Het Pronkpoppenhuis van Maria van Egmond
VAN DE NlJENBURG
Mieke Content
-^i !L i lllllffT L-Wfl"'- V
Afb. 1. Hetpoppenhuis van Maria van Egmond van de
Nijenburg
Afb. 2. Het verzamelaarskabinet uit Utrecht
Na een ingrijpende restauratie is het wit en goud gelakte
pronkkabinet met het 'poppegoet' van Maria van Egmond
van de Nijenburg weer terug op Nijenburg in Heiloo.
Met miniaturen van meubels, poppen en huishoudelijk
goed uit de zeventiende en achttiende eeuw worden in elf
vertrekjes taferelen uit het dagelijks leven uitgebeeld.
Pronkpoppenhuizen
Het inrichten van een 'poppekas', een pronkkabinet met
miniaturen of'poppegoet', was in de zeventiende en acht
tiende eeuw een geliefde bezigheid voor dames uit de
gegoede burgerij. Anders dan bijvoorbeeld in Engeland
en Duitsland waren de Nederlandse poppenhuizen niet
bedoeld als opvoedkundig kinderspeelgoed1Het waren
'Konstkabinetten' voor dames, vergelijkbaar met de
kunst- en rariteitenkabinetten die in die tijd door de
heren voor hun verzamelingen bijzondere schelpen,
fossielen of kleine kunstwerkjes aangelegd werden. Bij
deze verzamelingen werd ernaar gestreefd een verkla-
rende afspiegeling van de wereld in het klein bijeen te
brengen. Een voorbeeld hiervan is het verzamelaarskabi
net (ca. 1660-1680) in het Centraal Museum in Utrecht.
Dit is het enige nog bekende Hollandse kabinet met een
dergelijke verzameling2. {afb.2)
Vele dames beperkten zich tot het verzamelen van poppen
en huisraad in miniatuurformaat. Op een vaantje
afkomstig uit het poppenhuis van Sara Rothe in het
Frans Hals Museum in Haarlem staat een gedicht te
lezen. De intenties voor het samenstellen van een pop
penhuis worden door de volgende vier regels uit het
gedicht aardig weergegeven:
"Al wat men hier op Aerden Siet,
Is poppe goet en anders niet,
De mensch, al wat hij daar van vint,
Die speelter mee, gelijk een Kint. '5
De poppenhuizen toonden de huiselijke wereld in het
klein, een vermakelijke bezienswaardigheid, niet alleen
So®