In deze stad zou zij uitgroeien tot een van de eerste
voorvechtsters van de vrouwenemancipatie in Neder
land.
Van Meisjesschool naar Kinderbond
In Den Haag kwam zij in aanraking met de kommer
volle omstandigheden waaronder de kinderen uit de
volksbuurten moesten opgroeien. Zij ontmoette er
de welgestelde sociaal voelende Caroline Constance
Albertine van der Hucht-Kerkhoven (afb.3) die in 1891,
samen met Marie en Suze Groshans, het initiatief nam
tot de oprichting van een Kinderbond. Deze Kinder
bond was één van de voorlopers van de huidige Kinder
bescherming en had tot doel 'reeds bij kinderen recht
vaardigheid en medegevoel jegens al wat leeft aan te
kweken en ruwheid en baldadigheid tegen te gaan'.
Daarvoor organiseerde de Bond bijeenkomsten van
clubjes van twaalf tot vijftien kinderen, die om de twee
weken bij elkaar kwamen in 'gezellige tuin- en huiska
mers'. Marie Jungius werd zeer actief in deze Bond.
Afb. 4: Het kinderklasje van de Kinderbond met in het
midden Marie Jungius
Maar het bleef hier niet bij. Behalve dat zij zich inzette
voor de Nederlandse Bond tot bestrijding van Vivisectie 2,
werd Marie in 1895 mede-oprichtster van de Haagse
Toynbee vereniging 'Ons Huis' 3 Het gevolg was dat
Marie in hetzelfde jaar afscheid nam van het onderwijs
om particulier secretaresse te worden van mevrouw Van
der Hucht.
Van deze werkgeefster kreeg Marie al spoedig verlof.
Andere belangrijke zaken vroegen haar aandacht.
Afb. 5: Afscheid van haar klas in 1895, links zittend
Marie Jungius
1898: Vereeniging Nationale Tentoonstelling van
Vrouwenarbeid
Ter gelegenheid van de kroning van Prinses Wilhelmina
zou een tentoonstelling worden ingericht over vrouwen
arbeid. Speciaal daarvoor werd een vereniging opgericht.
Men zocht het land af naar 'bekwame vrouwen', zoals
men dat toen formuleerde. In 1895 werd Marie aange
trokken om zitting te nemen in het voorlopige bestuur
en in 1896 trad zij toe tot het definitieve bestuur van de
'Vereeniging Nationale Tentoonstelling van Vrouwenar
beid'. Vrouwen van uiteenlopende religieuze en poli
tieke overtuiging, ook uit Indië en Suriname, vonden
elkaar in de voorbereiding en de uitvoering. De
tentoonstelling wilde enerzijds laten zien dat ook vrou
wen een rol konden spelen op de arbeidsmarkt en
anderzijds aandacht vragen voor de beperkingen voor
vrouwen op het gebied van opleiding en beroep. In de
voorbereiding hiervan kon Marie al haar talenten
ontplooien. Dankzij haar organisatietalent en werklust
werd zij de ziel van de tentoonstelling.
De meest uiteenlopende zaken hadden haar aandacht.
Zo tekende zij het ontwerp voor het alom geprezen
tentoonstellingsgebouw en maakte zij het plan voor de
verdeling van de zalen. Zij ontwierp een schema voor de
achttien congressen die tijdens de tentoonstelling zouden
plaatsvinden en nam, samen met Suze Groshans, de
12 eni