JULIAANTJES WEER
HOOGEWEG
NIEUW LEVEN
Henk-Jan den Ouden 1
Afb. 1: Alle Juliaantjes in 1936 bijeen bij het dan driejaar oude klooster in Heiloo In het midden Pater Jorna
Elke Heilooënaar kent het bedevaartsoord Onze Lieve
Vrouw ter Nood in de buurtschap Kapel tussen Heiloo en
Limmen. Pal ten zuiden erva?i, aan de Hoogeweg, staat nóg
een prachtig, religieus gebouw. Het is het oude 'moederhuis
van de Juliaantjes. Het forse gebouw werd voor de katho
lieke zusters een paar jaar geleden te groot. Ze vertrokken,
maar de nieuwe eigenaar, het bisdom, heeft er plannen mee.
De Juliaantjes bestaan inmiddels honderd jaar. De
zusters boden vanaf de Eerste Wereldoorlog huishoude
lijke hulp, kraamzorg en verpleging aan arme gezinnen.
Ter gelegenheid daarvan is een boek over de geschiedenis
van de Juliaantjes geschreven dat eind vorig jaar in
het 'moederhuis' aan de Hoogeweg in Heiloo werd
gepresenteerd. Daarin staat ook hoe ze in de jaren dertig
in Heiloo zijn terechtgekomen, (afb. 1)
In het begin van de vorige eeuw leefden veel gezinnen in
Nederland in armoede. De vader probeerde de kost te
verdienen, de moeder deed het huishouden en verzorgde
vaak talrijke kinderen. De ellende begon pas echt als
moeder ziek werd. En zo begon in 1915 de Sint Juliana-
vereniging: een kleine groep katholieke vrouwen in
Den Haag ging aan het werk, volgens een van de zusters
van het eerste uur, Maria Berntsen ofwel zuster Agatha,
omdat arme gezinnen om hulp vroegen.
Zuster Agatha (1890-1989) was 44 jaar lang algemeen
overste: van 1922 tot 1966. Net als jezuïetenpater Johan
nes Jorna wilde ze iets doen aan de malaise in arme
katholieke gezinnen als de moeder uitgeschakeld was
door ziekte, zoals tbc, of een psychische aandoening had.
De zusters namen ook het huishoudelijk werk over in de
kraamtijd. Ze waren traditioneel als zusters gekleed,
maar met een open kap en gewoon met hoofdhaar,
omdat ze dan gemakkelijker werden toegelaten in de
gezinnen.
10