Bouw van het koetshuis
Het koetshuis van de Nijenburg is door zijn omvang
uniek binnen de context van de Nederlandse buiten
plaatsen. De buitenzijde van het gebouw is zo goed als in
de oorspronkelijke staat bewaard gebleven en geeft, veel
beter dan het hoofdhuis, een beeld van de krachtige
architectuuropvatting van rond 1700. Qua hoofd-opzet
bestaat een treffende gelijkenis met het koetshuis dat
in 1705 door dezelfde familie werd gebouwd bij hun
woonhuis in Alkmaar, de voormalige Hof van Sonoy.
Het koetshuis in Alkmaar werd gebouwd in opdracht
van Gerard. Dat bij de Nijenburg zal tot stand zijn geko
men na 1712, in de periode dat Maria van Egmond van
de Nijenburg eigenares was. Het koetshuis volgt in grote
lijnen de architectuur van het hoofdhuis. Omdat de ver
dieping van het hoge middendeel slechts een hooizolder
bevatte, zijn er, afgezien van het middenluik waardoor
het hooi omhoog werd gebracht, geen vensters. Hun
functie wordt in architectonische zin overgenomen door
een reeks blindnissen die zowel over de voor- als over de
achtergevel zijn doorgezet. Wij vermoeden dat het koets
huis ongeveer 10 jaar na het hoofdhuis tot stand is geko
men, dus tussen 1715 en 1720.
Afb. 7: Koetshuis, De Vries 1789
Een belangrijk element in de afweging tot de plaatsing
naar de zijkant van het hoofdhuis, kan de aanwezigheid
van een 'timmerwinkel' zijn geweest. Bij de Nijenburg
hoorde een groot aantal pachtboerderijen. Het bouw
kundig onderhoud aan al deze gebouwen werd verricht
vanuit de 'timmerwinkel' in het koetshuis. Door het
plaatsen van het koetshuis naar de zijkant voorkwam
men dat bezoekers van de timmerwinkel het voorterrein
van het huis moesten betreden.16
De binnenindeling van het koetshuis is alleen op hoofd
lijnen bewaard gebleven.17 Het hoge middendeel bevatte
rechts de paardenstal met tegen de achtergevel de hooi-
luiken naar de bovengelegen zolder en links de timmer
winkel. In de linker zijvleugel is de dubbele rijtuigenstal
ling gecombineerd met een tuigkamer.
Aan de andere zijde vindt men een dubbele stalling en
een bokkenstal. Op de beide uiteinden bevinden zich
ommuurde mestplaatsen, die zijn gekoppeld aan ver
naar achteren doorlopende tuinmuren. Op deze wijze
was de grote moestuin achter het koetshuis aan het zicht
onttrokken.
De verbouwing van 1730 met de inrichting
van de Blauwe Kamer
Maria van Egmond van de Nijenburg wordt beschouwd
als de rijkste vrouw van haar tijd in Holland boven het
IJ. De huwelijksverbintenis met Dirk XII zorgde ervoor
dat het familievermogen, dat mede afkomstig was van de
familie Van Foreest, bij elkaar bleef. Maria en haar neef
Dirk waren, door het kinderloos overlijden van alle
broers en zusters van Maria, in 1729 de enig overgeble
ven erfgenamen van een vooraanstaande familie.18
De nieuwe voorkamer op de hoofdverdieping van het
huis was dan ook duidelijk bedoeld als een pronkvertrek,
dat het overigens vrij sober uitgevoerde huis nieuwe luis
ter moest verschaffen.
In 1730 staat in het 'rekeningenboekje' van Dirk en Ma
ria een aantal samenhangende betalingen die betrekking
lijken te hebben op de tot standkoming van de zoge
naamde 'blauwe kamer', de nieuwe pronkkamer op de
eerste verdieping aan de voorzijde. Voor het timmerwerk
worden naar het schijnt bomen gerooid op het eigen erf:
op 4 febr. aan Jacob Huijsman molenaar "voort houd-
zaagen voor 7 hakboomen f 19,12,". Dit zou betrekking
kunnen hebben op brandhout, ware het niet dat dezelf
de Huijsman op 23 juli maar liefst f 429,- betaald krijgt
als timmerman, "weegens arbeitsloon en gel evert hout".
Gezien de aanzienlijke betalingen voor metselwerk en
timmerwerk kan men zich afvragen of al deze kosten al
leen betrekking hebben op de nieuwe inrichting van de
'blauwe kamer'.
Op 24 augustus volgt dan de eerder genoemde betaling
van (slechts) f 80,-. aan de Amsterdamse schilder
Jan Hoogzaat "voor de grauwe schilderijen op de blauwe
kamer", welke gesigneerde stukken nog steeds in dit ver
trek aanwezig zijn. Een dag later krijgt 'Berkhoud'
f 20,15 voor van 't zijdoek van de schilderijen. Het
is niet duidelijk waarvoor deze Berkhoud betaald krijgt,
maar het lijkt in verband te staan met de doeken van
Hoogzaat.
HEYLOOER CRONYCK Sn® 29