Het familiebedrijf Eind jaren tachtig van de vorige eeuw is de heer J. Dekker gestopt met zijn handel in zaden van veldsla. Zijn zaad- handel was een familiebedrijf, gestart door zijn vader Jac. Dekker. Dekker senior handelde in groentezaden en bloemzaden, in het begin vanuit Alkmaar, en later vanuit Heiloo. De provincie Noord-Holland was en is nog bekend om haar handel en verbetering van zaden. Zaadhandel Dekker was vooral een eenmansbedrijf; in perioden van drukte werd personeel ingehuurd. Het gebouw van het zaadpakhuis De heer Dekker sr. kocht in 1923 een stuk onbebouwde grond aan de Holleweg van tuinder A. Modder. Een locatie die gunstig gelegen was dichtbij het station. Spoedig verkreeg hij een bouwvergunning voor de bouw van een zaadpakhuis. De bouw van het pakhuis kende drie fases. Het eerste (voorste) gedeelte werd in 1923 gebouwd door Jan Rus I. Het was een gebouw in baksteen van 15 meter diep en 8 meter breed bestaande uit twee bouwlagen afgedekt met een plat dak. Afb. 2. Zaadzakje De heer Jan Dekker volgde zijn vader Jac. Dekker na diens plotselinge overlijden in 1934 op als zaadhandelaar en specialiseerde zich uit concurrentieoverwegingen in de handel van veldslazaad1. Jan Dekker was overigens bekend als wethouder van Heiloo, actief in veel orga- nisaties in Heiloo en met zijn echtgenote mevrouw M. Dekker-Evers bewoner van het blokhuis Lutine. Hij betrok jaarlijks omstreeks juli de zaden van teeltbe- drijven uit de kop van Noord-Holland en Texel. Het veldslazaad werd in September vooral uitgevoerd naar Frankrijk en in mindere mate naar Duitsland en Zwit- serland. Het was een echt exportproduct. In het zaadpakhuis aan de Holleweg werden de zaden met vrachtwagens aangeleverd2 en via de bovenste deur aan de voorkant getransporteerd naar de tweede verdie- ping. Hier en op de eerste verdieping stonden de machi nes om de zaden schoon te maken. Daarna werden ze per lift (lier) getransporteerd naar de eerste verdieping en de begane grond waar ze werden verpakt en gewogen3. Vervolgens werden de zaden op verschillende verdiepin- gen opgeslagen. In een eigen broeikasje controleerde de heer Dekker de kiemkracht van de aangeleverde zaden. In balen van 30 kg gingen de, overigens lichte zaden, de deur uit. Uiteraard bezocht de heer Dekker regelmatig zijn telers in Noord-Holland en op Texel. In de herfst werden zijn clienten in het buitenland bezocht om vervolgens de verzending te regelen. Afb. 3. Zaadpakhuis eerste fase, 1925 In 1928 werd het pakhuis door dezelfde aannemer met 10 meter verlengd. In 1933 kreeg het aan de zuidkant een zijvleugel en daarbij een derde bouwlaag met een zogenaamde mansardekap, ditmaal gerealiseerd door bouwbedrijf Bolten. De bouw van het zaadpakhuis is een echt Heilooer product, verkondigde de heer Dekker jr. dikwijls. Deze verbouwingen tastten het oorspronkelijke gebouw maar zeer ten dele aan: de originele bouwstijl bleef gehandhaafd. De oorspronkelijke, 'traditionalistische' architectuur vindt zijn herhaling ook in de aan- en 14 <sai JAC. DEKKER's Zaadtecit en Zaadbandel N.V., ALKMAAR CONDITIE VERZOEKE Zaaitijd No. Nummcrhout bl| bet percecl «e plaatsen. Die sak|e bij de levering in te slnitcn.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2014 | | pagina 16