Het bestuur nam zich voor minstens twee maal per jaar een tentoonstelling in de Oude Pastorij te organiseren. Als dit voornemen niet zou worden gerealiseerd was men bevreesd dat 'de loop emit zou gaan'. Uitvloeisel hiervan was dat in dit decen- nium 20 exposities werden gehouden, een groot aantal mag toch wel worden geconstateerd.7 Daaronder waren vele 'topexposities', qua inhoud, opzet en belangstelling. Voorbeelden daarvan waren de "Kring van Heiloo" in 1982, met een opening in de Witte Kerk, het "Huis Ter Coulster" in 1983, "Pieter van Foreest" in 1984 en "Nijen- burg" in 1987. De laatste exposirie kreeg een vervolg doordat het echtpaar Snethlage-van Foreest leden van de vereniging de mogelijkheid bood in groepen een rondleiding te krijgen op Nijenburg. Toen kon men nog niet weten dat dit historisch gebeuren 30 jaar later een succesvol vervolg zou krijgen. Een aantal exposities in deze jaren had betrekking op jubilea van Heilooer verenigingen, zoals de brandweer, de Foresters en FISV. Deze exposities trokken veel bezoekers. In dit decennium verscheen in de Uitkijkpost regelmatig een herkenbare en gevarieerde rubriek "Oud Fleiloo". De rubriek bood verenigings- nieuws, maar toonde ook vaak oude foto's en beschreef markante historische personen en gebeurtenissen uit de geschiedenis van Heiloo. Voortdurend werd in deze artikels en in de Cronyck verzocht foto's, documenten en voorwerpen in te brengen bij Oud Heiloo met het doel deze te gebruiken bij exposities en lezingen. Dat verzoek had maar weinig effect. Vaak bespeurt men bij amateurhistorici, c.q. verzamelaars van historische materialen, de neiging om de opgedane kennis en vooral de verzamelde materialen individueel te beheren. Desondanks werd in deze periode de basis gelegd voor de omvangrijke collectie van kaarten, documenten, foto's en voorwerpen die Oud Heiloo veer tig jaar na de oprichting in bezit heeft. De Heylooer Cronyck verscheen na 1981 zeer onregelmatig. Behalve het ontbreken van kopij en het gebrek aan redactieleden was er een belangrij- ke andere oorzaak. Veel energie van het bestuur ging zitten in het uitbrengen van boekjes bij belangrijke tentoonstellingen, aangemerkt als speciale uitgaven van de Cronyck. Zo verscheen in juni 1982 (jaargang 7, nummer 1 en 2) het boek "De Kring van Heiloo" onder redactie van mevrouw M. Mathijsen.8 Dit werk kan nu nog worden bestempeld als een standaardwerk over de schrijvers uit de 'tweede golf van de Nederlandse literaire romantiek' die elkaar in Heiloo tussen 1836 en 1843 opzochten. Andere speciale uitga ven waren "Het huis Ter Coulster bij Heiloo"9, juni 1983, "Pieter van Foreest"10, September 1984, "Harmonie en fanfare Heiloo"11, april 1985 en "Nijenburg te Heiloo"12, September 1987. Met enkele uitzonderingen venting deze bijzondere reeks van monografieen de uitgaven van de gebruikelijke Cronyck tussen 1981 en 1988. Na 1 januari 1988 verscheen een nieuwe loot aan de stam van de vereniging. De archeologische werkgroep was gevormd en ging aan het werk. Men begon met het opknappen van de zolder van de Oude Pastorij. De zolder werd geschikt gemaakt voor de diverse werkzaamheden. Daar- na werd als eerste klus het schoonmaken en inventariseren van bodemvondsten aangepakt. De vondsten waren opgegraven in de bouwput na afbraak van de Rustende Jager in 1984. Vervolgens werd het 'veldwerk' gestart. Er waren in die jaren nog geen stringente eisen die thans wel gelden voor archeologisch veldwerk door amateurs. Echter om zo professioneel mogelijk te opereren werd aansluiting gezocht bij de landelijke vereni ging AWN, Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland. Met het veldonderzoek werden aardige en nuttige resultaten behaald. Zo trof men materiaal aan uit de Merovingische tijd (400- 500 n. Chr.). 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2014 | | pagina 12