J si
Afb. 3: Uitsnede van de kaart (uit 1865) waarop aangege
ven de aan te kopen c.q. te onteigenen percelen met hun
eigenareii ten behoeve van de aanleg van de spoorbaan (Lijn
K, Secie I, blad nr. 3).
Onteigening van gronden
Nadat de commissie in alle betreffende gemeenten
zitting heeft gehouden (Alkmaar, Heiloo, Limmen,
Castricum, Heemskerk, Uitgeest, Assendelft,
Wormerveer, Zaandijk, Koog aan de Zaan en Zaandam)
wordt bij Koninklijk Besluit van 21 November 1864,
nummer 50, besloten tot onteigening van de voor de
spoorweg benodigde percelen grond, waarna de aankoop
dan wel onteigening plaatsvindt. Ook dit besluit wordt
in de Haarlemsche Courant en de Alkmaarsche Courant
van 5 Februari 1868 gepubliceerd. Het gaat om 151
percelen of perceelsgedeelten. Onder de eigenaren
bevinden zich toenmalige grootgrondbezitters in Heiloo
met bekende namen zoals Lourens Berger, Petrus J. de
Sonnaville, Jhr. Mr. Cornelis van Foreest en de familie
Fontein Verschuir. Voor de hierop volgende onderhan
delingen over de aankoop van de benodigde gronden
met de betreffende eigenaren worden door de Staat als
haar gemachtigden aangewezen de heren Frederik Roem,
fabrikant wonende te Alkmaar, en Gerrit Groot, land
bouwer te Schermer.
Er wordt met de Gemeente overleg gepleegd over de
voorwaarden waarop deze de benodigde gronden wil
afstaan. Dit leidt tot het besluit van de Gemeenteraad
van 9 November 1865, waarbij wordt besloten de beno
digde gronden aan de Staat te verkopen, te weten 9
perceelsgedeelten ter grootte van in totaal 83.84 aren
So® 23
J14