c; Afb. 10: Wapenschild Van Egmond van de Nijenburg aan de achterzijde van Nijenburgh ten houden onder de naam "het huis de Nyenburg". Aan deze opdracht heeft de familie Van Foreest zich in ieder geval twee eeuwen lang gehouden. Maria zal op Nijenburg blijvend herinnerd worden. Van haar is helaas geen portret bekend, maar het wapenschild van Dirk en Maria van Egmond van de Nijenburg prijkt nog altijd hoog tegen de achtergevel van het huis en met het nalaten van de grisailles in 'de Blauwe Camer' zal een uniek 18e-eeuws interieur-ensemble voor het nage slacht behouden blijven. Bronnen 1Carla Rogge, 'Het Huis de Nijenburg in Heiloo en de grisailles uit 1730 van Jan Hoogzaad'; artikel uit tijd schrift 'Monumenten', nr. 4. jrg 20, maart 1999. Op dit artikel is deze bijdrage voor een belangrijk deel gebaseerd. Carla Rogge heeft hiervoor haar toestem ming verleend. Zij overleed onverwacht in 2012. 2. J.H. Rombach, 'Nijenburg te Heiloo', 1987. 3. A.I.M. van der Mark, 'Buitenplaats Nijenburg', 2005. 4. Diverse artikelen uit Heylooer Cronyck, aug./sept. 2011, jrg 5. 5. De gegevens en de afbeeldingen in dit artikel met betrekking tot het restauratieproces van de grisailles zijn afkomstig van restaurateur Bert Jonker, Zwolle, sept. 2012 Noot: Op de vraag vanaf welk moment men permanent op Nijenburg is gaan wonen bestaan verschillende antwoorden. P.T.E.E. Rosenberg noteert over Cornelis op blz. 26 van de Heylooer Cronyck van aug./sept.2011: "De Nijenburg legateerde hij aan zijn oudste zoon Dirk XII van Foreest die er in 1755 ging wonen. Sindsdien bleef de Nijenburg, tot 2007, bewoond door leden van dezelfde familie." Mr. J.H. Rombach schrijft over de zoon van Dirk XII (eveneens Cornelis, z.g. Dikke Kees), in "Nijenburg te Heiloo" blz. 18: "Tegelijkertijd vertrok hij metterwoon naar Heiloo. Na de komst van koning Lodewijk Napo leon in 1806 trok hij zich geheel uit de politiek terug en werd rentenier op Nijenburg." Afb. 11: Hetzelfde wapen als houten wapenbord in de hal van Nijenburg 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2012 | | pagina 18