-»-■*
Vier rechte lanen
Preekstoel
Een oude akkerwal achter Rector Frederiklaan, ingang Zandersloot (type 2).
Omdat de grens van het oude landgoed tot ver in Alkmaar lag, kunnen we
deze wal tot het bos rekenen. Foto: Anita van Breugel
in het College van Gecommitteerde Raden van West-Friesland
en omdat dit College in Hoorn zetelde, woonde Jacob een
deel van zijn leven in Hoorn. Maar de Van Foreesten hebben
de band met Alkmaar altijd behouden. Gerard van Egmond
van de Nijenburg trouwde met Machteld van Foreest en
het echtpaar gaf in 1705 opdracht tot de bouw van de
buitenplaats Nijenburg. Als een eiland in het uitgestrekte
Hollandse weidelandschap ontstond zo tussen Alkmaar en
Heiloo een groene 230 ha grote buffer. Onverstoorbaar heeft
de buitenplaats eeuwenlang vele stormen doorstaan. Omdat er
van het geslacht Van Egmond van de Nijenburg geen nazaten
kwamen, viel het landgoed toe aan de familie Van Foreest. Pas
toen, midden 18e eeuw, is het bos grootschalig aangeplant en
ontstond het Heilooër Bos zoals wij dat nu kennen.
Een wandeling zou kunnen beginnen bij de Kuillaan die,
met aan weerskanten oeroude eiken, wordt doorkruist
door vier van noord naar zuid evenwijdig lopende paden.
Eerst de kaarsrechte Middenlaan, dan 20 meter verder de
oude Heerenweg die al bestond voor de aanleg van het
bos, begin 18e eeuw. Hij slingert dan ook een beetje. Even
verderop ligt de Zanderslootweg. Alle drie de lanen beginnen
bij de Kerkelaan. De Middenlaan eindigt bij de Kuillaan
en de Heerenweg loopt dood op de Van Foreestlaan. De
Zanderslootweg loopt door tot aan de Hout in Alkmaar.
In 1924 werd de driehoekig gevormde ijsbaan opgericht. Deze
driehoek ligt, evenals het Blockhovepark, aan de noordzijde
van de Kuillaan en lager dan het zuidelijke bosgedeelte. Dat
komt omdat er voor de bouw van huizen in de eerste helft
van de vorige eeuw aan weerszijden van de Zandersloot
zandafgravingen hebben plaatsgevonden. Het zand werd
verkocht en door de 'Zandersloot' afgevoerd. Voordat de
ijsbaan werd aangelegd, kon de Heilooër bevolking schaatsen
op de vijver en de grachten rond het huis Nijenburg. Vanuit het
huis werd dan warme chocolademelk uitgedeeld. Nu was er
een schaatsvereniging met een bestuur en een clubhuis.
De vierde weg die het bos doorkruist is de Westerweg.
Deze loopt van Limmen naar het Scharloo in Alkmaar. Bij de
spoorwegovergang van de Kerkelaan draait hij het bos binnen.
Aan het einde van de Kuillaan, westelijk van de
spoorwegovergang, ligt boerderij Noord-West. Dit complex
bestaat uit een witte stolpboerderij uit de 18e eeuw en
een kleine stolp als knechtswoning uit 1900. Het complex
maakt deel uit van landgoed Nijenburg en is eigendom van
Natuurmonumenten. Boerderij Cranenbroek (nu Vredenoord),
waarschijnlijk gedateerd 1755, die ook bij het landgoed
hoort, bevindt zich verder in noordwestelijke richting. Dit
complex bestaat uit een stolpboerderij, een stenen schuur en
hekpijlers. De voorganger van dit boerderijcomplex was het
middeleeuwse kasteel Cranenbroek. De oude slotgracht ligt
nog op het terrein van de boerderij.
Op de vijfsprong, recht tegenover kwekerij Meijer, ligt de
boswachterswoning. Dit karakteristieke pand, een gemeentelijk
monument, stamt uit 1913 en is ook onderdeel van landgoed
Nijenburg. De woning is waarschijnlijk gebouwd toen de N.V.
Nijenburg werd opgericht (zie verder in dit artikel).
Schuin tegenover de boswachterswoning, waar de
Schuine Laan begint die door het Sparrenbosch naar het
Blockhovepark loopt, bevindt zich een kleine verhoging in het
landschap die de Preekstoel wordt genoemd.
Het verhaal gaat dat deze plek voor onze Germaanse
voorouders belangrijk is geweest. In de voorchristelijke tijd
zou in Heiloo op deze plaats een zonnecultus hebben bestaan
waar rituele handelingen werden verricht en godinnen en
goden werden vereerd. Maar omdat hier nooit opgravingen
hebben plaatsgevonden, wordt aan dit verhaal getwijfeld.
Vanaf de prehistorie was dit akkerlandschap. Waarschijnlijk
is hier sprake van een legende. Wel moet je vanaf dit punt
uitgekeken hebben op de weide, die ongeveer doorliep tot
waar nu het spoor ligt.
In vroeger tijden hield men bijzondere samenkomsten vanaf
een punt in de open lucht. Geloofsverkondigers hadden de
gewoonte om heiligdommen van de heidenen te kerstenen.
Zo zou de monnik Willibrordus hier in de 8e eeuw gepredikt
hebben. Hoewel ook aan de waarheid hiervan wordt getwijfeld,
zou de missionaris vanaf de plek van het Witte Kerkje door
het bos, later de Willibrordusweg genoemd, hiernaartoe zijn
gelopen om de inheemse bewoners, de heidense Friese
Heilooërs, vanaf de Preekstoel toe te spreken, tot het christelijk
geloof te bewegen en zijn wonderen te verrichten. De mensen
stonden dan op het open veld, terwijl Willibrordus met zijn rug
tegen de strandwal aan zijn preken hield.
Dit verhaal spreekt tot de verbeelding van veel Heilooërs, maar
4