van rechtvaardigheid en erbarmen voor de positie van de
vrouw en het kind. In haar hoedanigheid als directrice
van het NBV protesteerde Jungius herhaaldelijk tegen
lonen die zo laag waren dat ze de betreffende vrouwen
geen economische onafhankelijkheid konden bieden.
Vanuit diezelfde betrokkenheid hield zij zich bovendien
bezig met kinder- en dierenbescherming, drankbestrij
ding en het Toynbee-werk.
In 1902 ondervroeg het Bureau 200 gehuwde vrouwen
waarvan ongeveer de helft tot de laagste welstandsklasse
behoorde. Jungius ageerde tegen nachtarbeid voor zowel
mannen als vrouwen. Een bijverdienste was namelijk
algemeen regel en zo waren er vele vrouwen tijdelijk o.a.
werkzaam als ouvreuse bij de opera tot 's nachts 2 uur,
soms tot 's morgens 5 uur. Van de 94 gehuwde vrouwen
verdienden er 24 bij als wasvrouw en 10 als naaister,
werkten er 42 als werkvrouw en 2 als kookster. Boven
dien hielden veel gezinnen 'commensalen' (kostgangers).
Marie Jungius overlijdt: 44 jaar oud
Langzamerhand begon haar gedrevenheid zijn tol te
eisen. In 1907 werd zij ernstig ziek en op 25 januari
1908 moest Marie als directrice van het NBV om
gezondheidsredenen aftreden om in de Alpen te gaan
herstellen van een tuberculose. Het bestuur van het
NBV benoemde haar tot erepresidente. Zij herstelde
echter niet en overleed op 22 december 1908 in Arnhem.
In 'Nieuw Vrouwenleven', een maandblad voor dames
in die tijd, verscheen een 'in memoriam'. Voor de schrijf
ster hiervan was Marie Jungius een van die mensen
waarnaar Socrates met zijn lantaarn zocht.
Afb. 7: Marie Heinen
op latere leeftijd
Afb. 8: Anna Polak
den na haar benoeming werd Anna Polak als directrice
aangesteld.
Het Marie Jungius Fonds
Om haar nagedachtenis te eren, richtten Suze Groshans
en M. Methorst in 1909 het Marie Jungius Fonds op dat
in stand gehouden door contributies en giften gelden
beschikbaar stelde aan zieke en overwerkte vrouwen om
weer op krachten te komen. Vanaf 1930 leidde het Fonds
een slapend bestaan. Bestuurslid Willemijn Posthumus-
van der Goot richtte, in naam van het Marie Jungius
Fonds, in 1951 een adviesbureau voor vrouwen op, t.w.
'Van Vrouw tot Vrouw'. Dit bureau gaf tegen betaling
adviezen aan vrouwen, verkocht cosmetische artikelen
en gaf 'Een Brief voor U' uit.
Eind 1965 werden de activiteiten gestaakt.
Bespiegelingen
Het hoogtepunt van de vrouwenarbeidsbeweging mani
festeerde zich aan het eind van de 19e eeuw. Vanaf die
tijd traden vrouwen in de humanitaire beweging steeds
minder op de voorgrond.
Hoe kwam dit?
Aanvankelijk gaf het 'onbegrensde medegevoel' van een
vrouw als Marie Jungius haar in de ogen van anderen het
recht de rol van 'gids' te spelen. Na 1900 echter, namen
mannen als Felix Ortt die rol over. Men veronderstelde
dat een man, in tegenstelling tot een vrouw, het vermo
gen bezat om gevoel en verstand in evenwicht te houden.
Jungius werd niet tot dit soort evenwicht in staat geacht.
Haar psychische ineenstorting aan het eind van haar
leven zou het bewijs zijn van haar zgn. excessieve gevoe
ligheid.
Een artikel in het tijdschrift de 'Hollandsche Revue'
meldde dat Jungius' belangstelling en talent voor de
exacte vakken haar geluk en de redding van haar zielen
leven waren geweest. De natuurkunde zou haar behoed
hebben voor een te grote overgave aan religiositeit en
voor ontaarding in 'afstotelijke sentimentaliteit, zieke
lijke weekheid en onpractische huilerigheid'. Eens, zo
meldde het artikel, had Jungius 'in een dergelijk geroe
zemoes van kinderlijke overgevoeligheid, vrouwelijke
impulsiviteit en onpractische boosheid' verkeerd. Het
tijdschrift zag in een van haar gedichtjes een spoor van
haar zgn. 'onevenwichtige verleden'.
In 1907 reageerde Marie Heinen op een advertentie
waarin een directrice van het NBV werd gevraagd. Zij
werd aangenomen als adjunct directrice. Enkele maan-
14 <eni