mm 3. De Grot in de Com bij Nijenburg 4. Reconstructie in woord een beeld van tuinen bij diverse buitenhuizen ook grotten en cascades (watertrappen/watervallen) aan. Grotten waren geconstrueerde holle ruimtes vaak bekleed met steentjes en schelpen. Ze maakten nogal eens deel uit van een (totale) beeldengroep die in een vijver of andere waterpartijen werden geplaatst. In de loop der tijd werd de betekenis van grot verruimd tot beeldengroep met de uitstraling van een fonteinbeeldengroep; in een vijver: een Grot in een Com. De beeldengroep (de Grot) in de vijver van Nijenburg was bedoeld als dé blikvanger, het pronkstuk binnen de tuinaanleg. Niet voor niets is deze geplaatst in de hoofdas van de belangrijkste zichtlijn van de tuinen.9 Echter, zoals gezegd, de vrij imposante beeldengroep is geheel verdwenen. Het verhaal gaat dat het beeldhouwwerk met behulp van touwen door paarden aan de kant is getrokken.10 Twee zijkanten van zandsteen zijn in 1972 door de zoons van de familie Snethlage - van Foreest, bewoners van het huis van 1957 tot 2007, opgevist uit de enigszins drooggevallen vijver. Enige jaren later werd ook bij toeval een mannenkop naar boven gebracht. De fundering van de beeldengroep, "de steen", is nog onder water aanwezig en is een bekende broedplaats voor daar elk jaar broedende meerkoeten. De beide zijkanten hebben jarenlang in delen naast het huis in de grond van het huiserf gelegen, maar zijn tijdens de restauratie van Nijenburg (2007 - 2011) in opdracht van Vereniging Hendrick de Keyser gerepareerd, in elkaar gezet, schoongemaakt en tegen de muur van het zuidelijke deel van het Koetshuis ("de mannenplee") geplaatst.11 Het mannenhoofd, de kop van de god Pan voorstellende, met een merkwaardige gezichtsuitdrukking, heeft een plaats gekregen op een sokkel in het noordelijk deel van de achtertuin van Nijenburg, de "poppetuin". Verder zijn nog een cupidofiguur zonder hoofd en een hoofd van een ander beeldje bewaard gebleven. Niet bekend is of deze ook onder water hebben gelegen.12 Omdat de beeldengroep is verdwenen, respectievelijk grotendeels verloren is gegaan, is het moeilijk een beeld te verkrijgen van het uiterlijk daarvan. Maar schriftelijke archiefbronnen en tekeningen schieten ons enigszins te hulp. Er zijn drie tekeningen overgeleverd in het Regionaal Archief Alkmaar die weinig gedetailleerde afbeeldingen van de beeldengroep in de vijver laten zien.13 Maar ze zijn wel bruikbaar bij een getekende reconstructie. Het voetstuk met de vier zijkanten is goed zichtbaar. De afbeelding van de voorstelling op de westelijke zijkant is niet 'leesbaar'. De figuurtjes aan de beide kanten onderaan het voetstuk zijn niet zo duidelijk weergegeven. Het vissertje, in de afbeelding van Crescent (1811), was een loden beeldje dat blijkbaar vele jaren aan de waterkant gezeten.14 Achter het beeldensemble staan in het plantsoen voor het huis twee tuinvazen op sokkels. Opmerkelijk is voorts nog dat in de tekening van Tavenier (links) de beeldengroep niet in het UB»' Restanten van de zijkanten Kop van Pan 16 Details van de tekeningen van H. Tavenier (1787) en J.A. Crescent (1795 en 1811) midden voor het huis is getekend. Archiefbronnen leren ons dat de beeldengroep in opdracht van Gerard van Egmond van de Nijenburg in 1709 - 1710 is vervaardigd door de (bekende) Beverwijkse beeldhouwer Gaspar Swenst en zijn medewerker Gerrit Baes. In het contract dat Gerard sloot met de beeldhouwer is, vrij vertaald, de volgende opdracht opgenomen.15 "Met Gaspar Swenst, meester beeldhouwer te Beverwijk, is overeengekomen het maken van een beeldengroep in de vijver te Heiloo in de vorm van een grot in een kom, het geheel vervaardigd van hardsteen van goede kwaliteit, een en ander op basis van de in klei geboetseerde vorm, met als voorstelling aan de linkerkant op de hoeken dolfijnen waarop Cupido's zitten, met bovenaan een guirlande met bloemvormen. Op de twee vlakke zijden aan de oost- en westkant een mythologische voorstelling in reliëf en op de andere vlakke zijde twee afbeeldingen van familiewapens, te weten aan de zuidkant het wapen van Egmond en aan de noordkant dat van Van Foreest met helmtekens en schilddragers. Het gehele werk zal een breedte hebben aan de onderkant van 8 voeten en een hoogte van 7 en een halve voet, en zal bestaan uit 13 gehakte stukken steen, met bovenop uit één steen een afbeelding van Pan en Galaté, met een hoogte van 6 voet, op basis van de gravure die hiervan is gemaakt. Dit werk op te leveren mei 1710 aanstaande voor de som van negenhonderdvijftig gulden 16 Deze beschrijving in combinatie met de delen van de beeldengroep die boven water zijn gekomen en nog te zien zijn helpt ons op weg. Blijkbaar is eerst een prototype vervaardigd, een "in klei geboetseerde vorm". Dit voorbeeld zal in de loop der tijd niet bewaard gebleven zijn. De gravure die wordt vermeld in de beschrijving is ook onbekend. Twee van de "vlakke zijden" zijn uit het water gevist. Het deel van de noordelijke zijde van de beeldengroep met het wapen van de familie Van Foreest is, gerepareerd, nog redelijk intact. Een zijkant (de oostzijde of westzijde?) is niet geheel onbeschadigd teruggevonden, maar vertoont wel een zichtbare afbeelding "in reliëf". De noordelijke en zuidelijke zijkant Van de vier zandstenen zijkanten ("vlakke zijden") die de onderkant, het voetstuk, markeerden zijn er dus twee bewaard gebleven en twee niet teruggevonden. De op het noorden gerichte, teruggevonden zijde bevat als hoofdelement het wapen van de familie Van Foreest. Op de niet teruggevonden, op het zuiden gerichte zijde was het wapen van de familie Van Egmond van de Nijenburg 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2020 | | pagina 10