t
ALLEN, HAGEN EN HOUTSINGELS IN HeILOO
Anita van Breugel1
Eind 19e eeuw stond Heiloo vol met houtwallen, hagen en
houtsingels, waartussen vogels, vlinders, egels en andere
diersoorten een aangenaam onderkomen hadden. Sinds de
opkomst van het prikkeldraad, dat in de 19e eeuw in
Amerika werd ontwikkeld, is daar langzaam verandering
in gekomen en ging het bergafwaarts met deze karakteris
tieke landschapselementen. Wonder boven wonder blijkt er
in Heiloo toch nog wel een aantal aan de bulldozer te zijn
ontkomen. Gelukkig gaan steeds meer mensen de waarde
ervan in zien; ze dragen bij aan een bijzonder karakter van
(nieuwe) woonwijken en hebben daarnaast een grote ecolo
gische waarde. Hopelijk kunnen we
het restant dat er nu nog is, veilig
stellen voor de toekomst.
Hoe zijn de houtwallen ontstaan en
welke functie hadden zei
een redelijke stabiele waterhuishouding in het gebied
ontstaan. Daardoor werd het aantrekkelijker voor de
mens om zich in deze regio te vestigen en een leefbare
situatie te creëren.
Hoe ging men te werk?
In Heiloo (en uiteraard ook op de andere strandwallen
in de regio) werden vanaf het hoogste punt van de
strandwal, 'wat nu de Hoogeweg is', (afb. 2) in oost-west
richting greppels gegraven naar de lager gelegen strand
vlakten.
De strandwal waarop Heiloo is
gelegen is circa 4000 jaar oud. De
strandwal was de middelste van
drie naast elkaar gelegen zand-
ruggen. Daartussen waren lager
gelegen gronden, 'de zogenaamde
strandvlakten', die aanvankelijk in
verbinding stonden met open zee.
Deze wateren waren belangrijk
voor de toen vaak nog nomadische
volkeren, die er visten en het water
gebruikten voor het vervoer van
producten, (afb.l)
Rond het jaar 1100 ging de mens
voor het eerst in het landschap
ingrijpen. Op initiatief van de
Abdij van Egmond werden dijkjes
aangelegd tussen de drie parallel
lopende strandwallen. Zo hielden
de Zanddijk en de Limmerdijk in
het zuiden en de Rekerdijk in het
noorden het water tegen en kon er
fk-rgcn
Alkiii.i.it
Hergentirer
Egnwndttmifj
Heiloo
't Zand
ILikkuiii
ui
UIII
fhbu
/.nnddiik
Afb. 1 Schematische weergave van de
strandwallen in verbinding met open zee.
De Zanddijk is hier aangegeven in zwart.
Water dat door middel van hevige
neerslag op de strandwallen terecht
kwam, kon op die manier zo snel
mogelijk worden afgevoerd. De grond
die vrijkwam bij het graven van de
greppels werd ernaast neergelegd en
beplant. Zo ontstond de combinatie
van houtwal en greppel. Soms, in
heel natte gebieden, waren zelfs twee
greppels nodig. Door beplanting
te plaatsen op de houtwal werd die
perceelscheiding nog duidelijker;
daarbij bleef het vee binnen het
perceel en bleven roofdieren erbuiten.
De houtwallen waren daarnaast ook
ideaal voor het zogenaamde 'gerief-
hout', hout dat men gebruikte voor
bijvoorbeeld stoken, bezemstelen,
hekjes of gereedschap. Juist dit kappen
en snoeien is altijd van belang geweest
voor het blijven bestaan van de hout
wallen. Hierdoor werd de plant er
steeds weer toe aangezet opnieuw uit
te lopen vanaf de onderkant, waardoor
er een mooie, stevige wortelbasis kon
ontstaan die volgens biologen honder
den jaren oud kan worden. Of alle nog
17