delijk verzoek die zaak thans nog eens rijpelijk te willen overwegen en onderzoeken, en te trachten te bewerken dat zidks alsnog geschiede. De Hoofdinspecteur van de HIJSM geeft ook nu weer een negatief bescheid: "Hoewel het steeds ons streven is zooveel mogelijk aan alle billijke verlangens te gemoet te komen mogen wij echter niet, voor enkele personen een grooter aantal ongerief aandoen. Dat het veelvuldig stoppen aan tusschen- stations vertraging in den loop der treinen veroorzaakt, zal ivel niet ontkend kunnen worden. Herhaaldelijk wordt daarover dan ook, en vooral op den Noord Hollandsche Staatsspoorweg geklaagd, zonder dat wij daarin verbetering kunnen brengen, omdat het opheffen van eenmaal bestaande stations groote moeijlijkheden zou opleverenAlleen als het nut tegen het ongerief opweegt kunnen er meer haltes komen. Daarbij wijst hij op de proef van tien jaar geleden en besluit met de opmerking dat de situatie niet zo veran derd is dat nu een beter resultaat kan worden verwacht. Misschien heeft hierbij meegespeeld dat op deze spoorlijn in 1877 een verlies is geleden van 10.482,12. Tweede proef: wel een halte, géén station Bij de Minister evenwel heeft Heiloo meer succes. Deze dwingt de HIJSM tot een tweede proef en met ingang van 15 Mei 1878 stoppen bijna alle treinen ook in Heiloo aan de Overigelaan. Deze proefperiode was nog geen maand begonnen of de Minister van Waterstaat, Handel en Nijver heid ontving van de Heilooër Burgemeester een klacht over de spoorwegen die een aardig tijdsbeeld schetst: "Ik heb gemeend Uwe Excellentie in het belang der openbare orde en veiligheid mededeling te moeten doen voor de onheusche en onbeleefde behandeling welke de conducteurs der alhier passe rende treinen van den spoorweg den reizigers aandoen. Reeds onderscheidene malen zijn te dien opzigte klagten bij mij inge komen en ben ik gewezen op het gevaar dat er in gelegen is dat de reizigers zóó gehaast en gejaagd worden, dat hun bijna geen tijd wordt gelaten om in te stappen. Gister avond dus Maan dag den 3 dezer maand bevond ik mij aan den laatsten trein, van Haarlem omstreeks te half tien alhier aankomende en begeleide ik eenige dames. Op mijne vraag aan den Hoofdcon ducteur om acht plaatsen, eerste klasse, kreeg ik ten antwoord "Wij hebben geen tijd" en dreigde hij mij, niettegenstaande er nog maar vijf personen ingestapt waren met op zijn fluitje te gaan blazen en alzoo het signaal tot vertrek te geven. Ik zeide hem "dat zulks niet behoorlijk was", en vroeg hem zijn naam, waarop hij mij opgaf No 14 te zijn. Toen de dames ingestapt waren, gooide hij het portier onbehoorlijk hard achter de laatste digt en riep naar de achterzijde van den trein "al klaar" ivaarop hij ten antwoord kreeg "nog niet", zoodat alstoen per slot de trein nog eenige ogenblikken moest blijven staan en het haasten en jagen bleek geheel onnoodig te zijn. Deigelijke ondervindingen doen zich dagelijks voor; er zijn dan ook reeds menschen geweest, welke zich bij het in en uitstappen bezeerd hebben, en het zal mij dus aangenaam zijn en ik acht mij daartoe ambtshalve ook verpligt, Uiue Excellentie beleefdelijk te verzoeken te dier zake een nauwkeurig onderzoek te doen instel len, en die bevelen te geven welke Uwe Excellentie het meest geraden zult oordeelen, ten einde dergelijke bejegeningen in het vervolg niet meer geschieden en er geene grootere ongelukken gebeuren mogen, het is ook wel opvallend dat bij eene vroegere proef alhier hetzelfde is ondervonden, zoodat ter dezer zake welhaast aan moedwil moet gedacht worden. In deze proefperiode van acht maanden reisden 4332 perso nen naar Heiloo en vertrokken er 4725 van Heiloo. Deze getallen hebben wellicht de doorslag gegeven, want het volgend jaar wordt Heiloo (de spoorwegen schrijven nog decennialang HEILO) officieel als halte - niet als station - aangewezen. Om te voorzien in de behoefte van een gebouw moet de bestaande woning door aan- en verbouw tot halte gebouw ingericht worden; ook moet een tweede spoor met twee wissels worden gelegd en een perron met bestrating. Het volgend jaar wordt het haltegebouw opgeleverd en in gebruik genomen; de wissels en afstandssignalen worden onderling verbonden en vanuit het stationsgebouw bediend, zodat Heiloo nu een officiële halte is - géén station: er is dan ook geen goederenvervoer mogelijk. En als de HIJSM wegens festiviteiten in Amsterdam bij gelegenheid van het huwelijk van Koning Willem III met Emma op Maandag 20 en Dinsdag 21 Januari 1879, en bij gelegenheid van het bezoek van de Koning en Koningin aan Amsterdam op Maandag 21 April en Dinsdag 22 April 1879 des avonds extra treinen laat rijden van Amsterdam naar Den Helder, stoppen deze NIET op de halten Heiloo, Zijdewind en Oudesluis. In deze en de volgende jaren kent zowel de Zomer- als de Winterdienst op het traject Uitgeest - Alkmaar 10 treinen. In 1879 vanuit Alkmaar naar Amsterdam om 7.30, 10.39, 14.29 en 19.59 uur en vanuit Alkmaar naar Haarlem om 15.25 uur. Ilollandsfche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. EXTRA-TREINEN, Op Maandag, SO Januari 1879, Op Dinsdag, 31 Januari 18-9, Afb. 7: 28 bij gelegenheid van het Huwelijk van I- H. M. M. den Koning en de Koningin. ran AMSTERDAM naar ZAANDAM. ALKMaAB en HELDER, des avonds le 10.50. stoppende ui il'.e tusscfcenaUtion» (behalve HEILO, ZIJ DE«TND en OUUESLUL»). AMSTERDAM „„r ZAANDAM, HELDER d„ «o»d, .e «i ■«•PP"-' ,11, HucbraMiou (WW™ HEILO, ZIJDEWIND OUDESLUIS). Rel our biljetten geldig. De

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2017 | | pagina 30