onze beschikking.
In 1728 werd de polder door een overstroming
getroffen, maar hij werd weer drooggemalen.
In 1741 sloten de ingelanden een overeenkomst
met de dijkgraaf en de heemraden van de Egmon-
dermeer waarbij laatstgenoemden tegen een
AJb. 9: De huidige molen van de voormalige Varnebroeker-
polder De^e bevindt ich in Het Maalwater op de plaats bij
pijl 2 (foto 2013 na een grote restauratie). De molen was
eigendom van de gemeente Heiloo tot 2013, maar is nu
eigendom van de MolenstichtingAlkmaar en omstreken.
betaling van 200,- per jaar de bemaling van het
Maalwater op zich namen. Hiertoe werd een
grondduiker onder de Hoevervaart en onder de
scheidingskade met de Zuidermeer gelegd zodat
het overtollige water uit het Maalwater op de
Geestmolenpolder, een deelpolder van de
Egmondermeer, kon afvloeien. De molen kon
toen worden gesloopt.
De bemaling door de Egmondermeer heeft lange
tijd zonder grote strubbelingen gefunctioneerd.
In april 1794 constateerde de dijkgraaf van de
Egmondermeer echter dat de duiker in zo slechte
staat verkeerde dat er veel lekwater binnenkwam.
Er werd over deze zaak contact opgenomen met
de poldermeesters van het Maalwater. Deze
verklaarden zich bereid de duiker geheel te
vernieuwen indien de doorlaat zou mogen worden
vergroot. De hoofdingelanden van de Egmonder
meer stemden hiermee in. Er werd zodoende in
juni 1794 een nieuwe overeenkomst gesloten. In
dit contract werd meteen bepaald dat de ingelan
den van het Maalwater de polderdijk dienden te
onderhouden volgens de eisen gesteld in de
keuren van de Egmondermeer. De schouw over
die dijk kwam verder aan dijkgraaf, heemraden en
hoofdingelanden van de Meer. De te betalen
vergoeding bleef onveranderd
200,- per jaar. Tien jaar later, in 1804, vond een
bijstelling van dit bedrag naar boven plaats tot
270,-.
Het akkoord van 1794 werd in 1859 door een
nieuwe overeenkomst vervangen. Hierin werden
de voorwaarden waarop de bemaling geschiedde
wat aangescherpt. Artikel 4 van de overeenkomst
bepaalde dat het bestuur van de Egmondermeer
pas verplicht was de duiker te openen als de
Geestmolen in voile gang was. Voorts blijkt uit het
contract dat het Maalwater eigenmachtig een
nieuwe duiker had gelegd. Bepaald werd dat de
doorlaat tot op de in 1794 overeengekomen afme-
tingen moest worden teruggebracht indien de
58 vd