DTO VAN PRINS BERNHARD CURIEUZE GESCHIEDENIS Jan de Gruijter Hans Welling 5 ter De Groot uit Heiloo besloten de zaak in eigen hand te houden. Zwarte handel Rechercheurs van Gestolen Bij aankomst in de hoofdstad parkeerde Reinierse de Mercedes voor zijn woning aan de Lepelstraat. En hoewel Afb. 1: garage Oude Raadhuis, op de plek waar nu het hij het sleuteltje uit het contact had genomen, bleek de pand van restaurant Spijkers staat. auto enige uren later toch verdwenen te zijn. Aanvanke lijk werd de arme soldaat Reinierse verdacht van verduis- Binnenlandse Strijdkrachten (BS) tering, maar uit onderzoek bleek al snel dat hij niets met de zaak te maken had. De Amsterdamse recherche ging aan het werk maar het lukte niet de auto terug te vinden. De prins zou Dagblad) voor de POD hadden in opdracht van In november 1945 maakten twee rechercheurs van Politieke Opsporingsdienst (POD) uit Alkmaar een beurt. Zij wisten de gestolen blauwe Mercedes van prins Bernhard op te sporen. Hij stond in de garage van de firma Verver aan de Raadhuisweg Garage Oude Raadhuis) in Heiloo. De prachtige auto was enige tijd daarvoor in omdat Verver weinig mededeelzaam Amsterdam gestolen. Uit het verhoor van Verver bleek dat een zekere Van der Horst, chauffeur van de BS-Amstelgarage in Amsterdam, er meer van zou moeten weten. Verver zei Van der Horst zijn ‘troetelkind’ (Nieuw Noordhollandsch goed te kennen omdat deze herhaaldelijk en in gezel- altijd hebben moeten missen wanneer schap van de chef van de BS-garage bij hem was geweest, niet de POD in Alkmaar bij toeval achter de verblijf- Van der Horst werd aangehouden en naar Alkmaar plaats van de wagen was gekomen. overgebracht. Van der Horst ontkende iets met deze zaak te maken te hebben. Intussen was de auto voorlopig in beslag genomen en aan een nader onderzoek onderworpen. De auto droeg de wachtmeester Visser, die als marechaussee bij de POD in goede Alkmaar gedetacheerd was, een zekere Verver uit Heiloo verhoord. Deze werd verdacht van zwarte handel in auto’s. Hij zou onlangs weer een auto hebben aangekocht die nog in zijn garage in Heiloo (afb. 1) zou staan. Juist was over deze auto, werd de verdenking tegen hem alleen maar sterker. De POD-zaak werd hierdoor een ‘gewone’ politieaange- Dienstreis legenheid, maar omdat de marechaussee ook politiebe- Het verhaal met de goede afloop in Heiloo begint half voegdheden had, werd in overleg met opperwachtmees- oktober 1945 met een dienstreis van een luitenant van de staf van prins Bernhard. Hij had de auto van de prins mogen gebruiken voor een dringende opdracht in België. Toen de officier zijn zaken daar had geregeld, ontving hij een nieuwe opdracht waarvoor hij onmiddellijk naar Engeland moest vertrekken. De auto van de prins stalde hij in een garage in Brussel. Op 20 oktober reisden luitenant Peterse en soldaat Reinierse, eveneens behorend tot de staf van de prins, naar Brussel om de auto op te halen. Op de terugreis naar Nederland zorgde luitenant Peterse er eerst voor dat de auto de grens kon passeren waarna hij terugkeerde naar Brussel voor dienstzaken. Soldaat Reinierse zette vervolgens de tocht naar Amsterdam alleen voort.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2018 | | pagina 7