verantwoordelijkheid op zich voor de inrichting van de
afdeling Onderwijs, Handel en die van de grote indu
striezaal. Vooral de tentoongestelde grote machinerieën
van de toen moderne industrie maakten grote indruk.
Behalve leidinggeven aan het industriecongres hield
Marie ook twee lezingen: 'De Nederlandse Kinderbond
en de eenheid van alle humanitaire streven', en 'Vivisec
tie in Nederland'. Beide lezingen zijn in 1899 in druk
verschenen. Bovendien schreef zij een propagandarede
die talloze malen niet alleen door haarzelf maar ook door
anderen werd uitgesproken en in 1897 in druk verscheen.
Niet minder dan 5000 a 6000 vrouwen hebben aan de
tentoonstelling meegewerkt, maar het grote succes was
vooral te danken aan de activiteiten van Marie Jungius.
Met 90.000 bezoekers, onder wie de 18-jarige net dat
jaar koningin geworden Wilhelmina en haar moeder
Emma, kreeg de tentoonstelling een historische beteke
nis. De grote industriezaal was het pronkstuk. Hier
konden de bezoekers kijken naar 60 meisjes en vrouwen
die er hun dagelijkse werkzaamheden verrichtten. Als
leidraad fungeerde hierbij een vrouwenindustriekaart,
ontworpen door Marie. Hierop had zij industrieën
vermeld waarin vrouwen in Nederland werkzaam waren.
Zij kwam op een totaal van 197 industrieën o.a. op het
gebied van ansjoviszouterijen, aardewerk, aardappel
meel, zaadkwekerijen, zakkenplakkerijen, zuivering van
bedveren, zijdenetweverijen, zeeppoeder en zuivel.
Na de tentoonstelling liet zij zich ook van een literaire
en filosofische kant zien: in 1899 verscheen 'Verzen en
Sprookjes'(afb.9). Dat de inhoud van enkele gedichten
jaren later tegen haar gebruikt zouden worden, dat wist
zij toen niet.
Afb. 6: Regelingscommissie Nationale Tentoonstelling
Vrouwenarbeid 1898
Pomona
Marie Jungius was bovendien bestuurslid van de Vegeta
rische Bond, die ook toen al bestond. Op haar initiatief
werd op de tentoonstelling een restaurant geopend dat
het eerste vegetarische restaurant van Nederland zou
worden dat door de Bond tot stand was gebracht. Na de
tentoonstelling maakte het restaurant een doorstart en
groeide uit tot het in de vegetarische wereld vermaarde
hotel-restaurant 'Pomona'. In de eerste helft van de 20e
eeuw leidde dit tot de oprichting van een serie vegetari
sche restaurants, allemaal met de naam 'Pomona'4
1901: Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid (NBV)
De tentoonstelling leverde een batig saldo op van
f 25.000,—. Op voorstel van Marie Jungius werd met
behulp van dit bedrag in 1901 een Nationaal Bureau
voor Vrouwenarbeid opgericht. Zij nam de feitelijke
oprichting voor haar rekening en werd met algemene
stemmen benoemd tot eerste directrice. Het Bureau zou
tot 1940 blijven bestaan.
Door de grote toewijding van Marie, bijgestaan door
Suze Groshans, verrichtte dit Bureau vooral als studie-
en publicatiecentrum belangrijk werk. Zo verschenen er
tussen 1903 en 1908 in een reeks goedkope uitgaven
meer dan 10 brochures.
Niet alleen waren er enkele onmisbare uittreksels uit de
beroepstelling van 1899 in opgenomen, maar ook versla
gen van door het Bureau gehouden enquêtes, o.a. over
de 'Vrouw in de steenfabricage', over 'Uitbesteding van
weezen door burgerlijke en kerkelijke ambtenaren', over
'Vrouwenarbeid in den gemeentelijken telefoondienst in
Nederland', als ook over de vraag 'Wat doet Nederland
voor zijn arbeidsters-kraamvrouwen?' Voor de laatste
brochure werden niet minder dan 2500 medici en 4000
ziekenfondsen ondervraagd.
Hoezeer zij als predikantsdochter, zonder zich ooit aan
een politieke partij te hebben willen binden, sociaal
bewust en maatschappelijk betrokken was, bleek o.a. uit
haar brochure 'Over de onbegrensdheid van ons meege
voel' (Amsterdam 1900) en uit wijsgerige beschouwin
gen die zij in het Correspondentieblad van de Kinder
bond van 1899 tot 1901 in een lange reeks heeft
gepubliceerd.
Haar invloed op de vrouwenbeweging is van grote bete
kenis geweest. Van haar opvallende verschijning zij was
tenger van gestalte, met blond kort geknipt haar en
stralende blauwe ogen ging een zonnige bekoring uit
die ertoe bijdroeg dat zij met haar diepe stem zonder
moeite een grote aanhang verwierf bij de verkondiging
13