Deze kleine, ongereglementeerde polder behoor- de aanvankelijk aan een, later (1935) aan twee eigenaren. Volgens een opgave uit 1863 werd de polder toen bemalen door een kleine wipvijzel- molen met een vlucht van 8,56 m. Diameter vijzel 70 cm. De molen was zelfkruiend, dat wil zeggen hij liield zichzelf op de wind door middel van een grote windvaan. De opvoerhoogte was zeer gering, het zomerpeil in de polder was weinig lager dan het gebruikelijke peil van Schermerboe- zem. Hij sloeg uit op de Hoevervaart. Dit weidemolentje zal omstreeks het midden van de 1 9e eeuw zijn gebouwd. Het staat niet op de kadastrale kaart van 1821, maar wel op die van de in 1858 verkende topografische kaart. Tot 1959 vond de bemaling uitsluitend plaats op windkracht. In dat jaar is er onder in de molen een elektrisch aangedreven stalen vijzel geplaatst om de polder op peil te houden. Aanvankelijk was de molen particulier bezit, de laatste eigenaar was P. Ligthart te Heiloo. In 1962 werd de molen geres- taureerd. In 1966, toen de gemeente Heiloo inmiddels eigenaar was geworden, kocht Natuurmonumen- ten stukken grond rond de molen van de gemeen te Heiloo. Uitdrukkelijk is de molen toen buiten de verkoop gehouden. De molen dreigde als gevolg van de aanleg van de westelijke randweg om Alkmaar te verdwijnen. Alkmaar annexeerde vanwege die randweg een stuk grond van de gemeente Heiloo en hierop stond ook de molen. Vlak voor de annexatieda- tum (1 oktober 1972) heeft de gemeente Heiloo die dus eigenaar was, de molen weggehaald en tijdelijk opgeslagen bij Openbare Werken. In 1974 werd hij op een nieuwe standplaats in de gemeente Heiloo weer opgebouwd, namelijk op de plek van de verdwenen molen van de polder Het Maalwater. Daar werd hij in 1975 officieel in gebruik gesteld. De gebeurtenissen in 1974 waren aanleiding tot tendentieuze vragen in de Alkmaarse gemeente- raad, omdat een Alkmaars raadslid dat niet goed was ge'informeerd, meende dat Heiloo de molen voor de neus van Alkmaar had weggekaapt. Door de grenswijziging tussen Heiloo en Alkmaar, de aanleg van de randweg en de bebouwing ten noorden daarvan, is het oppervlak van de Varne- broekpolder afgenomen tot 12 ha. Als het molen- tje in 1972 was blijven staan had het nu bijna op de kruising Martin Luther Kingweg en Aert de Gelderlaan gestaan. De Hoevervaart is toen ter plaatse ook omgelegd. Wat er over is gebleven van de Varnebroekpolder heeft een zomerpeil van -0,80 m NAP en een winterpeil van -0,90 m NAP. Tot zover dit stuk met historische gegevens over de ten westen van Heiloo gelegen wateren, polders en molens. Bronnen teksten en foto's Regionaal Archief Alkmaar, Archieven van de verschillende hier besproken polders. Diederik Aten, inleidingen "Ontstaan van de polder en vroegste geschiedenis" op de inventarisatie van ieder polderarchief. L. Ney, "Dijken, dammen en meren. Wie zal dat beheren?", doctoraalscriptie 1999. C. Streefkerk, "Oosterzij en Westerzij" in Heiloo voor en na Willibrord, 1995 Mr. G. de Tries Az., De zeeweringen en waterschapen van N oord-Hol- land": le druk 1864, 2e druk bewerkt door Jhr. Mr. J.WM. Schorer, 1894, 3e druk bewerkt door D. Kooiman, 1936 Database van verdwenen molens in Nederland: www.molendatabase.org Database van alle molens in Nederland: www.allemolens.nl 9?<9 65

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2014 | | pagina 67