Rijwielbewaarplaats In 1948 komt de "rijwielbewaarplaats" gereed en het volgend jaar hebben de wijziging van het hoofdgebouw en het aanbrengen van een perronoverkapping wel de aandacht van de N.S. doch een financieel aanvaardbare oplossing ontbreekt. Wel stuurt de N.S. een plan voor een voetgangerstunnel, waarvan de kosten zeer globaal geraamd worden op 100.000,=. Deze tunnel strekt hoofdzakelijk tot verbetering van het voetgangersverkeer in de gemeente, zodat de gemeente de kosten grotendeels moet dragen. Vanwege deze kosten ziet de gemeente ervan af. Daarbij komt dat het wachten op het perron, juist in de winter, geen pretje is. Bij de bouw van de wachtkamer werd de verwarming verzorgd door een kolenkachel, die dus regelmatig moest worden bijgevuld; later kwam er een heteluchtkachel, die het lang niet altijd (goed) deed. Het feit dat deze verwarming eens staakte bij -10° C gaf aanleiding tot ingezonden stukken in de pers. Hierop meldde - eveneens door middel van een ingezonden stuk - een medewerker van de N.S. dat dit de schuld was van baldadige jongelui, die zeer regelmatig de kachel sloopten. Dit was geen incident, zowel het oude als het huidige station heeft zeer regelmatig te lijden gehad onder baldadigheid en vandalisme. Tussen het station en de woning van de stationschef stond de overdekte en bewaakte fietsenstalling. Deze was zeer moeilijk rendabel te exploiteren. Zij werd voornamelijk gebruikt door de forensen die 's morgens hun fiets stalden en des avonds weer ophaalden. Het was ook niet gemakkelijk hiervoor personeel te krijgen: Gevraagd gepensioneerde voor controle en lichte administratie voor de rijwielstalling station Heiloo. Geen volledige dagtaak, aldus in een advertentie. Daarom besloot de N.S. in Januari 1966 om de stalling in de avonduren te sluiten. De reiziger die na sluitingstijd kwam, kon zijn fiets niet meer terugkrijgen en moest naar huis lopen. Dit bracht heel wat commotie teweeg en ook de Nederlandse Vereniging van Forensen (die enkele jaren later werd opgeheven) protesteerde. Een tijdelijke oplossing werd gevonden: de bewaker van de stalling gaf 's avonds de sleutel aan een spoorwegbeambte op het station (dit was de gehele avond tot en met de laatste trein bemand) en deze moest dan, als de trein vertrokken was, de reiziger zijn fiets geven. Een ideale situatie was dit niet en uiteindelijk besloot de N.S. om de fietsenstalling weer open te stellen tot een kwartier na aankomst van de laatste trein. De situatie bij de spoorwegovergang gaf ook regelmatig Rechts op de foto de laad- en losplaats voor goederenwagons (1960) (foto: R. Ankersmit) Station met fietsenstalling aan de oostzijde (foto: Archief HV Heiloo) problemen. Toen de busdienst Alkmaar-Heiloo-Egmond ging rijden, lagen de bushalten voor de woning van de chef, aan de oostzijde van de overgang. Als de bus richting Alkmaar daar stopte, konden de auto's niet passeren en bleven dus achter de bus wachten, heel vaak op de overgang op de rails. Het personeel op het station kon dan de bomen niet sluiten als er een trein aankwam met alle gevolgen van dien. Aanvankelijk werkte de gemeente niet mee om de halte naar de westzijde te verplaatsen - daar lagen de uitrit van de laad- en losplaats van het spooremplacement en de uitrit van Taxibedrijf Overmars met zijn taxi's en ambulance die niet mochten worden geblokkeerd. Doch na enkele jaren is de halte uiteindelijk wel verplaatst. Op herhaald verzoek van de gemeente laat de N.S. in Juli 1958 weten geen aanleiding te zien om op zijn eerder ingenomen standpunt terug te komen en geen tunnel of loopbrug bij het station voor het voetgangersverkeer aan te leggen. In 1962 wordt door de gemeente een schetsplan gemaakt met een verlengde Zeeweg en spoorwegovergang waarbij de overweg van de Stationsweg geheel zou verdwijnen en daarvoor in de plaats een voetgangerstunneltje naar 24 het station zou komen. In latere plannen is er nog sprake geweest van een volledige doorgaande voetgangerstunnel, waarvan de N.S. de helft van de kosten zou betalen. In dit plan was ook al opgenomen het slopen van de dienstwoning van de chef om hier de verbinding te maken tussen de dan doodlopende Stationsweg en het oude veilingterrein. Omdat er in de gehele omgeving van het station geen parkeermogelijkheid was, zou dit terrein worden ingericht tot parkeerterrein, in het bijzonder voor de forensen. Twee jaar later wordt het parkeerterrein op het oude veilingterrein (thans het Stationsplein) aangelegd en ging de Gemeente ervan uit dat de toenmalige stationschef, K. de Boer, met pensioen zou gaan en de woning zou verlaten zodat die kon worden afgebroken. Dit ging niet door want de N.S. verhuurde de woning aan de nieuwe chef. Deze zou enkele jaren later met pensioen gaan en tot zolang moest de woning blijven bestaan. Dit betekende dat de automobilist die naar het station wilde, moest omlopen via de Heerenweg, hetgeen een ongewenste situatie was. Na wat geharrewar - de N.S. stelde extreme eisen - geeft deze (Juli 1967) toestemming om vanaf het parkeerterrein tussen de chefswoning en de N.S.-rijwielstalling een voetpad aan te leggen als directe verbinding van het parkeerterrein met het station. Inmiddels wordt ook het dienstbetoon verbeterd. Met ingang van de dienstregeling 1964/1965 komen op de lijn Amsterdam-Alkmaar nieuwe treinstellen in dienst waardoor de reistijd met enkele minuten wordt verkort en er nu op dit traject een complete halfuursdient is ontstaan. Regelmatig wordt gesproken over en worden er plannen gemaakt tot verbetering van station en omgeving. De N.S. is ook wel van mening dat de stationsaccommodatie is achtergebleven bij de daaraan nu te stellen eisen. Maar de verbouwing van het station kan niet eerder plaatsvinden dan wanneer de handbediende spoorbomen zijn vervangen door een AHOB (Amerikaanse Halve Overweg Bomen, zie Cronyck december 2018 blz. 20) of wanneer de overweg wordt verplaatst via AHOB of tunnel. De N.S. wil echter geen hoge kosten maken voor de verbetering als de gemeente op korte termijn een nieuwe overweg of tunnel wil in de verlengde Zeeweg. Zo wordt op elkaar gewacht en blijft een minder gewenste situatie voorlopig bestaan. Dan laat de gemeente de gehele verkeerssituatie van het dorp beoordelen door Bureau Goudappel. Dit komt in 1971 met een rapport, waarin onder meer wordt opgemerkt: een tunnel in de verlengde Zeeweg is nu al gerechtvaardigd, gelet op het huidige verkeer en de te verwachten toename; immers, de Zeeweg/Stationsweg is de belangrijkste doorgaande route in het dorp. De tunnel kost 4.000.000,=, een overweg de helft. Een jaar later adviseert een daartoe in het leven geroepen werkgroep om de tunnel aan te leggen die dan al 5.100.000,= kost. Op basis hiervan besluit de Gemeenteraad in 1973 tot reconstructie van de Stationsweg met de mogelijke aanleg van een tunnel bij het station. Twee jaar later wordt de knoop definitief doorgehakt: de gemeente ziet af van een tunnel in de Zeeweg, niet alleen vanwege de kosten, maar nu ook omdat een tunnel nog meer verkeer in het centrum zal aantrekken. Wel wordt de overweg van de Stationsweg geheel opgeheven en komt er een voetgangerstunneltje met trappen om het station te bereiken. Gemeente en N.S. zullen dit ieder voor de helft betalen. Een jaar later komt men tot de ontdekking, dat het perron ook bereikbaar moet zijn voor invaliden en kinderwagens en dat een tunneltje met trappen dus niet kan: er zouden opritten moeten komen van ongeveer 40 m lengte aan beide zijden van de Stationsweg. Hiervoor is geen plaats en bovendien kost dit te veel. Besloten wordt de huidige situatie te handhaven. Plaats van de gesloopte woning van de stationswachter. Eind 1977 beginnen de voorbereidingen voor het nieuwe station. De N.S. belooft eenzelfde station als dat van Krommenie-Assendelft naar ontwerp van architect Bouman. In Februari 1978 start de bouw door de Fa. Nelis. Alle oude gebouwen worden gesloopt en er komt op het perron een nieuw gebouw met een wachtkamer met 40 zitplaatsen, twee loketten en twee openbare toiletten. Ook krijgt Heiloo eindelijk de langverbeide perronoverkapping met een lengte van 86 m.; de oude fietsenstalling wordt eveneens gesloopt en hiervoor in de plaats komt een nieuwe stalling met vijf fietskluizen. De ingang blijft hetzelfde, zij het dat de oude spoorbomen, die nog handmatig bediend werden, worden vervangen door AHOBS, die door de trein in werking worden gesteld. Hierdoor worden de wachttijden aanmerkelijk verkort. Zowel aan de west- als aan de oostzijde komt een klein voorpleintje. 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2019 | | pagina 14