H
V - WINKELHOF I LOO
Hoe een oude dorpskern verloren ging
De omgeving van de Witte Kerk
Waarom moest het dorpse centrum bij de Witte Kerk van
Heiloo veranderen?
Het is meer dan 40 jaar geleden dat de plannen voor
een nieuw winkelcentrum in Heiloo door sloop- en
bouwactiviteiten concreet gemaakt werden. Hoe de
realisatie van Winkelhof 't Loo geregeld werd, en soms
aan het toeval werd overgelaten, vertelt Dick Slagter in zijn
boeiende verhaal dat als ondertitel kreeg: 'hoe een oude
dorpskern verloren ging'. Dat laatste geeft natuurlijk te
denken: zou het tegenwoordig ook zo gegaan zijn? Waren
er geen protesten en welke positie zou onze Historische
Vereniging innemen?
Tijdens de lessen vaderlandse geschiedenis werd er
vroeger op school niet veel aandacht aan besteed maar
tegenwoordig wordt het steeds duidelijker: zuidelijke
Nederlanders hebben een zeer belangrijke rol gespeeld in
het economisch en cultureel succes van de Republiek der
Zeven Verenigde Nederlanden. Dat komt ook weer naar
voren in het verhaal van Piet Apeldoorn die ons laat weten
dat de tulpen uit het huidige Turkije min of meer toevallig
in Nederland zijn aangekomen. Dat kwam doordat twee
Leuvense studievrienden, de één gezant van de Duitse
keizer bij de sultan en de ander pas aangesteld als hoofd
van de nieuw aangelegde Hortus Botanicus in Leiden, het
later zo belangrijke Nederlandse exportproduct naar de nog
jonge Republiek brachten. Interessant is het om te lezen
wat de betekenis van de bollenteelt voor Heiloo is geweest;
iets wat veel nieuwe inwoners van Heiloo zich waarschijnlijk
nooit gerealiseerd hebben.
Het vierde en tevens laatste deel over de 150-jarige
geschiedenis van het spoor in Heiloo door W.J. Admiraal
is ook in deze Cronyck opgenomen. Daarmee is een
einde gekomen aan het gedetailleerde overzicht van de
spoorwegen in ons dorp. We zijn de heer Admiraal zeer
erkentelijk voor dit ongetwijfeld arbeidsintensieve werkstuk
waarmee hij een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de
beschrijving van de geschiedenis van ons dorp.
We sluiten deze Cronyck weer af met de vaste rubriek 'Zo
was 't, zo is 't' waarin deze keer Hans Wellink het licht laat
schijnen over de veranderingen die rondom het voormalige
gemeentehuis naast de Witte kerk hebben plaatsgevonden.
Tenslotte nog een mededeling: Ina Blekemolen-van den
Berg heeft te kennen gegeven dat zij na acht jaar uit de
redactie terugtreedt. Wij danken haar hartelijk voor al het
werk dat zij in die jaren voor ons heeft verricht. De laatste
vier jaar was zij als eindredacteur tevens verantwoordelijk
voor het eindresultaat. Wij zullen haar toewijding en
creativiteit node gaan missen.
Rest ons nog om al onze lezers een fijne zomer en veel
leesplezier toe te wensen.
Namens de redactie
Jan C. van der Giessen
2
Dick Slagter
Winkelcentrum 't Loo klinkt voor de meeste Heilooërs
vertrouwd. Minder bekend Is dat het ontstaan ervan met
de naam 'Het Brinkplan' begon. Aanvankelijk was dit een
bescheiden plan bij de Witte Kerk, maar gaandeweg reikte
'Het Brinkplan' veel verder. Bijna alle veranderingen binnen
het gebied van de Kerkelaan tot aan de Ter Coulsterlaan en
van de Holleweg tot aan de Kennemerstraatweg werden
er uiteindelijk bij betrokken. Men vindt tegenwoordig een
overdekt winkelcentrum meestal heel gewoon, het is in de
huidige samenleving bijna niet meer weg te denken. In dit
artikel worden de totstandkoming van dit winkelcentrum en
de onlosmakelijke ontwikkelingen van de nabije omgeving
beschreven.
Meer dan een halve eeuw geleden was de situatie hier
geheel anders.
De omgeving van de Witte Kerk was een gemoedelijke
dorpskern. Bij officiële gelegenheden was de ruimte voor
het Gemeentehuis het centrum voor de gemeenschap.
Voor het uitgaansleven was men aangewezen op De Oude
Herberg, De Rustende Jager en vanaf 1957 het Astatheater.
Het Dorpshuis maakte ook deel uit van deze dorpskern,
mede vanwege verenigingsactiviteiten die overigens ook
plaatsvonden in De Rustende Jager.
In dit centrum haalden veel inwoners hun boodschappen
bij de aanwezige winkeliers. Met het benadrukken van
dit centrum wordt aangegeven dat er voor veel Heilooërs
ook nog een ander centrum werd beleefd, namelijk het
De woningen die tegenover de Witte Kerk stonden
Stationscentrum. Hier trof men niet alleen het treinstation
aan, maar ook een behoorlijk winkelaanbod en cafés.
Tussen 1955 en 1976 vonden er grote veranderingen plaats
in het centrum rond de Witte Kerk. Het Stationscentrum
bleef voortbestaan en onderging rond de jaren 2007 een
volledige metamorfose. In 1975 kwam er een overdekt
winkelcentrum bij in Heiloo Zuidwest, dat wij nu kennen als
'Het Hoekstuk', en in 1962 kwam er in Plan Oost een klein
winkelcentrum, 'De Loet', dat ook weer verdween. In dit
artikel wordt alleen ingegaan op het winkelcentrum 't Loo.
Het ontstaan van Winkelcentrum 't Loo kan niet los worden
gezien van de nationale en internationale ontwikkelingen op
dit gebied. Tot het eind van de zeventiende eeuw haalden de
burgers hun boodschappen op markten en in markthallen.
Daar kocht men verse waar als groenten, fruit, vlees en vis.
Huisraad, gereedschap en kleding werden meestal direct
betrokken van de ambachtslieden. De verkoop vond vooral
plaats daar waar de producten werden gemaakt. Deze
ambachtslieden hadden vanouds de gewoonte om zich te
vestigen op de plekken waar dagelijks of geregeld een groot
aantal mensen samenkwam of passeerde, zoals de omgeving
van de kerk, het stadhuis of aan kruispunten van wegen. Zo
vormden zich historisch gegroeide concentraties van handel
en ambachten. Dit zag men ook in Heiloo rond de Witte Kerk,
De Willibrorduskerk en op de Kennemerstraatweg tussen de
Kerkelaan en de Ter Coulsterlaan. Producten die niet in Heiloo
verkrijgbaar waren, kocht men in de omliggende plaatsen.
Aan het eind van de negentiende eeuw verschenen
de eerste van glas voorziene puien en ontstond er een
scheiding tussen de werkplaats en het voorhuis. Welk bedrijf
in Heiloo hiervan de primeur had is (nog) niet bekend.
De industriële revolutie in de tweede helft van de negentiende
eeuw had verstrekkende gevolgen voor de ontwikkeling
van de detailhandel en de vestigingsplaats van winkels.
Door de technische en economische vooruitgang konden
gebruiksgoederen niet alleen in grotere aantallen worden
geproduceerd, maar ook in meer variaties. Ook de
afzetmogelijkheden voor de vervaardigde goederen namen toe
door de opkomst van nieuwe transportmiddelen. Tevens vond
er, zeker in West-Nederland, een flinke groei van de bevolking
plaats. Door de groei van het aanbod en van het aantal
3