tanden poetsen, zich wassen en aankleden. In veel geval-
len werd de slaapzaal dan op slot gehouden, omdat
toezicht houden op 30 a 35 patienten op zowel de slaap
zaal als in de woonruimte niet haalbaar of verantwoord
was. Als de meeste patienten gewassen en aangekleed
waren, werd de slaapzaal van slot gedaan en mochten de
patienten, na een grondige inspectie van hun uiterlijk,
naar de woonruimte. Terwijl een verpleger de laatste
patienten uit de slaapzaal hielp, ging een andere verple
ger (soms met hulp van een patient) het ontbijt voorbe-
reiden. Na het ontbijt, om ongeveer negen uur, gingen
de meeste patienten naar de arbeidstherapie. De arbeids-
therapie kende vele varianten. Er werden matten
gemaakt, kleden geknoopt, boeken of tijdschriften inge-
bonden, wasknijpers, kerststalletjes en sjoelbakken
gemaakt of kokosbeleg gewogen en ingepakt. Deze
opsomming is slechts een greep uit het aanbod.
Tussen de middag werd er warm gegeten. Het eten werd
vanuit de centrale keuken in grote ketels aangevoerd en
vandaaruit rechtstreeks op de borden van de patient
gedeponeerd. Uitgangspunt was daarin toch vaak dat het
eerlijk verdelen van het eten meer centraal stond dan de
behoefte van de individuele patient.
Afb. 2. Arbeidstherapie
's Middags gingen de patienten weer naar de arbeidsthe
rapie. Aan het eind van de middag werd er brood gegeten.
Na het eten zakten veel patienten onderuit in een luie
stoel, zolang hiervan de voorraad strekte (hetgeen nogal
eens tot conflicten en pikordes leidde), of gingen zij een
stukje op het terrein lopen of televisie kijken. De patien
ten die dit wilden gingen een spelletje doen met de
verplegende. Het initiatief kwam hierbij bijna altijd van
de verplegende. Die maakte meestal een keuze van het
spel, niet zelden tot eigen genoegen, om de patient uit te
dagen tot enige activiteit te komen. Biljarten, kaarten,
dammen en schaken waren het meest geliefd.
's Avonds was de koffietijd voor veel patienten een
belangrijk moment, want daarna mochten zij in een
aantal gevallen de slaapzaal in en hun eigen bed (en dus
het enige eigen priveplekje) weer opzoeken. De bedtijd
werd uiteindelijk ook weer door de verplegende bepaald.
Dit was nodig, omdat het belangrijk werd gevonden dat
de nachtdienst een rustige situatie zou aantreffen en
omdat verplegers graag op tijd naar hun kamer of naar
huis wilden gaan.
De meeste patienten brachten de nacht door op een
grote slaapzaal zonder bedgordijnen. Van enige privacy
was geen sprake. Het was vaak een heel concert van
snurkers. Eventueel belangrijke spullen, zoals rookwaren
of andere bescheiden, verborgen veel patienten onder
hun kussen of matras.
De medicijnen werden door de verplegende beheerd en
tijdens de maaltijd uitgedeeld.
Het baden van de patienten gebeurde volgens rooster:
een keer per week alle patienten op een dag of verspreid
over vijf dagen.
Op de vrijdag- of zaterdagavond werd van alle patienten
de bovenkleding verwisseld en kregen zij een schoon
overhemd, opdat zij er in het weekend netjes bij liepen.
Op de zondagavond werd de weekendkleding weer
omgeruild voor de doordeweekse kleding.
Zeker voor de verblijfspatient bestond het dagelijks
leven dus eigenlijk uit: opstaan - eten - werken/therapie
- eten - werken/therapie - eten - recreeren - slapen. Dit
alles bijna altijd onder toezicht van een verplegende.
Voor patienten van de opname- en resocialisatieafdeling
was dit hetzelfde, zij het dat er meer ruimte was voor de
persoonlijke wensen en invulling van de dag, hoewel het
dagritme was afgestemd op de behandeling en arbeids-
training. Ook werkten sommige patienten buiten de
instelling of op de sociale werkplaats aan de Oosterzij.
Zij hadden doorgaans ook in hun vrije tijd meer privile
ges. Zij aten's avonds warm eten. Een ding stond vast:
het leven van de patient werd bijna doorlopend volledig
gereguleerd.
De rol van de verplegende in het dagelijkse leven
Wanneer men het dagritme van de patienten beschouwt,
krijgt men ook inzicht in de werkzaamheden van de
verplegenden.
De vroegste dienst begon om 07.00 uur en de laatste
dienst werd beeindigd om 23.00 uur. Daartussenin
bestond een grote varieteit van diensten. In veel gevallen
betrof het gebroken diensten, waarbij men in de piek-
uren's morgens drie a vier uren werkte, de middag vrij
boa 21