was en men's avonds vier of vijf uur moest werken. De verplegers die om 07.00 uur waren begonnen gingen tussen 08.30 en 09.00 uur ontbijten. Op plekken waar broeders werkzaam waren werden de diensrroosters van verplegers vaak afgestemd op de verplichtingen van de broeders. Dit gold ook voor de warme maaltijd 's middags. De werkroosters waren dan ook zeer variabel. Er was een zesdaagse werkweek van totaal 48 uur en meestal moesr men rien (en soms door omstandigheden zelfs veertien) dagen achtereen werken. Zodra de patienten naar de arbeidstherapie gingen begonnen de huishoudelijke werkzaamheden. In deze periode waren er op de meeste afdelingen namelijk nog geen huishoudelijke krachten werkzaam. De bedden moesten worden opgemaakt, de badkamers, toiletten, wasbakken, keuken en woonkamer opgeruimd en schoongemaaktDeze werkzaamheden werden zo nodig 's middags voortgezet. De middag werd vaak ook gebruikt voor groot onder- houd. Dit bestond meestal uit het lappen van bijvoor- beeld de vele kleine ruitjes van het Cornelius- of Vincen- tiuspaviljoen, het grondig reinigen van de vloeren en deze weer in de was zetten. Afb. 3. Corneliuspaviljoen Zelfs het reinigen van plafonds hoorde soms tot de werk zaamheden. Het was een vies werk deze plafonds van de dikke laag nicotine te ontdoen (veel psychiatrische patien ten rookten veel)zo vies dat dit werkje in de zomermaan- den werd uitgevoerd op een stellage en in zwembroek. De nicotine droop tijdens het werk letterlijk met sop langs alle kanten van het lichaam omlaag. Deze activiteit gebeurde onder de nodige tijdsdruk, want op het eind van de dag moesten de patienten er weer in kunnen. Het afwassen na de maaltijden en de koffie waren een dagelijks terugkerende klus (vaatwassers waren er toen nog niet), evenals het koffiezetten zelf (en er werd heel veel koffie gedronken). In situaties die daarom vroegen moest de verplegende de patient eten geven of hem daarbij helpen. Op het einde van de dag vond (al dan niet in eigen tijd) de overdracht met de nachtdienst plaats en's morgens herhaalde dit zich. De kleding van de patient, die twee keer per week werd verwisseld, moest de volgende dag (dus altijd op de zater- dag- of zondagmorgen en elke maandagmorgen) worden gei'nspecteerd en zo mogelijk met de hand worden gerei- nigd. Indien dit niet mogelijk was moest de kleding gereedgemaakt worden voor verzending naar de stomerij. De werkzaamheden van de nachtdienst bestonden op de eerste plaats uit een waakfunctie en het was soms moeilijk wakker te blijven. Sommige nachtelijke hoofdbroeders droegen aan dit wakker houden hun steentje bij door dit via een "sluipmethode" te doen. Dat wil zeggen: binnen- komen via ongebruikelijke routes en onhoorbaar bij je gaan staan. Daarbij beleefden sommige broeders er plezier in als je daarvan schrok. 's Nachts werden ook de samen- vattende rapportages geschreven en werden meestal ook de medicijnen voor overdag "uitgezet". 's Morgens, even voor zes uur, moest de nachtdienst in sommige gevallen de broeder wekken, opdat deze op tijd in de kerk zou zijn. Vooral hoofdbroeders sliepen vaak op een kamertje bij hun "eigen" afdeling. In veel gevallen moest ook het ontbijt van de patienten worden voorbereid door het dekken van de tafels en het portioneren en beleggen van het brood. Het leven van een patient en een verplegende leek misschien wat saai, maar voor een verplegende was dit beslist niet zo. Op de eerste plaats is het een mooie taak patienten te begeleiden en te verplegen. Daarnaast volgde men een opleiding en waren er tal van uitdagingen. Juist in dit tijdvak waren er veel verplegers die vonden dat het anders moest en kon. Het was de periode waarin gestichts- kleding werd afgeschaft. Voor veel patienten was dit nieuw en begeleiding in hun keuze was een boeiende aangelegenheid, hoewel de kleding uit het magazijn in het hoofdgebouw werd betrokken. Op het Corneliuspaviljoen werd bijvoorbeeld een winkel- tje gecreeerd waar patienten zelf een keuze konden maken uit snoep, rookwaren en dergelijke. Zij leerden vaak voor het eerst met echt geld omgaan. Het was ook de tijd waarin de patient werd geleerd tanden te poetsen en daarbij een eigen tandenborstel kreeg. Het leidde niet zelden tot taferelen die men bij het opvoeden van kinderen aantreft, maar dan toch wel net even anders. De massale badtijden of -dagen (alle patienten groepsge- 22 <£Pi

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2014 | | pagina 24