Folio 124v
ende beelden int minnerbroeders convent geschiet
was/ Vercleert voorts by ons
gevraecht wesende nyet te wetene dat yemand van(den)
voornoemde
parochianen den heere van Brederode, graeff Lodewyck
van nassauw of andere heurluder complicien rebellen van(den)
Co. mat. Conincklycke Majesteyt afk.eenige assistentie
gedaen hebben, met dragen van
wapenen oft contributie van penningen alzoe de voorschreven
parochianen meest al goede simpele luyden zyn henl(uyden)
gemeerende met bouwerye, ende gneen crygh oft wapenen
hanteren(de)
Verclaert voorts by ons gevraecht wesende wel te kennen de
persoon van m(eeste)r willem baerdesem8 zone van willem
diericxz
oude Schout van Amsterdam, de welcke hy deposant
segt schoone parcheelen [percelen] van lande binnen de
voorschrevenprochie
in eygendom te competerene, zonder nochtans by ons gevraecht
zynde, de precisen nombre weerde ende jaerlicxe innecomen
baten oft proffyten van dien te wetene, hem gedragende
int gene dat byde pachters ende gaerders van(den) mergenbouck
en(de) thiende penningen zal moegen beter ende claeder
by distincte specificatie blycken/
Vercleert voorts by ons gevraecht wesende dat den voorn(oemde)
Meester
Willem baerdesem ten tyde hy zyn residentie houdende was binnen
de voorn(oemde) prochie van heyloo, den dienst godts almachtuch
als andere goede luyden gefrequenteert heeft hoorende oock de
sermoonen van hem deposant/ Zonder dat hy deposant oyt
gehoort heeft, dat de voorn(oemde) M(eeste)r Willem hem
anderssins
gedregen heeft, binnen de voorschrevenprochie dan een goet
kersten mensche schuldig is van doene/
Dominicus caroli oudt omtrent XXXVI jaren Coster van(den)
prochie van heyloo, Segt by zyn(en) eede by ons
commissariss(en)
gevraecht Ierst rechtel(yck) daer toe gedaeght wesen(de), opde
(kantlijn)
Heyloo 22
26