JACOBUS CRAANDIJK 1834-1912
IN DE VOETSPOREN VAN EEN WANDELPIONIER
Jan de Gruijter en Ina Blekemolen-van den Berg
Van Alkmaar naar Heiloo in 1875
Tussen 1874 en 1888 maakte Jacobus Craandijk 75
wandeltochten door Nederland. Van alle wandelingen
heeft hij verslag gedaan in een boekenreeks, bestaande
uit acht delen van elk ruim 400 bladzijden die versche-
nen onder de titel "Wandelingen door Nederland met
pen en potlood".
Jacobus Craandijk (1834-1912) was behalve leraar
Nederlands, schrijver en tekenaar een doopsgezinde
wandelende predikant. De verslagen van zijn tochten
leveren een schat aan informatie over het tijdsbeeld van
Nederland in de tweede helft van de 19e eeuw en zijn
Afb. 1 Dominee Jacobus Craandijk (bron: Bibliotheekcol-
lectie-Doopsgezinde-Gemeente-Haarlem).
geschiedenis. Met het te boek stellen van zijn wandelin
gen heeft hij een monument willen oprichten van het
verdwijnend Nederland, van de landelijke dorpen waar-
van het karakter onvermijdelijk zou veranderen.
In deel I, verschenen in 1875, vertelt hij over zijn wande-
ling van Alkmaar naar Heiloo. Hieronder volgt een
ingekorte versie daarvan.
"Zoo treden ons reeds terstond de schitterendste gestal-
ten uit het schitterendste tijdperk onzer geschiedenis
tegemoet, terwijl wij langs den Hout den straatweg naar
Heilo gaan opzoeken. De Hout zelven laten wij ter zijde
liggen. Ter linkerzijde hebben wij een gansch ander
uitzicht. Daar breiden onafzienbare weilanden zich uit,
groene vlakten, die zich aan den gezigteinder verliezen.
Weldra verliezen wij het weiland, want wij naderen de
plantsoenen en bosschen van het landgoed Nijenburg.
De weg voert ons temidden der eigendommen van Jhr.
Mr. C. van Foreest. Zijn bosschen staan voor de wande-
laar open. Wie niet zoals wij, den straatweg houden wil,
vindt er paden en wegen in overvloed. Voetgangers
volgen doorgaans den beukenlaan1 die een half uur lang
nevens den straatweg loopt.
Maar om andere redenen dan om zijn houtgewas en zijn
plantenschat heeft dit bosch voor ons iets eigenaardigs.
Stond dit bosch onzen Hildebrand niet voor den geest,
toen hij in zijn" 's Winters buiten" die reeks van meester-
lijke tafereeltjes schilderde en daaronder dat kostelijke
kabinetstukje dat "Een Houtveiling" heet?2 Bij Heilo
wandelt Hildebrand rond. Hij houdt er u gezelschap.
Allen eerbied voor den luister, die het eeuwenoude
geslacht der Foreesten omstraalt, alle hulde aan de leden
der familie, die vroeger of later het vaderland met hoofd
en hart hebben gediend, maar heerlijker schittert nog de
glans van geest en genie, die den Nijenburg tot een der
klassieke plekjes van ons vaderland verheft.
Hier en daar hebt gij boeren huizen langs den weg gezien;
zij trekken u niet aan door hun schilderachtigheid.
Doorgaans zijn zij tamelijk stijf en van veel poezie spreekt
13