De wand bevindt zich niet in de oorspronkelijke 18de-
eeuwse toestand: onderzoek door Bert Jonker uit Zwol
le maakte duidelijk dat het houtwerk van deze kamer
geheel blauw was, met verguldwerk op de ornamen
ten.24 Ook het stucplafond, dat door zijn vorm de sug
gestie geeft van een koepelgewelf, was blauw. Deze inte-
rieurkleur raakte sterk in de mode vanaf de jaren '20
van de 18de eeuw door de ontdekking in 1704 van het
zogenaamde Berlijns of Pruisisch blauw.
Met de verbouwing van omstreeks 1730 eindigt de
18de-eeuwse bouwgeschiedenis van de Nijenburg. Het
complex van huis, koetshuis en tuinaanleg werd in
1760-'6l in zijn meest luisterrijke vorm vastgelegd
door de landmeter D. de Vries, ongetwijfeld in op
dracht van de bewoners.25 Honderd jaar later werd het
hoofdhuis aangepast aan de smaak van de tijd door de
voorgevel te voorzien van nieuwe, veel grotere vensters
en het metselwerk te pleisteren. De vier beelden boven
de middenrisaliet, die, gezien het wél bewaarde werk
van Gaspar Swenst, van grote artistieke waarde geweest
zullen zijn, werden verwijderd en vermalen tot steen
slag voor de verharding van de oprijlaan. De oorspron
kelijke, sober deftige uitstraling van de vroegachttien-
de-eeuwse architectuur ging met deze ingreep verloren.
Huis en park waren een ander tijdperk binnengegaan.
Bronnen
1 J.H. Rombach, Nijenburg te Heiloo, Heiloo
(uitgave Ver. Oud Heiloo) 1987, p. 6.
2 Familiegegevens ontleend aan een schrijven van de
heer Snethlage en mevrouw Snethlage - van Foreest
d.d. 14 aug. 2004
3 RA Alkmaar, Familiearchief van Egmond van de
Nijenburg, inv. nr. 132, grootboek van de betalin
gen van Gerard van Egmond van de Nijenburg en
zijn dochter Maria, over de periode 1698-1729.
4 Ronald H.M. van Immerzeel, Mythologische
tuinbeelden als legitimering van de afkomst. Het
iconografisch decoratieprogramma van Gerard van
Egmond van de Nijenburgin: Virtus 7 (2000),
afl. 2, p. 63-74.
5 RA Alkmaar, familiearchief van Egmond van de
Nijenburg, inv.nr. 165-167: uitgaven van Dirk en
Maria van Egmond van de Nijenburg
6 De eerste steen werd gelegd op 1 mei 1724 door
zijn dochter Maria Jacoba en Cornelis van Foreest,
de zoon van zijn overleden broer Dirk. De monu
mentale gevel is gevat tussen geblokte hoeklisenen
en wordt afgesloten door een lijst met consoles,
waarop manshoge beelden. Op de hoeken staan
Minerva en Mars. Daartussen zijn, corresponde
rend met de consoles in de kroonlijst, zandstenen
vazen geplaatst en zittende figuren van Amor en
Fides (vier van de vijf kardinale deugden).
7 De Hof van Sonoy in Alkmaar werd na de dood van
Maria door de erfgenamen verkocht en enkele jaren
daarna verbouwd tot Oudemannen- en Vrouwenhuis.
8 Met kleine wijzigingen in het ornament waren
de gevelschema's uit de late 17e eeuw rond 1720
uitstekend geschikt voor een overgang naar de
Lodewijk XIV-stijl. Ook dit maakt de gevels uit
begin 18de eeuw moeilijk dateerbaar.
9 R. Meischke e.a., Huizen in Nederland. Amsterdam,
Amsterdam/Zwolle 1995, p. 69-75.
P. Vlaardingerbroek, Adriaen Dortsman en Jan Six
in: Bulletin KNOB 1996, afl. 5, p. 149-169.
H. Janse, Het geslacht Vennecool, bouwmeesters en
handelaren in bouwmaterialen in: Bulletin KNOB
1979, afl. l,p. 39-40.
10 Hermans/ Olde Meierink 2000, p. 39. Olde
Meierink sluit uit dat het ontwerp van Steven
Vennecool is; dat lijkt ons niet juist. Steven
overleed pas in 1719 en ook in het geval van het
stadhuis van Enkhuizen leverde Jacob jr. vanuit
Alkmaar beeldhouwwerk voor een project van zijn
broer. De beelden op de attiek waren van de hand
van Gaspar Swenst en niet van Vennecool (onjuist
bij Hermans/ Olde Meierink). Swenst werd als
beeldhouwer van vrijstaande beelden hoog aange
slagen. Vennecool was naar het schijnt meer een
leverancier van tuinornamenten.
11 RA Alkmaar, Familiearchief Van Egmond van de
Nijenburg, inv. nr. 132, fol 77v. Dit journaal loopt
volgens de opgave in de inventaris over de jaren
1698-1729. Op de pagina's die betrekking hebben
op huis en tuin in Heiloo troffen wij geen posten
aan die verder teruggaan dan 1707.
12 Een bevestiging hiervoor kan zijn, dat in 1710 of
'11 geen gebeeldhouwd wapenschild werd besteld.
Dit was dus al aanwezig voordat de beelden
geplaatst werden. Mogelijk werd het wapenschild
eerst geflankeerd door vazen. Dat zou kunnen
verklaren waarom de twee binnenste beelden op de
tekening van De Vries Verhoudingsgewijs te dicht
op het wapenschild staan. Verg. ook het stadhuis
van Enkhuizen, met vazen aan weerszijden van het
wapenschild.
HEYLOOER CRONYCK Sck9 31