hemzelf tweemaal getekende vorderingsbesluit toonde (sic!)
Mijn zoontje van twee jaar viel tegen de gloeiende kachel
aan welke midden in de huiskamer staat want er is geen
schoorsteen. De verzekeringsmaatschappij weigert een
brandverzekering en bet bebang dat knapt van de wand af,
maar de "burgervader" woont in "een paleis'met 12 of 14
kamers alleen met vrouw en twee kinderen. Ben ik daarvoor
geruime tijd als politiek gevangene in Duitsland geweest
(Dachau en Bochum) en daarvoor vrijwillig naar Indie
gegaan ook voor hem en zijn gezinWat beef deze burger
vader zelf in de oorlog uitgespookt? Waarom waren de
inwoners van Krommenie zo uitbundig verheugd (kwade
tongen spreken zelf van bet vlag uitsteken) toen de beer
Kaljf vertrokWe zijn gezegend in ons rustige dorp met deze
burgervader die de democratische begrippen wel naleefi!
U dankend voor deplaats ruimte, P. van Houweningen.
Afb. 3. Burgemeester Kaljf
De Vrije Alkmaarder heeft hierop het volgende
commentaar.
Er is nog een bijzondere reden waardoor de vordering
van de Specht in een wat vreemd daglicht komt te staan.
Wij scbreven reeds dat de beer Van Houweningen als vrij-
williger in Indonesie vertoefde. Ten departemente beef men
nu blijkbaar voorzien dat van zulke gevallen wel eens
misbruik zou kunnen worden gemaakt om achtergebleven
vrouwen te dwingen bun huizen te verlaten. Daarom
richtte de minister van binnenlandse zaken begin juli 1946
een rondschrijven tot de burgemeesters waarin hen werd
opgedragen de achtergebleven gezinnen van vrijwilligers
niet lastig te vallen. Het vorderen van woningen van hen
die zich in s lands belang in militaire dienst bevinden werd
daarin ontoelaatbaargeacht. Deze opdracht is dus gebeel in
de wind gestagen.
We haddengehoopt bij een bezoek aan de burgemeester
zodanige inlichtingen te zullen ontvangen dat zijn handel-
wijze daardoor voldoende rechtvaardiging zou krijgen. Dit
is belaas op niets uitgelopen. De beer Kaljf weigerde ons ook
maar enige informatie tegeven
Het gemeentebestuur reageert
Wethouder Jan Rus reageert op 5 december met een
ingezonden stuk.
"Hoe ongaarne ook, zo meen ik toch gerechtvaardigd en als
wethouder min ofmeer verplicht te zijn, even zo over dit
onderwerp een aanvullende beschouwing te mogen leveren,
dit met bet doel de situatie niet enigszins, doch volkomen
duidelijk te maken. Ik zal hierbij niet ingaan op insinuaties
en verdachtmakingen welke de schrijver aan bet adres van
de burgemeester beef gemeend te moeten richten. Immers of
wij gezegend zijn met deze burgemeester zal de tijd moeten
leren. In elk geval is bet in overeenstemming met de waar-
heid, als wij erkennen, dat de burgemeester van goede wil
is, een harde werker en naar ik meen een onkreukbaar
mens. Of men in Krommenie gevlagd beef toen bij weg
gingKwade tongen beweren dit, zegt de beer Van
Houweningen. Ik ben van mening dat het ontoelaatbaar
geacht moet worden, als men zijn betoog opbouwt uit
hetgeen boze tongen van medemensen beweren. Dergelijke
publicaties zijn schrijver en pers onwaardig.
Laten wij ons nu bepalen tot de kern van de zaak.
In het ingezonden stuk bestrijdt de wethouder tot in
detail hoeveel kamers door hoeveel personen worden
bewoond in De Merel (huis van de burgemeester), De
Specht (huis van Freule van Foreest) en huize Kostelijk
(de kamers van Van Houweningen). Hij vindt De Merel
"een huis de burgemeester van Heiloo waardig". Hij meent
dat het terecht is dat de tuin van De Specht op kosten
van de gemeente is opgeknapt ("een gemeente werkman
gedurende een dag!"), want het huis was herhaalde
malen door de gemeente gevorderd en de tuin was daar
door verwaarloosd. Over de aan de familie Van
Houweningen toegemeten behuizing in huize Kostelijk
vermeldt hij nog: "Uw echtgenote beef meerdere malen ten
gemeentehuize verteld dat bet maar een tijdelijke maatregel
behoefde te zijn. Zij toch had verlofnaar Indie te gaan en
de datum van vertrek was zeer aanstaande. Haar papieren
waren in orde, de formaliteiten vervuld, de naam van de
boot waarmede gereisd zou worden, al bekend.
Hij sluit af met: "Als men eens oogzou willen hebben voor
de moeilijkheden waarvoor een gemeentebestuur zich, in
bet bijzonder op huisvestingsgebied, tegenwoordiggeplaatst
ziet, dan zou menig onvriendelijk woord niet geschreven
worden. Met dank voor de plaatsing, hoogacbtend, J. Rus,
Wethouder van Heiloo.
10 <zni