!Ft%D
L_
[H
a
1
1865 worden begonnen). De Commissie voor de Staats
spoorwegen adviseerde op 8 September 1862 de lijn naar
Haarlem aan te leggen om daarmee een overbrugging
van het IJ te voorkomen. Een half jaar later herziet de
Commissie haar mening echter omdat zij groter econo
misch voordeel verwacht van een lij n door de Zaanstreek,
al acht zij de technische moeilijkheden daar groter.
Daarom ook werd met de aanleg van de spoorlijn begon
nen vanuit Den Helder; op 20 December 1965 werd het
gedeelte Den Helder - Alkmaar feestelijk in gebruik
genomen.
Station in Heiloo: een moeizaam proces
In verhouding tot vele andere dorpen in Noord-Holland
was Heiloo in die tijd goed bereikbaar via de weg;
immers, het dorp lag aan de Straatweg van Haarlem naar
Alkmaar die in 1819 en 1820 was aangelegd. Deze weg
was bestraat en dus het gehele jaar goed berijdbaar - het
was overigens wel de enige bestrate weg in het dorp.
Nochtans vonden Burgemeester en Wethouders het
belangrijk dat er in Heiloo een spoorwegstation zou
komen. Toen er dan ook in Juni 1863 een brief kwam
van de Commissaris des Konings met de mededeling dat
eerlang zal worden begonnen met de uitzetting van de
spoorbaan Amsterdam-Alkmaar en met het verzoek aan
de Gemeente hierbij alle mogelijke medewerking te
verlenen, was dit voor hen aanleiding om bij brief van
10 Augustus 1863 een request aan de Minister te zenden
waarin werd gepleit voor een station te Heiloo, en wel in
de volgende bewoordingen. "Aan Zijne Excellentie, den
Heere Minister van Binnenlandsche Zaken. Geeft met
verschuldigde?i eerbied te kennen: Het Gemeentebestuur
van Heilo, provincie Noord Holland. Dat de uitbakening
van den geprojecteerden Staatsspoorweg van Alkmaar naar
Castricum en verder naar Amsterdam heeft plaats gehad, en
dat die weg in de onmiddellijke nabijheid van deze
gemeente, welke op een klein uur gaans van de stad Alkmaar
is verwijderd, zalloopen. Dat deze gemeente, om derzelver
schoone ligging en wandelingen, te regt een uitgezocht
plekje van Noord Holland mag genoemd worden, en vooral
gedurende den zomer veel bezoeken van de inwoners van
Alkmaar en van die van ten noorden en ten zuiden van deze
gemeente gelegen dorpen en steden erlangt, en ook niet
zelden van vreemdelingen, welke dan te gelijker tijd de in
deze gemeente aanwezige Willebrordusput komen bezigti-
gen. Dat alle die bezoeke?i vermoedelijk nog aanmerkelijk
zouden vermeerderen, wanneer Uwe Excellentie mogt
kunnen goedvinden een halte op den spoorweg in deze
gemeente te plaatsen, en dat dit voorzeker evenzeer in het
belang der spoorweg zelf als van deze gemeente zoude zijn.
Redesien, waarom het Gemeentebestuur voornoemd de
vrijheid neemt het vorenstaande onder de aandacht van
Uwe Excellentie te brengen, en zich tot Uwe Excellentie te
wenden, met beleefd verzoek, dat het Uwe Excellentie moge
behagen, om bovengemelde redenen, in deze gemeente, een
halte op den spoorweg te doen plaatsen, 't Welk doende
enz.Een antwoord kwam niet; wel nam de Minister op
7 September 1863 onder nummer 327 het besluit dat er
in Heiloo een terrein zou worden gereserveerd voor een
eventuele toekomstige halte.
Inmiddels gingen de werkzaamheden ter voorbereiding
verder. Bij brief van 16 Februari 1864 werden toegezon
den het grondplan en andere bescheiden met betrekking
tot de aanleg van de "Noordhollandsche Spoorweg van
Alkmaar tot den Indijk te Zaandam" voor zover het
Heiloo betrof op grond van de Wet van 28 Augustus
1851 (de toen vrij nieuwe Onteigeningswet) met een
lijst van eigenaren. Hieruit bleek dat er geen station of
halte in Heiloo zou komen. En omdat er ook nog
mum
Afb. 2: Voor- en zijaanzicht van het Staats-Spoorwegen-
station van de 5e klasse, de meest eenvoudige vorm. Indien
Heiloo onmiddellijk bij de aanleg een halte of station zou
hebben gekregen, zou het zeer waarschijnlijk zo 'n station
zijn geweest.
21
M. Jj{a
f
i