gemeente voor kerkbouw gereserveerd. In I960 kocht
men voor f 3000,- een houten bouwkeet met twee
vertrekken die alvast op die plek werd neergezet en de
indrukwekkende naam Bastion kreeg. Hierin werd
catechisatie gegeven en kwamen de jeugdclubs bijeen.
Toen het Bastion moest wijken voor de bouw van de
nieuwe kerk vonden de jeugdclubs zolang onderdak in
het Veilinggebouw op het voormalige Stationsplein. Op
woensdag 1 juli 1964 kon de nieuwe gereformeerde kerk
in gebruik worden genomen.
De Rijswijkse architect Ir. W.H. Verschoor omschreef de
kerk als volgt. "Op de voorgrond staat de toren, het verti-
cale element, op het tweede plan komt een in de breedte
uitgestrekt bouwlichaam, waarin de ingang en alle neven-
ruimtes zijn ondergebracht en daarachter rijst op het derde
plan de kerkzaal omhoog". Tot een officiele naamgeving
is het nooit gekomen. Het bleef 'de kerk aan de Noor-
dergeeststraat', ofwel de Noordergeestkerk'.
In het jaar van de ingebruikname moest de Witte Kerk
worden gesloten vanwege een restauratie die anderhalf
jaar zou duren. De Hervormde gemeente kon toen in
de Noordergeestkerk terecht.
In 1966 is een akte van overeenkomst opgemaakt tussen
de kerkenraad van de Nederlands Hervormde Gemeente
(Witte Kerk) en die van de Hervormde Evangelisatie
(Kruiskerk) die het samengaan van beide richtingen
regelde en waarbij de bestaande scheiding werd opgehe-
ven. Sindsdien trokken zij gezamenlijk op.
A1 in September 1954 was de Haarlemse dominee Boei-
jinga, sinds 1953 met emeritaat, aangetreden als predi-
kant van de Gereformeerde gemeente in Heiloo. Door
zijn voor die tijd verrassend moderne inzichten heeft hij
veel bijgedragen aan het ontstaan van een zelfstandige
gemeente en is hij bij de ontwikkeling daarvan, alsook
bij het ontstaan van het nieuwe kerkgebouw, van grote
waarde geweest. Op 6 januari 1963 nam hij op 75 jarige
leeftijd afscheid als predikant.
In augustus 1965 kon het door de firma Bernard Pels en
Zoon uit Alkmaar gebouwde orgel gedeeltelijk in gebruik
worden genomen. Om financiele redenen verliep de
bouw in drie fases waardoor het orgel pas in 1977 klaar
was.
In de Ter Coulsterkerk 'Samen op Weg'
De Gereformeerde Kerk telde in het midden van de
jaren zestig 550 zielen, waarvan ongeveer evenveel belij-
dende leden als doopleden, en in 1974 werd de 1000
overschreden. Halverwege de jaren tachtig ging men
zoeken naar middelen om tot een nauwere samenwer-
king te komen met de Hervormde gemeente. Waren de
hervormden van de Witte Kerk en de hervormden van
de Kruiskerk eind jaren zestig al tot een akkoord geko
men, nu gingen ook de gereformeerden overleggen of
tot een vergelijk kon worden gekomen. Dit leidde ertoe
dat er op 10 januari 1998 een intentieverklaring werd
uitgegeven. Vanaf dat moment trokken hervormden en
gereformeerden in federatief verband gezamenlijk op.
Voor het gezamenlijke kerkgebouw werd een unieke
oplossing gevonden. De katholieke plaatsgenoten wilden
graag hun H. Moeder Gods kerk in de Rimboe kwijt,
want het aantal parochianen was sterk teruggelopen. De
hervormden wilden om dezelfde reden hun Kruiskerk
aan de Maas Geesteranusweg verkopen terwijl de Witte
Kerk te klein zou zijn om voor alle hervormden en gere
formeerden samen als kerkgebouw dienst te doen. De
kerk aan de Noordergeeststraat zou te ingrijpend moeten
worden verbouwd om alle gelovigen een acceptabel
onderkomen te kunnen bieden. In een eerste gezamen
lijke vergadering van de hervormde kerkvoogdij en de
gereformeerde commissie van beheer was de eensgezinde
conclusie dat het 't best was de H. Moeder Gods kerk
aan te kopen. De Witte Kerk werd aan de reguliere
diensten onttrokken en de beide andere gebouwen
werden verkocht. De renovatie van de H. Moeder Gods
kerk is in 2001 afgerond.
Op zondag 30 September 2001 kon het totaal gereno-
veerde kerkgebouw in de Rimboe, inmiddels omgedoopt
tot de Ter Coulsterkerk, in gebruik worden genomen.
In ruil voor de drie oude orgels uit de Kruiskerk, de
Noordergeestkerk en de H. Moeder Godskerk vervaar-
digde Kerkorgelbouw Pels en Van Leeuwen te's Herto-
genbosch een nieuw orgel met een klankconcept op basis
van het Miiller orgel van Leeuwarden. Het instrument is
geplaatst aan de westzijde van het interieur en de inge-
bruikneming vond plaats op 28 augustus 2004.
18 <s&i