgeving vanuit het moederland. Om die handel tegen te gaan probeerde Engeland de Nederlandse scheepvaart te blokkeren: de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784). De stadhouder deed daar weinig aan, maar bemoeide zich wel steeds meer met de vroedschapsverkiezingen. In die situatie ging de Amerikaanse opstand tot de verbeelding spreken. In 1781 verspreidde de Gelderse baron Joan Derk van der Capellen het pamflet 'Aan het volk van Nederland' dat opriep tot verzet tegen de stadhouder en zijn autoritaire politiek en tot het oprichten van volksmilities naar Amerikaans voorbeeld. Het was een 'wakeup call'. In vele steden ontstonden leesclubs die het pamflet bespraken en werden de schutterijen vernieuwd op patriottische leest. Alkmaar liep voorop en Foreest deed mee: hij leidde een eigen leesclub en werd kapitein van de schutterij. De patriotten organiseerden zich en maakten plannen voor 28

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2021 | | pagina 30