Afb. 3: Zegel van de prior van De Blinken met een afbeelding van St. Willibrord en links 'hetputje'. het klooster ingesteld waarvoor zij een stuk land gaven, gelegen in de ban van Heiloo. Men vermoedt dat Jan de eigenaar was van het Huis ter Mije, een kasteel dat tussen De Blinken en het dorp heeft gestaan. Ook wordt als zijn woning het 'Huis Craanenbroek' genoemd, dat eveneens vlakbij het klooster stond. Een brand met grote gevolgen Op de avond van Allerheiligen, in 1532, brandde het Regulierenklooster buiten Amsterdam af. Het stadsbe stuur weigerde echter de bewoners van het klooster in de stad toe te laten. Als gevolg daarvan werden zij naar Heiloo overgebracht en bij het klooster De Blinken ingelijfd. Voor het vaststellen van de voorwaarden waar onder dat zou gebeuren werden enkele 'goede' mannen gekozen. Ais er moeilijkheden zouden ontstaan zouden deze worden opgelost door zogenaamde scheidsman nen aan wier uitspraak men zich diende te onderwer pen. En moeilijkheden kwamen er. Een belangrijk punt van onenigheid bleek te zijn: wie wordt de baas? Ai spoedig kwamen de scheidsmannen bijeen om proble men over deze kwestie te beslechten. Zij bepaalden het volgende. De broeders van Heiloo zouden hun convent en alle bezittingen afstaan en overge ven aan die van Amsterdam en aan het algemeen kapittel. De broeders van Amsterdam zouden die van Heiloo altijd op een eerlijke manier van alle noodzakelijke zaken voorzien. Degenen die buiten het klooster wilden gaan wonen zouden een toelage ontvangen van 60 Carolusguldens per jaar om daarvoor, met behoud van kloosterkleding, te gaan inwonen bij een goed ter naam en faam bekend staande pater. Deze zou het bedrag in bewaring nemen en in gedeeltes verstrekken, al naar gelang de behoefte. Voorts moesten zij aan de prior een lijst overhandigen met daarop vermeld zaken als hun inboedel, kleding en boeken. Mochten zij naar het klooster willen terugkeren dan zouden zij weer worden opgenomen en net als de anderen kunnen gaan leven. In geval van ergerlijk gedrag zouden de uitwonenden voortaan van de hun toegestane gunsten verstoken blijven. De vraag blijft waarom degenen die als onbehuisden vanuit Amsterdam naar Heiloo waren gekomen en hier huisvesting vonden ook zo snel de baas werden. Waar schijnlijk waren zij met meer mensen. Bovendien waren de Amsterdammers, volgens helaas ongedateerde lijsten, verreweg het rijkst bedeeld met vaste goederen en inkomsten. Kwade tongen beschuldigden de Regulieren van Amsterdam ervan hun klooster zelf in brand te hebben gestoken om aan hun grote, door een ongebon den levensstijl veroorzaakte schuldenlast te kunnen ontkomen. Anderen betwijfelen dat weer. Wel zorgden de nieuwkomers ervoor dat het klooster tot het kapittel van Windesheim ging behoren. Opsluiting ten eeuwigen dage? De kloosterbroeders besloten om over te gaan tot een manier van opsluiting zoals dat gebruikelijk was bij de orde der Karthuizers, de strengste orde in het westerse Sns 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2012 | | pagina 7