5. Ter Co ulster
Het landgoed Ter Coulster is eeuwenlang in het bezit
geweest van de Heren van Heiloo'. In de veertiende
eeuw moet er op het landgoed al een versterkt huis heb-
ben gestaan. Belangrijke eigenaren in de zeventiende en
achttiende eeuw waren de heren Van Cats, eveneens He
ren van Heiloo. In die tijd stond er binnen het landgoed
een kasteel van allure met vijfentwintig Kamers.
- nm
Afb. 3. Ter Coulster, H. de Winter, 1744
In 1788 werd het kasteel afgebroken. Oorzaak: onrust
en onenigheid in de familie.
In 1808 kocht jonkheer Gijsbert Fontein Verschuir,
burgemeester van Alkmaar, het landgoed. Hij liet er
een buitenhuis bouwen, maar dat doorstond de tand
des tijds niet. Erfgenamen lieten in 1891 een pittoresk
theekoepeltje op het landgoed bouwen. De huidige ei-
genaars, erfgenamen van FonteinVerschuir, hebben de
sympathieke beslissing genomen het landgoed open te
stellen voor wandelaars.
6. Station
Nadat in december 1865 de spoorwegverbinding tussen
Alkmaar en Den Helder in gebruik was genomen, werd
op 1 mei 1867 het traject Alkmaar - Uitgeest geopend.
Na voltooiing van de trajecten Uitgeest - Zaandam
(1869) en Zaandam - Amsterdam (1878) werd het mo-
gelijk om rechtstreeks van Alkmaar naar Amsterdam te
reizen.
Aanvankelijk was Heiloo nog geen halteplaats. Pas in
1878 stopten de treinen in Heiloo. Een halteplaats was
gepland bij de Kerkelaan, maar uiteindelijk werd in
1879, op de plaats waar ook nu nog het station is gesi-
tueerd, een woning omgebouwd en ter plekke een per
ron aangelegd. Na vele jaren van stoomtractie werd de
lijn in 1931 geelektrificeerd. Gevolg van de steeds snel-
lere verbinding was een gestage toename van het aantal
forensen in Heiloo. Het huidige stationsgebouw dateert
uit 1978. Het diende ter vervanging van het in 1930 in
gebruik genomen gebouw dat vanwege de elektrificatie
van de spoorlijn was neergezet.
7. Rooms Catholieke Kerk
Na 1573 werd het de rooms-katholieken ook in Heiloo,
eerder kerkend in de Witte Kerk, overigens de meerder-
heid van de inwoners, verboden kerkdiensten te hou-
den. Maar op den duur werd oogluikend toegestaan dat
men samenkwam in een schuilkerk aan de Westerweg.
Afb. 4. Schuilkerk aan de Westerweg, omstreeks I860, B.C.
ten Berge
Rond 1800 werd het kerkverbod voor de rooms-
katholieken, evenals voor doopsgezinden en remonstranten,
opgeheven. De Witte Kerk bleef echter in protestantse
handen.
Toen de schuilkerk in een steeds slechtere staat kwam te
verkeren, had men moeite om de middelen te vinden een
nieuwe kerk te bouwen. In 1868 was het dan toch zover
dat de nieuwe kerk werd ingewijd. De goedkope wijze van
bouwen had echter al snel gevolgen. In korte tijd werd het
te gevaarlijk om in de kerk aanwezig te zijn. In 1926 werd
de kerk afgebroken. Men ging toen in het Brunogebouw
ter kerke. In 1927 was de huidige kerk gereed. Steeds
bouwde men op dezelfde plaats aan de Westerweg.
14 ent