noch het volkskarakter, noch het huis van den boer. Heilo blijft een vriendelijk dorp door een aantal land- huizen met hun plantsoenen van heesters en bloemper- ken en opgaand hout in allerlei vorm en schakering. Een regt landelijk dorp is het met zijn boeren hoeven en arbeiderswoningen langs den slingerenden straatweg onder het rijke lommer verscholen. Een merkwaardig plekje blijft het overoude Heylichloe, het heilige bosch. Ziehier de kerk, op een heuvel gelegen, als vanouds in de schaduw van het hout, de kerk die reeds van eeuwen heugenis draagt, al is het zeker niet meer de Willebrordus kapel. Latere herstellingen bedierven den ouden vorm. De "Portland"3 bedekte de steenen en beroofde 't eerwaardig gebouw van de stempel, dien honderdtallen van jaren er hadden achtergelaten. Maar de toren in Romaanschen stijl van duifsteen opge- trokken heeft het oude karakter nog bewaard en staat daar als een getuige uit lang verloopen tijd. Voor den toren ligt het putje. Wij gaan het een bezoek brengen, maar verzuim niet als gij langs de kerk gaat, even een blik te slaan in de "lange, lange laan" van beuken, onder wier statige gewelven uw oog de lengte van een half uur gaan overziet. Het beroemde putje valt u vermoedelijk niet mede. Er is ook niet veel aan te zien. 't Is een put gelijk gij op boeren- erven zoo dikwijls hebt gezien; alleen, deze is niet rond maar onregelmatig, zevenhoekig van vorm, met groote roode tegels bemetseld, en de rand is van zandsteen. De put van Heilo was van ouds een druk bezochte bede- vaartsplaats, en aan het water wordt de kracht toege- schreven om longziekte van het vee te genezen. Maar veel meer in eere was in de vorige eeuw vooral een ander putje, de Runksputte, ongeveer een half uur zuidwaarts, waar weleer de kapel van O.L.V. ter Nood plagt te staan. Daar ontstond in 1713 op eens een put en deze plaats verkreeg een verbazenden toeloop van volk, zoodat zelfs reiskaarten werden uitgegeven ter aanwijzing hoe men het best den togt derwaarts kon doen. Wij gaan andere toonelen opzoeken en wij verlaten het vriendelijk Heilo".

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2016 | | pagina 16