De theekoepel van ter coulster
middeleeuwen, bewoning kende. Gegevens over het
zendingswerk van bijvoorbeeld Adelbert tonen aan dat
in die tijd (Engelse) predikers actief waren in het kust
gebied van West-Nederland. Of Willibrord zelf actief
is geweest als prediker in het kustgebied is zeer de vraag.
Willibrord was een zendeling die blijkbaar meer
verkeerde in kringen van wereldlijke en geestelijke
machthebbers; Adelbert begaf zich gemakkelijker 'onder
het volk'. Willibrord kan onmogelijk zo'n groot gebied
hebben bereisd als de spreiding van zijn naamgeving aan
kerken, putjes enz. in het land aangeeft. Er kan hier
sprake zijn van epische verdichting: verhalen over helden
daden en wonderen die verricht zijn door meer predikers
die in het Friese land werkzaam waren werden toegeschre
ven aan de machtige en befaamde bisschop Willibrord.
Maar ook daarmee houden we de naam van Willibrord in
ere.
Noten
1 Wim Buwalda, 'De betekenis van Willibrord voor
Heiloo', Heylooer Cronyck, jg. 4, nr. 2
2 A.H. van Berkum, 'Willibrord en Heiloo', in 'Heiloo
voor en na Willibrord', 1995
3 Archeologische datering op basis van het onderzoek van
jaarringen.
4 Onderzoek op basis van de halveringstijd van de licht
radioactieve isotoop koolstof-14 die in organisch materiaal
aanwezig is, omdat die door planten wordt opgenomen.
Afb. Anna en Betsy op de fiets bij de koepel 1907
In 1808 verwierf de Alkmaarse, ambitieuze burge
meester Gijsbert Fontein Verschuir het landgoed
Ter Coulster en liet er een buitenhuis bouwen aan
een stal van het voormalige kasteel. Het huis was
gebouwd van hout uit eigen bos. Dit werd ca. 1825
grondig verbouwd. Rond 1850 werd het huis afge
broken en er resteert niets meer van. Jonkvrouw
Frederica Fontein Verschuir erfde het landgoed in
1875. Zij en haar echtgenoot Bartout van der Feen
de Lille waren zeer verknocht aan Ter Coulster en
lieten er in 1891 een 'Theekoepel' bouwen als
(zomer) onderkomen.
De theekoepel was ook bedoeld als speel- en over
nachtingsruimte, onder andere voor hun kleine
kinderen Anna (1885), Giesbert (1887) en Betsy
(1892). Ook leerden de kinderen op die manier om
te gaan met het bosonderhoud en de pachters. De
koepel was zo gesitueerd dat naar de noordzijde een
ruim uitzicht werd geboden op Alkmaar (Plan Oost
was er nog niet). Vanuit de theekoepel kon men de
Grote Kerk in Alkmaar zien liggen. De familie van
der Feen de Lille-Fontein Verschuir woonde daar
naast in huize De Dieu in de Langestraat. Het
verhaal gaat dat er kon worden gezwaaid naar de
inwoners van Nijenburg. In de Tweede Wereldoor
log hebben onderduikers er een schuilplaats gevon
den. Thans is de koepel een uniek (gemeentelijk)
monument dat wordt onderhouden door de familie
Van der Feen de Lille/Van Lente. Zij spannen zich in
om veel Heilooërs te laten genieten van dit bijzon
dere gebouwtje.
Met dank aan Bart van der Feen de Lille en Marielies
van Lente voor de foto, correcties en aanvullingen.
11