Afb. 4: Wachterswoning nummer 43 (er was genummerd
vanaf Den Helder) bij de overweg Kalksovenweg.
Eenzelfde wo?iingen hebbeti gestaan bij de overwegen van
de Kerkelaan (nr. 44), Stationsweg (nr. 45),
Zevenhuizerlaaji (nr. 46) en Kapel (nr. 47).
voor 677,84. Omdat ten behoeve van de aanlegwerk-
zaamheden ook gronden naast de aan te kopen gronden
tijdelijk nodig zijn, ontvangt de Gemeente nog extra
1.398,04; in dit bedrag zijn begrepen alle kosten en
schaden die zij heeft of nog zal lijden door verlies van
inkomsten of vermeerdering van onderhoudskosten ten
gevolge van het gebruik dat van deze percelen moet
worden gemaakt ten behoeve van werken voor de Staats
spoorweg Alkmaar-Amsterdam. Voorts was de Gemeen
te nog voor 1/3 eigenaresse van vier blokken tienden,
(een tiende is een oud zakelijk recht dat recht gaf op een
tiende gedeelte van de opbrengst van een gedeelte -een
blok- van het land waarop dit recht rustte) die op gron
den die voor het spoor nodig waren, rustten, en dit recht
bracht ook nog 225,40 op. Het besluit van de Gemeen
teraad werd door Gedeputeerde Staten goedgekeurd bij
besluit van 10 November 1865.
Het onderhoud voor de "opreden" van de overwegen (de
opritten) tot aan de afsluitingshekken zijn voor rekening
van de Gemeente. De Staat heeft ook toegezegd de
aanleg van de hiervoor al genoemde parallelwegen en
openbare overwegen op de Kraaienlaan, de Kerkelaan,
de Rechte Hondsbosschelaan, de Obriglaan (Stations
weg), de Ewislaan, de Zevenhuizerlaan, de Krommel-
laan, de Runxputteweg en de Kapellaan te verwezenlij
ken. Daarnaast zijn er nog particuliere overwegen in het
bos en een particuliere overweg tegenover de R.K. kerk.
De opritten worden gemaakt met een helling van 20:1;
de parallelwegen en overwegen met opritten, afsluitings
hekken enz. worden geheel door en op kosten van de
Staat gemaakt; de bediening en het onderhoud der
afsluitingshekken met al wat zich daartussen bevindt,
verblijft aan de Staat en het onderhoud van de wegen en
opritten buiten de afsluitingshekken voor de Gemeente.
Twee jaar later worden de overwegen Rechte Hondsbos
schelaan, Schuine Hondsbosschelaan, Ewislaan, Krom-
melaan en Runxputteweg door middel van sluitbomen
beveiligd. Het hierbij geplaatste waarschuwingssein
bestaat uit een helder klinkende bel met afzonderlijke
trekdraad die door de wachter die met de bediening
belast is één minuut voor het neerlaten van de valbomen
driemaal moet worden geluid. De HIJSM is ontheven
van de verplichting om deze overwegen te verlichten en
doet dat dan ook niet.
Spoorbaan met wachthuizen
De spoorbaan zelf, inclusief de bruggen, duikers en
dergelijke, wordt aangelegd voor dubbel spoor doch
voorshands wordt enkel spoor aangebracht, het ooste
lijke spoor, met spoorstaven van de vorm Vignola met
las- en koppelplaten bevestigd op enkele dwarsliggers.
Eerst met ingang van 15 Maart 1899 is het traject
Uitgeest - Alkmaar dubbelsporig. Bij de Kalkovensweg
(de spoorwegovergang ligt in de Gemeente Alkmaar, het
wachthuis in de Gemeente Heiloo), Kerkelaan, Obri
glaan, Zevenhuizerlaan en Runxputteweg wordt voor de
overwegwachter een wachthuis gebouwd, pal langs het
spoor. Deze wachthuizen waren eenvoudig uitgevoerd.
Pas omstreeks 1920 worden zij verbouwd voor meer
comfort: zij krijgen een hoge kap ten behoeve van twee
slaapkamers. Aan beide zijden van de baan werd een
spoorsloot gegraven, uitgezonderd enkele gedeelten
waar de bestaande weg onmiddellijk langs de spoorbaan
lag. Deze spoorsloot is ook geheel eigendom van de
spoorweg. Tegelijk met de aanleg werd ook ten behoeve
van de communicatie voor de dienst langs de spoorlijn
een telegraaflijn aangelegd, bestaande uit telegraafpalen,
die worden bespannen met twee doorgaande draden van
Haarlem naar Den Helder en één doorgaande draad van
Haarlem tot Alkmaar. Al spoedig komen er meer draden,
ook voor de Rijkstelegraaf. Gedurende de werkzaamhe
den werd zoveel mogelijk zorg gedragen "voor het
behoud van de passage over de wegen door hulpwegen
en voor de onbelemmerde afvoer der waterlopen door
gepaste middelen".
De werkzaamheden aan de spoorweg gaf met name aan
de dorpsjeugd vertier, en niet steeds in de goede zin des
woords. Baldadigheid is van alle tijden. Hierover werd
24 eek