RAM DOOR HEILOO 1897-1923
Vervolg op het eerste deel uit de Cronyck zomer 2020.
Ook andere ongelukken, waarvan de courant uitgebreid
verslag deed.
Mr. W.A.M. Admiraal
Heiloo was nog echt een agrarische gemeente. Dit blijkt ook
duidelijk uit de ongelukken die met de tram gebeurden.
Op 14 November van het openingsjaar ontspoorde de tram
door de aanrijding met een koe op de trambaan. Volgens
het proces-verbaal dat veldwachter Vos, die de zaak moest
onderzoeken, opmaakte, is de koe uitgebroken door over
de lage afrastering te stappen. De trammaatschappij
wilde daarom de schade op de eigenaar van de koe,
Klaas Dekker, verhalen, deze was echter niet genegen
de schade te betalen en vond, dat de maatschappij hem
de schade moest betalen, te weten 125,=, de waarde
van de koe, die de aanrijding niet had overleefd, hetgeen
voor hem een zwaar te dragen verlies betekende. In het
dorp gingen geruchten, dat het overrijden van de koe aan
kwaadwilligheid van derden te wijten zou zijn. De juiste
toedracht was niet meer te achterhalen.
Een enkele keer kwam er ook een varken onder de
locomotief; dat overleefde het niet.
Het plaatselijk vervoer ging veelal met paard en wagen.
Verscheidene keren kwam het voor dat een paard schrok
van de tram, met min of meer ernstige gevolgen voor
wagenvoerder, wagen of paard. Nog maar een eeuw
geleden, in 1920, meldt de krant Een schichtig paard went
langzamerhand aan tram en auto, wanneer die tram of die
auto bij het passeren van dat paard niet opzettelijk hinderlijk
leven maakt.
In 1900 schrijft de Burgemeester aan de Directeur van de
Stoomtram Haarlem-Alkmaar. Ik heb de eer U te berichten
dat bij mij zijn ingekomen twee klachten wegens het niet
voldoende opvolgen van het voorschrift, vervat in artikel
28, 2e alinea van de Verordening op de Trambanen in
Noord Holland, te weten het geven van geluid-signalen
bij het naderen van kruiswegen door machinisten van Uw
maatschappij. Een der ingezetenen van Heiloo, A. van der
Steen, reed hedenmorgen met een paard en melkwagen
tegen zes uur uit het groenelaantje in de nabijheid van
de Oosterzijweg en werd bijna overreden door tram 8B,
komende van Alkmaar, daar hij het naderen van de tram
niet had gehoord door het niet luiden van de machinist.
Dergelijke klacht kwam bij mij van Andries Modder, van
wiens boerenwagen het achterwiel werd aangereden toen
hij de tweede Augustus de Oosterzijweg uit en de Straatweg
opreed. Dit viel voor ten omstreeks 11 uur door een tram die
uit Alkmaar kwam, de oorzaak was wederom het niet bellen
door de machinist. In beide gevallen had een groot ongeluk
plaats kunnen vinden, hetwelk zeer goed door oplettendheid
van de machinist kan worden vermeden. Indien dergelijke
klachten zich mochten herhalen, zou ik, hoe ongaarne ook,
genoodzaakt zijn proces-verbaal op te maken.
Dinsdag 3 Juni 1919 werd 's middags een paard dat juist
over de overweg op de scheiding van Heiloo te Alkmaar
passeerde door de voorbijsnellende tram aangereden
met het gevolg dat het van het rijtuig losgescheurd en
doodgereden werd. De 16-jarige voerman van de wagen
(een vrachtwagen van de heer Hoed) die blijkbaar geen
signaal gehoord had, kwam er, al was hij erg ontdaan door
de schrik, zonder letsel af. Het tramverkeer ondervond enige
vertraging. Omwonenden klaagden al jarenlang, dat de tram
daar te snel reed.
Droevig tramongeluk te Heiloo. Gisteren waren de heer
en mevr. Smit met hun kinderen en een logeetje naar de
Café Zomerlust en tramhalte in 1915. De halte ligt ten noorden van de
Kerkelaan. Op de voorgrond het wissel ten behoeve van het stuk dubbelspoor,
waar de trams elkaar konden passeren,
kermis te Heiloo geweest. Tegen 10 uur zouden zij met de
tram weer naar Alkmaar gaan. Maar de tram, komende
uit Limmen, liet op zich wachten. Eindelijk kwam hij maar
hij stopte niet voor het Café De Onderneming gelijk men
gedacht had en velen holden erachteraan - waaruit kan
worden afgeleid dat de tram geen kleine vaart had. Hoe
het nu precies geschied is valt niet te zeggen, maar zeker
?{eBe. $raj&5*aHBn
14