Het Meertens Instituut
In de Oudheidkamer Heiloo is als onderdeel van de per-
manente expositie "4000 jaar Heiloo" een fragment (7
minuten) te beluisteren van een 50 minuten durende
geluidsopname uit 1967 waarin een ouder echtpaar
Heilooers (geboren voor 1900)2 gei'nterviewd wordt
door de bekende dialectdeskundige van het Meertens
Instituut, Jo Daan (1910-2006). Het Meertens Insti
tuut bestudeert de Nederlandse taal en zijn varieteiten.
In het op een band opgenomen gesprek komt als eer-
ste onderwerp het traditionele 'bekemen aan de orde.
Rond 1900 werden in Heiloo eind februari (St. Mat-
thijs) vreugdevuren gemaakt van (vooral door de jeugd)
verzamelde takkenbossen, "bekemen" genaamd. "We
sochte 'n hoop bai mekaar.Het ging vooral om "skik
make, n'tuurlijk skik maken". "D'r wier nag van ouwers
toesicht g'houwen". Op andere dagen "sochten wai stook
voor moeder, voor de kachel, toen wiste we niet wat hole
ware".
Een volgend onderwerp van gesprek was de huwelijks-
sluiting. Voor het huwelijk was het "snollen met mekaar"
niet toegestaan. Het waren financieel gezien moeilijke
tijden. "We ware hil'maal rut, want we hadde op't lest toe
nog vaif'ndertig cente, hadden we, dat we trouwde".
In het -interessante- interview komen ook nog de tradi
tionele vrouwenmutsjes en het geneeskrachtige water
uit de Willibrordusput bij de Witte Kerk aan de orde.3
Woordgebruik als 'allegaar'tn 'temet', elders in het inter
view, doen denken aan bei'nvloeding van het Westfries.
Een vergelijking van de woordenschat, de uitspraak en
de grammatica van het als 'Kennemers' beschreven dia
lect met het Standaardnederlands en het Westfries kan
ons meer leren.
De geschiedenis van dialecten en het Nederlands
De taal die zich in de "Lage Landen" heeft ontwikkeld is
gevormd uit een tak van de West-Germaanse taalgroep.
(zie afb. 2) Tot deze taalgroep behoren behalve het
Nederlands onder andere het Engels en het Duits. De
hypothese is dat uit een 'oertaal', het West-Germaans',
gesproken door de Germaanse stammen in West-Euro-
pa, zich in toenemende mate verschillende talen hebben
ontwikkeld. Tot het begin van de middeleeuwen (500
n. Chr.) was er weinig onderscheid tussen het Duits en
de taal van de Lage Landen. Nadien traden er onder an
dere 'klankverschuivingen' op (vergelijk: water -Wasser;
paard - Pferd; vader Vater, ik - ich). Voor buitenlan-
ders is de uitspraak van 'sche-' (Scheveningen), 'ij' (mijl)
en 'ui' (buik) kenmerkend en op z'n minst erg moeilijk
te leren. Het is onmogelijk na te gaan hoe het taalge-
bruik in de verschillende gebieden binnen onze huidige
landsgrenzen voor de Middeleeuwen is geweest. Tot de
tijd voor het midden van de middeleeuwen (voor 1000
n. Chr.) zijn er namelijk geen geschriften, en uiteraard
geen gesproken woorden, bekend. De Romeinse bezet-
ters hebben wel beschrijvingen gemaakt van de gebie
den en bewoners van onder andere 'boven de rivieren'
("moerassen" en "barbaren"), maar er zijn geen beschrij
vingen van de gesproken taal bekend. Hoe Willibrord
zich in het begin van de 8e eeuw verstaanbaar heeft ge
maakt is dan ook een raadsel.
Afb. 2
Toen in de loop van de 12e eeuw en later teksten in het
'Diets' (volkstaal) opdoken in onze streken, maar dan
vooral in Vlaanderen en Brabant (zuidelijke Nederlan-
den), en niet alleen maar in het Latijn en Frans4 viel
op dat het taalgebruik gewestelijk gekleurd was. Er was
toen allerminst sprake van een vorm van Standaardne
derlands dat in het gehele Nederlandse taalgebied werd
geschreven en, naar men mag aannemen, gesproken. De
oudste vormen van het Nederlands waren de verschil
lende dialecten. Dialecten waren het kenmerk van be
woners van een bepaalde streek en later ook van steden.
Het 'eigen' dialect was een verbindende factor vooral
binnen de lagere klasse, met name het agrarische deel
van de bevolking. De dialectdeskundige, Jo Daan van
het Meertensinstituut, onderscheidde 24 dialecten. (zie
afb.3)
Het dialect dat in Heiloo en omgeving werd gesitueerd
is het 'Kennemerlands' (7). De omringende dialecten
zijn het Zaans (6) en het Westfries (8). Uitgangspunt
in dit artikel is dat (ook) in Heiloo een dialect werd ge
sproken. Dat moet dan een vorm van het 'Kennemer
lands' of 'Kennemers' geweest zijn. Daarbij moet wel
17
INDO-EUROPEES (VOORHEEN: INDO-GERMAANS)
Oost-Gcrmaans
Gotisch
Noord-Germaans
Zweeds, Noors,
Deens
West-Germaans
Ingweoonse talen
Fries
Engels
Continentaal-Germaans
Nederlands
Duits