VERSCHENEN
Stolpersteine in Heiloo
ms
Bronnen
Stolpersteine in Heiloo
MFl'3'J'lü
'i'm'
Perron Onze Lieve Vrouwe ter Nood in 1960 (foto: Ft. Ankersmit)
alleen de opgemetselde put en een kruis aanwezig. De
bedevaartgangers gingen dan ook vanaf het station eerst
naar de nabijgelegen Willibrorduskerk, waar zij de Mis of
een andere godsdienstoefening bijwoonden, en daarna
trokken zij in processie ter bedevaart naar Kapel. Voor
die tocht, die werd beschouwd als een officiële optocht,
moest vergunning worden gevraagd van de Burgemeester.
Deze werd wel steeds verleend mits tijdig aangevraagd en
mits geen godsdienstplechtigheden worden gehouden of
kerkelijke gezangen worden aangeheven. Vaandels mogen
alleen dan ontplooid worden als er geen Christus- of andere
kerkelijke beelden worden vertoond. In de eerste jaren is
er op verzoek van de Burgemeester ook extra politie bij
aanwezig uit vrees voor verstoring van de openbare orde.
Het oude station van Heiloo was op zovele
bedevaartgangers niet berekend; de twee perrons aan
beide kanten van de rails waren smal en kort. Als er een
extra bedevaarstrein aankwam, en alle passagiers natuurlijk
de trein uit moesten, was het perron regelmatig veel te
klein en deden zich gevaarlijke situaties voor. Bij speciale
gelegenheden werden met twee extra treinen wel meer
dan 500 bedevaartgangers ineens vervoerd. Dit was voor
het gemeentebestuur aanleiding om in 1907 bij de HIJSM
aan te dringen op de bouw van een geheel nieuw station
met minstens twee ruime wachtkamers die voldoende
zitplaatsen verschaffen aan het gewone reizende publiek van
de zich meer en meer uitbreidende en in bloei toenemende
gemeente. In 1909 werd de tijdelijke kleine kapel gebouwd,
en vanaf die tijd deed het bestuur van de bedevaartsplaats
moeite om een eigen halte te verkrijgen. Aanvankelijk
weigerde de HIJSM: in 1911 achtte zij het aantal extra
treinen nog niet voldoende om een halte te openen, maar
het bestuur van het bedevaartsoord mobiliseerde ook de
gemeenten Heiloo en Limmen en particulieren. In 1913
werd de grote kapel gebouwd en was een gang naar de
Willibrorduskerk dus niet meer nodig - ook uit financieel
oogpunt niet gewenst - en was een eigen halte dus nog
meer urgent. De spoorwegmaatschappij stemde toe en het
volgende jaar was de halte een feit.
Voor de aanleg behoefde geen gronden te worden
aangekocht. De halte bestaat uit twee smalle perrons aan
weerskanten van de rails op de plaats van de - meestal
droge - spoorsloot. De sloot ten westen van de spoorbaan
werd vergraven onder behoud van het bestaande profiel
en de sloot ten oosten van de baan werd gedempt waarbij
de aanwezige duiker moest worden verplaatst. Hiervoor
werd toestemming verkregen van de Vennewaterspolder.
De halte krijgt de naam "Runxputte", maar wordt korte
tijd later veranderd in "Onze Lieve Vrouwe ter Nood".
Er stoppen alleen de extra bedevaarttreinen voor de
georganiseerde bedevaarten. Maar nu er toch een halte
is, vraagt de gemeente Heiloo in 1922 aan de N.S. om in
de maanden Mei tot en met Augustus de gewone treinen
die rijden tussen 9 en 11 uur en tussen 15 en 17 uur op
de halte te laten stoppen. Dit zou voor de particuliere
bedevaartganger veel gemak opleveren en het bezoek aan
de bedevaartsplaats zeer doen toenemen.
Het zou ook voordelig zijn voor de omwonenden en het
dorp Limmen; dit verzoek wordt dan ook door de gemeente
Limmen ondersteund. Binnen drie weken meldt de N.S. aan
het verzoek niet te zullen voldoen.
Heiloo geeft nog niet op en wendt zich nu tot de Minister
28
van Waterstaat, doch ook bij deze tevergeefs.
Bij het minder worden van de georganiseerde bedevaarten
- en de opkomst van de auto en het vervoer per autobus
- zijn de bedevaarttreinen vervallen. Wel konden op
verzoek incidenteel een of meer treinen van de gewone
dienstregeling des morgens en des middags stoppen om
pelgrims te vervoeren. Hiervoor moest dan wel worden
betaald.
Bij de opheffing van de overweg Runxputteweg was er geen
bewaakte - en dus veilige - oversteek meer mogelijk van
het westelijke perron naar Kapel. Daarom is dit westelijke
perron opgeheven en verwijderd. Het oostelijke perron,
richting Heiloo, bleef. Het nadelige gevolg was echter wel
dat men, als men terug wilde in de richting Amsterdam of
Haarlem, eerst naar station Heiloo moest en daar moest
overstappen terug richting Amsterdam, een wat omslachtige
en tijdrovende route.
Op de Open Monumentendag op 13 September 2008 (het
thema was 'sporen') hebben er voor de deelnemers aan
de wandeltochten op deze dag nog des middags gratis
toegankelijke treinen gereden tussen deze halte en de
stations Heiloo en Alkmaar.
Bij de aanleg van de palen en poortjes op de stations
om met de OV-chipkaart in- en uit te checken, is dit niet
gebeurd bij deze halte (per ongeluk of met opzet?). Dit
heeft tot gevolg gehad dat de halte, na een eeuw bestaan
te hebben, bij het invoeren van de OV-kaart officieel buiten
gebruik is gesteld. Als alternatief rijdt er nu bij speciale
gelegenheden een bus vanaf station Castricum naar Kapel.
Archief Gemeente Heiloo, Alkmaar
Archief HIJSM en N.S., Utrecht
Archief NVBS, Amersfoort
Ing. C. Huurman. Het spoorwegbedrijf in oorlogstijd
De Alkmaarsche Courant
De Uitkijkpost
Van de redactie
Een nieuwe publicatie, uitgegeven door de Historische
Vereniging Heiloo, getiteld: 'Stolpersteine in Heiloo'.
Auteurs: Josta de Graaf-Gieltjes en Jaap de Graaf.
In deze nieuwe uitgave wordt een korte beschrijving
gegeven van het Stolpersteine-project in Heiloo. Ook leest
u over de verschillende families waarvoor Stolpersteine
geplaatst zijn. De adressen waar u de Stolpersteine kunt
vinden zijn op een kaartje aangegeven. Het boekje is
rijk geïllustreerd en in kleur gedrukt. Kosten: 5,00. De
opbrengst wordt gebruikt om het Stolpersteine-project te
bekostigen.
Josta de Graaf-Gieltjes
en Jaap de Graaf 2019
29