Een andere oplossing? De Rijksstraatwegter hoogte van het zogeheten "Meeting-terrein" nabij de Kattenberg. Alkmaar-Haarlem, terwijl de locale diensten geheel vervielen. Dan is er van een serieuze tramdienst natuurlijk geen sprake meer. Op 14 September 1923 komt het officiële bericht, dat de dienst op het traject Velsen-Alkmaar met ingang van 7 October wordt gestaakt. Het goederenvervoer op het gehele traject wordt eveneens op deze dag beëindigd. Het personenvervoer op het traject Velsen-Haarlem stopt op 8 April 1924. Inmiddels had Jb. van der Molen, alhier, op 15 Januari 1923 een vaste openbare autodienst, vier dagen per week, voor goederenvervoer gevestigd met beginpunt Alkmaar en eindpunt IJmuiden, met besteldienst langs de tussengelegen plaatsen Heiloo, Limmen, Castricum, Noorddorp, Velsen en Beverwijk met een wagen die 1400 kg kan vervoeren met een tarief van gemiddeld 75 ct. per 100 kg. En de Gebr. Erdtsieck, gevestigd op de Laat te Alkmaar, de bestellers van de Trammaatschappij, openen op 5 October een dagelijkse autodienst tussen Alkmaar en Haarlem. Het opheffen van de tramdienst betekent niet, dat de baan mag worden opgebroken; hiervoor moet de Minister van Waterstaat toestemming verlenen. Heiloo en Limmen krijgen gedaan, dat de trambaan in Limmen, Heiloo en Alkmaar voorlopig niet mag worden opgebroken. Deze gemeenten besluiten te onderzoeken of op dit traject andere exploitatie mogelijk is. Afgesproken wordt, dat Alkmaar de helft, en Heiloo en Limmen ieder een kwart van het onderzoek zullen betalen. Desgevraagd doet de NZH het aanbod de bestaande trambaan over te nemen voor 4.000,= per strekkende kilometer; een exploitatieoverzicht over het traject Alkmaar-Limmen kon de NZH niet geven omdat daarvan geen aparte statistieken werden bijgehouden; wel wist zij, dat de exploitatie op dit traject in het laatste jaar een verlies van 3.800,= had opgeleverd. Bij een eerste verkennend onderzoek blijkt al dat inderdaad de baan zich in slechte staat bevindt: alle lasplaten moeten worden vernieuwd en 1/3 gedeelte van de rails en de bochten zijn niet meer bruikbaar. Als de baan moet worden opgebroken, zullen de kosten van opbreken ongeveer even groot zijn als de kosten van opbrengst van de afkomende materialen. De N.V. Alkmaarsche Stadstram krijgt het verzoek om een tweetal opties te bekijken. De eerste is een tramlijn Limmen-Heiloo-Alkmaar waarbij het eindpunt wordt doorgetrokken via de Singel naar het N.S-station; de tweede is alleen het bestaande traject Alkmaar-Heiloo, in beide gevallen met als exploitatie een tractortram. Dat wil zeggen een tram voortgetrokken door een tractor; op verzoek van Heiloo wordt ook gekeken naar de mogelijkheid van tramwagens met ingebouwde motor, die als eenmanswagen kunnen worden geëxploiteerd: Wij merken reeds thans op dat een tram met motortractie als thans in Alkmaar wordt geëxploiteerd ons niet het aangewezen vervoermiddel voor een dienst Alkmaar-Heiloo-Limmen schijnt, omdat een tramtrein met motortractie niet zo vlug kan remmen als op en langs de drukke Rijksstraatweg nodig is. Het komt ons voor dat een tramrijtuig met ingebouwde motor meer aanbeveling zal verdienen De Stadstram, die ook nog een deskundige van de Amsterdamse Tram inschakelt, komt met een rapport. Voor het traject Limmen-Alkmaar kost het vernieuwen van de baan 113.750,=; er moeten dan drie benzinemotorwagens (a 18.000,= per stuk) en drie bijwagens (a 2.200,= per stuk) worden aangeschaft. Voor de exploitatie gaat het rapport uit van 20 ritten tussen Alkmaar en Heiloo a tien personen a 15 ct. per rit, en twintig ritten Alkmaar-Limmen a 5 personen a 25 ct. per rit; inkomsten uit reclame 500,= en uit goederenvervoer 20 maal 15 ct. per dag. Dit zou een verlies geven van 44.907,75 per jaar. Voor het traject Heiloo-Alkmaar zijn twee motorwagens en twee bijwagens nodig. Voorstel voor deze exploitatie: 30 ritten a 10 personen a 10 ct. per rit per dag, reclame 200,= en inkomsten uit goedrenvervoer 450,=;dit geeft een jaarlijks tekort van 22.116,35. De Stadstram wil zelf geen risico lopen, zodat de geraamde tekorten geheel door de gemeenten zouden moeten worden opgebracht. Hiertoe zijn zij niet bereid. Een bezoek van burgers uit Limmen aan de Minister om een rijkssubsidie is vruchteloos. Dan doet Heiloo nog een laatste poging en stelt voor: kan de bestaande exploitatie van de stadstram niet worden uitgebreid tot Heiloo en onderdeel worden van de exploitatie van de stadstram, zodat er geen afzonderlijk materieel nodig is. Dit blijkt technisch niet mogelijk en dan valt het doek. Zonder discussie besluit de Gemeenteraad op 15 Mei 1924 dat het subsidie dat de Gemeente wil verstrekken, in geen 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2020 | | pagina 24