18e eeuw, op een enkele uitzondering na, niet behoorlijk te boek gesteld. Na 1815, na de Franse overheersing, werden grenzen door landmetingen nauwkeurig vastgesteld. Dit duurde tot 1830. Over de grensafscheiding met België is het volgende te vertellen. Na de val van Napoleon werd in 1815 tijdens het 'Weense congres' bepaald dat de zuidelijke Nederlanden (nu België) en de noordelijke Nederlanden samen het 'Koninkrijk der Verenigde Nederlanden' zouden vormen, met Willem I als koning. In 1830 vond de Brusselse opstand plaats die heeft geleid tot de wording van het koninkrijk België, dat pas in 1839 door Willem I werd erkend. Dit leidde later tot het plaatsen van de karakteristieke grenspalen tussen Nederland en België in 1843. Het zijn gietijzeren palen, obeliskvormig, met een totale lengte (onder- en boven gronds) van 2,5 meter. De palen dragen de wapens (leeuwen) van Nederland en België. De grenspalen dragen het jaartal 1843 en een volgnummer. Op de grens van Nederland met België en Duitsland staan tezamen meer dan 1300 grenspalen. In 1851 ontwierp Thorbecke de onteigenings- en gemeentewet. In deze wet werd verordend dat vele gemeenten moesten worden samengevoegd. Door de aanleg van wegen, wegverbredingen of dijkverzwaringen verdwenen veel grenspalen. Ook zijn ze door werkzaam heden verwoest en ten slotte verwijderd of door mensen meegenomen. Over het ontstaan en de geschiedenis van -lokale- grenspalen in Nederland zijn bijna geen bijzon derheden bekend. De oorzaak hiervan is dat brieven en akten verdwenen als er geen waarde aan werd gehecht. Ook door branden en oorlogshandelingen verdween veel informatie. Daarnaast is een groot aantal voor dit onderwerp belangrijke archieven (nog) niet geïnventari seerd. Gebruikte materialen bij de grenspalen De meeste grenspalen zijn vervaardigd uit grijsblauwe hardsteen. In Oost-Nederland vindt men voornamelijk gele zandstenen palen en aan de Belgische grens dus vooral gietijzeren palen. Grijsblauwe hardsteen is een kalksteen met een blauw grijze kleur die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zeer veel resten crinoïden. Crinoïden zijn kleine skeletjes van zeelelies. Zeele lies zijn diertjes die op de bodem van ondiepe zeeën leven. Bij het afsterven bleef hun kalkskelet op de bodem achter en samen met een calcietafzet- ting, die het geheel aan elkaar smeed de, vormde zich in de loop van honderden jaren de blauwe hard- steenlaag. Er zijn ook grenspalen van Naamse steen. Naamse steen is een soort kalksteen die gewonnen wordt uit de kalksteengrotten bij Vinalmont in de provincie Luik en de provincie Na men in België. Deze natuursteen be staat voor 90% uit calciumcarbonaat en bestaat in twee kleurnuances: blauwzwart-grijs en blauwbruin- grijs. Evenals bij de blauwe hardsteen kunnen er af en toe witte aderen (spieren) en witte plekken voorkomen. Fossielen zijn hierin niet aanwezig. De grenspalen in Heiloo De grenzen van Heiloo werden in belangrijke mate bepaald door waterlopen en grenspalen. Over het plaat sen van grenspalen door de gemeente is niet veel bekend. Volgens de archieven van de gemeente Heiloo verzocht de gemeente Limmen in een brief, gedateerd 21 juli 1911, de grenspalen aan de Oosterzijweg, Hoogeweg, Rijksstraatweg en Westerweg te restaureren en een ontbrekende paal aan de Kapelweg te plaatsen, inclusief het maken van een kostenopgave. In de archieven is geen antwoord op dit verzoek gevonden. De grenspalen moeten hun oorsprong hebben in de periode van voor 1821. Op 22 juni 1821 vond voor Heiloo de officiële grensbepaling plaats in het kader van het opzetten van het kadaster. Dit vond plaats door middel van de aan wijzing van de grens aan de officieel daarvoor aangestelde "Landmeter - Deliminateur" J.P. van Vladeracken, de schout, en twee dorpelingen als aanwijzers, te weten H.Mulder en J.Smit. Dit betekende dus ook het defini tieve einde van de formele status van de grenspalen van voor die tijd. Afb. 2. Grenspaal Nederland-België 4 vat

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2011 | | pagina 6