-Oorvt. etc. Rouwborden en rouwkassen Detail begrafenisstoet van Ernst Casimir (1573-1632), stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, te Leeuwarden 1632, J. Hermans 1633, Rijksmuseum. Amsterdam door zogenaamde schilddragers naar de kerk gedragen. Na de begrafenis hing het bord ter herinnering aan de overledene vaak enige tijd boven de voordeur van het woonhuis. Later werd het bord veelal, al dan niet voorzien van een omlijsting, tegen betaling in de kerk in de buurt van het graf van de gestorvene aan de kerkmuur of een zuil opgehangen. Zo verwierf de overledene en de familie extra aanzien. Dat aanzien kon ook nog gestalte krijgen door het bezit van een grafkelder in de kerk of een prominente eigen zitplaats tijdens de kerkdienst, een herenbank. Het gebruik van wapenborden als rouwborden werd in de middeleeuwen, reeds in de 14e eeuw, toegepast, maar dan vooral door de hoge adel. Een (grote) toename vond plaats na de reformatie, in de laatste kwart van de 16e eeuw en vooral in de 17e en de 18e eeuw. Een inventarisatie in de Pieterskerk in Leiden in 1739 leerde dat de kerk vol hing met zo'n 350 rouwborden. Na de beeldenstorm in 1566 toonden de interieurs van de hervormd geworden kerken een kaal en leeg beeld door het ontbreken van (heiligen)beelden en door de kale muren waarop de met witte kalk overgeschilderde beschilderingen niet meer zichtbaar waren. Daarom waren de aan de muren en zuilen opgehangen rouwborden welkom, mede omdat de kerkmeesters voor het plaatsen van de borden een bijdrage in rekening brachten. In de loop der tijd werd de bijdrage steeds meer verhoogd. Aanvankelijk was het gebruik van rouwborden een gewoonte van adellijke families, maar geleidelijk aan werd de gewoonte ook overgenomen door (vermogende) burgers in de steden. In de 18e eeuw kwam er steeds meer kritiek op de toename van de borden. Men beschouwde de wildgroei als niet passend bij de vrome uitstraling die van een kerkinterieur mocht worden verwacht. Bovendien waren veel borden door geen of gebrekkig onderhoud (zwaar) beschadigd; ongelukken waren daarom niet zeldzaam. Daarnaast ontstond plaatsgebrek. Het einde van de plaatsing van rouwborden werd in 1795 ingeluid. Tijdens de toen begonnen Franse bezetting kwam, uitgaande van de Frans revolutionaire gedachte van "Vrijheid, gelijkheid en broederschap", een verbod op de plaatsing van de rouwborden. Voor 1 september van dat jaar moesten alle borden worden verwijderd door de rechthebbenden (als die er nog waren). Als de borden voor 1 oktober niet waren opgehaald werden ze geveild of vernietigd. In vele streken, dorpen en steden van ons land zijn de borden toen verloren gegaan. Maar in kerken in bijvoorbeeld Friesland zijn nog betrekkelijk veel borden, die door families zorgvuldig in bewaring waren genomen, in kerken teruggeplaatst, o.a. in het kerkje van Hegebeintum. Een rouwbord is een zwart geverfd houten bord, Eenvoudig rouwbord meestal met een 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2020 | | pagina 28