RSPRONG VAN DE NAAM OESDOM
A. P. Koeman en redactie
Afb. Uit de Nederlandsche Stad- en
Dorp-beschrijver
Niet alleen omdat hij woont op het
adres Oesdommerveen, maar vooral
omdat hij gei'nteresseerd is in de
naamgeving van plaatsen, buurten
en wegen voorziet ons actieve lid de
heer Koeman daarover de redactie
regelmatig van informatie, in het bij-
zonder over de oorsprong van de
naam Oesdom.
Diverse bronnen duiden erop dat de
naam Oesdom in het verleden van
toepassing was op het gebied van het
huidige Heiloo dat grofweg lean
worden aangeduid met het deel ten
zuiden van de huidige Stationsweg tot
aan Limmen. Een gebied waar
onlangs nog sporen zijn gevonden van
eennederzetting van woonstalboerderijen uit de achtste
eeuw na Chr. Tot het einde van de vijftiende eeuw vormt
dit gebied nog een zelfstandig dorp. Het heeft tot die
tijd ook een eigen bestuur van schout en schepenen
gehad. In 1509 wordt Oesdom samengevoegd met
Heiloo. Tot zover reikt onze kennis.
Maar kan ook de naam Oesdom worden verklaard?
Tot nu toe bestaat hierover nog niet veel duidelijkheid.
De heer Koeman heeft er vrijelijk zijn gedachten over
laten gaan. In het katern van de lijvige boekenserie
"De Nederlandsche Stad- en Dorp-beschrijver" dat een
beschrijving biedt van Heiloo, "Het ambacht van Heiloo
met Oesdom", wordt Oesdom synoniem verklaard met
"Oostduin". Verder kan hiervoor nergens een verklaring
worden gevonden.
Jan de Vries geeft in zijn "Woordenboek Noord- en
Zuidnederlandsche plaatsnamen" (1962) de volgende
toelichting. Oesdom of aesdom is de aanduiding van
het rechtsgebied van een bestuurder, een 'asich', 'asing'
of'asega'. Deze was, behalve een van de bestuurders van
een dorp of ban (banne), binnen de voor- en vroeg-
middeleeuwse Friese jurisdictie een buurtrechter. In de
tit T
I 1/ O O
O 35 5 D O Mo
Frankische tijd is deze taak overge-
gaan naar het college van schout en
schepenen. J. Pannekeet vermeldt in
"De (mogelijke) betekenis van
Noordhollandse plaatsnamen"
(1988) de veldnaam "De Oesdom
Etten". Dit duidt waarschijnlijk op
de gemeenschappelijke (weide)gron-
den ('etten') binnen een oesdom.
Etten waren onder andere graslan-
den waarop gezamenlijk vee werd
geweid. Dat zou erop kunnen wijzen
dat die een 'meent' vormden, een
gemeenschappelijk, door (ge)buren
gebruikt stuk grond. Wellicht was
dit gebaseerd op bestaand gewoonte-
recht.
Deze gedachte zou kunnen worden ondersteund door
de betekenis van het oude woord 'us' (oes) in het Oud-
Frans en het woord 'use' in het Engels. In vertaling:
gebruiken, zeden, gewoonten'. Het woorddeel dom'
(ook: 'doem') wijst op een verband met de rechtspraak.
Het woord 'oesdom' kan dan worden begrepen als een
ander woord voor gewoonterecht. Oesdom bij Heiloo
was, als we hiervan uitgaan, een gebied waar het oude
Friese gewoonterecht bleef gelden totdat aan het einde-
van de dertiende eeuw het Frankische wettenrecht de
overhand kreeg. De soortnaam 'oesdom' werd vervoi-
gens een eigennaam: "Oesdom". Fusies van gemeenten
hebben zo hun gevolgen. Het Oesdom van vroeger
tijden bestaat niet meer, maar mogelijk werpt het
bovenstaande enig licht op de bijzondere naam.
1. Zie Heylooer Cronyck, juni/juli 2012, biz. 14
2. De Nederlandsche Stad- en Dorp-beschrijver, L. van
Ollefen, 1793-1801: "Oesdom wordt voor eene
verbastering gehouden van Oostduin"
3. Het is niet uitgesloten dat in de Frankische tijd het
woord aes' uit 'aesdom' uit het Fries in het (oud-)
Frans door de Franken is overgenomen en is verbas-
terd tot 'us' ('oes').
16 eni
A M B A C II T
M T
Ofttedat rn tjjo bevsng alle mogelijk laadlijk fehoon be*
sit it eigenlljk ccn ilreek lands tea zuiden vat Hsiiufcln-
cen <fc«selss geicgenhet werd oudtljds echler op zjgzd-
ren geregeerddooh in ijoy bfj een hand vest van Reiser
sraXKWijLJAAN, gedagteioul I? Jonij, amHditx vereea-gd