Moersloot Ypesteinervaart Ter Coulstervaart Boekelerdoodvaart Nijenburgervaart Waardevolle natuur De Limmertocht met op de achtergrond de A9. Foto Jaap de Graaf voor schaatsliefhebbers, zonder dammen, maar tussen de Oosterzijweg en de A9 is er nog slechts een bescheiden sloot die rest. Iets noordelijker ligt de Moersloot, een brede tocht die tegenwoordig alleen aan de oostzijde van de A9 aanwezig is en eindigt bij de ringsloot van de Boekelermeer. Voor de bouw van de wijk Ypestein begon de Moersloot, ook wel Buurvaart genoemd, bij de Warmoezierslaan. Daar, bij de Warmoezierslaan was een haventje of stet, op sommige kaarten als Noorderstet aangegeven. Vanuit dit haventje ging men ooit met de boot te vissen richting Boekelermeer en Schermeer. Een buurvaart was een vaart waarvan door de inwoners van het dorp gebruik kon worden gemaakt. In de Die waren in de loop der tijd door de invloed van wind, golfslag en stroming kleine meertjes ontstaan. Vanaf een dergelijk meertje van de Die heeft ook een vaart gelopen in de richting van de strandwal. Dit water vormde de verbinding met het landhuis Ypestein (ook wel IJpensteijn), met de bouw waarvan aan het eind van de zestiende eeuw werd begonnen op initiatief van Willem Bardes (ook wel Baerdesen of Bardesius).5 Het bedoelde meertje was in de jaren veertig van de vorige eeuw aangewezen als plaats waar het huisvuil van Heiloo zou worden gestort, bij oudere Heilooërs bekend als de vuilnisbelt aan de Kanaalweg. De bermsloot aan de noordzijde van de Kanaalweg is nog wat rest van de Ypesteinervaart. Verder naar het noorden, ook westelijk van de A9, ligt een van de oudste zijvaarten van de Die. Deze vaart vormde de verbinding met het kasteel Ter Coulster waarvan al aan het De Ter Coulstervaart in de richting van de oude slotgracht. Foto Jaap de Graaf eind van de veertiende eeuw in documenten melding wordt gemaakt. De naam Ter Coulster gaat terug op een akte uit 1404 waarin sprake is van een huis in Heiloo dat behoorde aan Willem van den Coulster. Vier jaar later kocht deze Willem van den Coulster de ambachtsheerlijkheid Heiloo en Oesdom van hertog Willem VI van Beieren, graaf van Holland en werd daarmee heer van Heiloo en Oesdom. De Ter Coulstervaart begint weer op een plaats waar de Die verbreed was tot een meertje. In de twintigste eeuw is deze plas aanzienlijk vergroot en verdiept in verband met de aanleg van de snelweg A9 en de wijk Plan Oost en is nu bekend als de Karremel. Weer wat noordelijker is een zijvaart van de Die richting strandwal die als de Boekelerdoodvaart op de kaart staat De Boekelerdoodvaart links, en de Die vervolgt slingerend zijn weg richting Nijenburgerweg. Foto Dick Slagter aangegeven. Het gaat hier waarschijnlijk ook om een heel vroege aftakking. De naam zegt het al, deze vaarweg was 6 bedoeld om de doden uit het buurschap Boekei naar hun laatste rustplaats te vervoeren. Boekei was een kleine nederzetting op de oostelijke strandwal, op de rand van de Schermeer, wat noordelijker gelegen dan het huidige Boekei dat aan het eind van de Kanaalweg ligt. Boekei is heel oud, het wordt al genoemd in een oorkonde uit het jaar 889 en in die akte aangeduid als Bodokenlo. De inwoners van Boekei waren parochianen van de kerk van Heiloo en wanneer iemand in het buurschap was overleden, werd het stoffelijk overschot bij de kerk van Heiloo begraven. Varen zal in die vroege tijden de eenvoudigste en wellicht ook de enige manier zijn geweest om een doodkist van Boekei naar de kerk in Heiloo te vervoeren. De Boekelerdoodvaart kwam uit in een haventje aan de Burenweg, in de negentiende eeuw sprak men nog van het Papenlanerstetje. De Burenweg heette in die tijd het Papenlaantje en was een zijweg van wat toen het Domineeswegje werd genoemd, de Nicolaas Beetsweg van nu. In de zeventiende eeuw maakte Gerard van Egmond van de Nijenburg plannen om tussen Heiloo en Alkmaar, langs de Oosterweg op de oostelijke rand van de strandwal, een buitenhuis te laten bouwen. Voor de aanvoer van bouwmaterialen is toen een vaart gegraven naar het wat oostelijker gelegen riviertje de Die. Gerard van Egmond van de Nijenburg was in de loop van de tijd eigenaar geworden van landerijen in het stroomgebied van de Die, waaronder een groot deel van de Boekelermeer en de vaart naar het nieuw te bouwen landhuis kon dus worden aangelegd door landerijen die al in zijn bezit waren. Rondom het landhuis werden waterpartijen gegraven die via deze Nijenburgervaart in verbinding stonden met de Die en op die manier ook met verder gelegen vaarwater. Het gebied rond de Die is niet alleen historisch van belang, ook de natuur die men er vindt, is waardevol. Niet voor niets is het beheer van grote delen van de voormalige oostelijke strandvlakte tegenwoordig in handen van natuurbeschermingsorganisaties. Dit feit alleen al toont het bijzondere karakter van het gebied. Onder andere Landschap Noord-Holland en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hebben in de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de stand van zaken met betrekking tot de flora en fauna in de Oosterzijpolder. Daarbij is vast komen te staan dat de kwaliteit van de bodem en het oppervlaktewater in het stroomgebied van de Die, vanuit natuuroogpunt beschouwd, niet helemaal is zoals men zou wensen. In het algemeen is het gehalte aan voedingsstoffen aan de hoge kant. Oorzaken daarvoor zijn onder andere de riooloverstorten die af en toe voorkwamen als gevolg van overvloedige regenval en de uitspoeling van nutriënten Een tapijt van watergentiaan op het water van de Die langs het Laarzenpad. Foto Jaap de Graaf (voedingsstoffen) vanuit de omliggende landbouwgebieden. Een probleem vormt ook de neerslag van stikstofoxiden op de bodem, afkomstig van het verkeer op de A9 en de aanvoer via de lucht van voedingsstoffen uit de rijk bemeste weilanden in de omgeving. Gevolg van deze aanvoer is een toename van de bodemvruchtbaarheid in het gebied en dat leidt tot een vermindering van de variatie aan plantensoorten, een afname van de biodiversiteit. Met gerichte maatregelen hoopt men in de komende jaren de natuurwaarden in het gebied te verbeteren. Hoewel de natuurwaarden dus niet optimaal zijn, is er veel te genieten in het Die-gebied. Via de uitgezette wandelroutes komt je door een prachtig landschap, waarin de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Staande bij het overgebleven stukje van de 'Boekelerdoodvaart beziet men langs de horizon de contouren van de eenentwintigste eeuw, flats, een voetbalstadion, portaalmasten van de A9, windmolens enz. Maar op diezelfde plek voeren tien eeuwen geleden de mensen van Boekei langs met hun overledenen naar de kerk van Heiloo. Toch wel bijzonder! 1 Zie Historische Atlas van Alkmaar, pag. 8, reconstructietekening Peter Bitter, Vakgroep erfgoed gemeente Alkmaar 2 Het archief van de abdij van Egmond door Dr. P.A. Meilink 3 Heylooer Cronyck, jaargang 11nr. 1juni 2017, Een volkstelling te Heiloo in 1811 door Theo Bakker 4 Bron: W.A.M. Admiraal 5 Zie ook www.hvheiloo, geschiedenis St. Willibrordusstichting 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2019 | | pagina 5