Afb. 5: Jongste grajheuvel, onder^oek 2008
Het kappen van de weinige bomen en struiken
op de zandige gronden heeft het uitdrogen van
de grond en het stuiven niet veroorzaakt, maar
wel bevorderd.
Waar geen greppels zijn gevonden uit de Brons-
tijd, is uit het begin van de jaartelling een greppel
aangetroffen die min of meer in het verlengde
ligt van een in 2008 nog bestaande houtsingel.8
Het land werd ingericht met behulp van meestal
rechte greppels die haaks op de strandwal of in
lengterichting daarvan werden gegraven.
Plek voor de doden—zichtbaar voor de levenden
Het begon met de vindplaats van een palenkrans
in het Maalwater in 2005.9 Daar kwamen later
nog twee vindplaatsen bij, eveneens gelegen op
de overgang van strandwal flank naar de westelij-
ke strandvlakte.10 Vondstmateriaal ontbrak en de
interpretatie van de structuren was onderwerp
van heftige discussies. Van ronde huizen op hoge
palen tot heilige tempels, de meningen liepen
sterk uiteen. Pas met de ontdekking van een
palenkrans in Zuiderloo, die qua omvang en
ouderdom met die in het Maalwater overeen-
kwam, kon het raadsel eindelijk worden opgelost.
De vindplaatsen in het Maalwater waren door
natuurlijke erosie en grondwerkzaamheden in de
afgelopen eeuwen sterk geerodeerd. Veel meer
dan het geval was aan de oostkant van de strand
wal, waar de prehistoric onder het stuifzand
beschermd lag, zodat in Zuiderloo niet alleen de
sporen van paalgaten in cirkelvorm zijn gedocu-
menteerd, maar ook resten van een heuvelli-
chaam binnenin de palenkrans bewaard bleken
te zijn gebleven. In de heuvelresten werden
bovendien losse stukjes van verbrand menselijk
bot gevonden. Overblijfselen van een container
voor de crematieresten, van een urn, of anders
van een doek, werden niet terug gevonden. We
weten nu dat de palenkransen aan de oost- en
westkant van de strandwal deel uitmaakten van
kunstmatig opgeworpen heuvels die als laatste
rustplaats voor de doden hebben gediend.
De heuvels zijn niet zomaar opgeworpen, er is
gezocht naar een goed zichtbaar punt in het
landschap. Dit waren vaak kleine duintjes die -
tenminste aan de oostkant boven het veen op
de strandvlakte uitstaken. Op zo'n duintje werd
in circa 1350 voor Christus een grafmonument
aangelegd. Het begon met het graven van een
rechthoeHge greppel met mogelijk een ingangs-
partij op het duin. De greppel omsloot een plek
van circa 2,70 bij 3 meter. Mogelijk heeft hier een
dodenhuisje gestaan, zoals we dit ook kennen
36