UITENHUIZEN Wim Buwalda De trek naar buiten In de zeventiende eeuw, de gouden eeuw, en het begin van de achttiende eeuw nam het aantal 'buitenhuizen' in Nederland toe. In de eerste helft van de achttiende eeuw telde men binnen onze huidige landsgrenzen zo n zesduizend buitenhuizen. Vooral de toegenomen welvaart van sommige burgers, meest kooplieden, was hiervan de oorzaak. Deze rijken ontvluchtten in het voorjaar en de zomer hun stadshuizen in de drukke, stinkende steden. Stadsgrachten waren destijds letterlijk open riolen die nauwelijks werden gespuid. Niet ver buiten de stad zochten de rijken een plek met frisse lucht, schoon water en een natuurlijke omgeving. Buitenhuizen waren 'recreatiewoningen' waar men zich ontspande met literatuur en muziek. Maar ook hield men zich bezig met studeren, tuinieren en jagen. De huizen waren tevens gebouwd om er gasten te ont vangen en ermee te pronken. In onze omgeving was Heiloo, vooral voor gegoede burgers uit Alkmaar, in trek als vestigingsplaats voor een buitenhuis. De ligging op de strandwal bij de overgang naar de lager gelegen strandvlakte had een groot voor deel. Het schone water dat van de strandwal naar de strandvlakte stroomde werd benut voor de vulling en doorstroming van de vijvers. Buitenhuis en landgoed De term 'buitenhuis' behoeft wel enige verduidelijking. In het algemeen is de volgende omschrijving van toepas sing. Een buitenhuis is een monumentaal gebouw op een beperkte hoeveelheid grond dat met de tuin, de boomgaard, een park en dikwijls een hakhoutbos een eenheid vormt. De bedoeling van het bouwen van een buitenhuis was om er te recreëren. Buitenhuizen ontston den vooral in de zeventiende en achttiende eeuw. De rijke kooplieden uit Amsterdam bouwden zo'n zeventig buitenhuizen aan de Vecht. Een 'landgoed' stamt veelal uit de middeleeuwen, als bezitting van een adellijke familie, en heeft vooral een agrarische functie. Op landgoederen spelen de land- en tuinbouwactiviteiten, doorgaans uitgevoerd door pacht boeren, bosbeheer/houtverkoop en andere commerciële activiteiten de hoofdrol. Deze activiteiten dienen om het buiten op het landgoed, meestal een 'versterkt huis' (verdedigbaar huis), te kunnen onderhouden. Maar in de loop der tijd zijn de grenzen vervaagd. Landgoederen werden buitenhuizen en omgekeerd. Hiernaast kunnen nog andere typen buitens worden onderscheiden. Minder gefortuneerden trokken ook naar buiten, maar namen genoegen met een buiten plaats van beperkte omvang, een uitgebreide 'heren boerderij' of soms een theekoepel met een tuin. Afb. 1: Theekoepel 'De Arendshofaan de Singel in Alkmaar Huis en tuin Bekende (stads)architecten werden in de zeventiende en achttiende eeuw aangetrokken om buitenhuizen te ontwerpen. Daardoor worden ook veel buitenhuizen getypeerd door een bouwwijze die gelijkenis vertoont met de bouwwijze van grachtenhuizen. Maar dit geldt 6 <z&L

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2012 | | pagina 8