IS VOLTOOID Wim Buwalda Op vrijdag 1 juli 2011 is op feestelijke wijze de vol tooiing van een ingrijpende restauratie en aanpas sing van Nijenburg gevierd. Dit is de voorlopig laat ste mijlpaal in een proces van verfraaien, aanpassen en verbouwen dat sinds de bouw van Nijenburg in 1705 1710 zijn beslag heeft gehad. Verfraaiingen circa 17301aanpassingen in 1831, modernisering in 1851 Na de bouw van Nijenburg tussen 1705 en 1710 door Jan en Gerard van Egmond van de Nijenburg heeft (klein)dochter Maria, daartoe in staat gesteld door huwelijk en erfenissen, rond 1730 diverse verfraaiingen laten aanbrengen vooral aan het interieur. Onder andere de 'Blauwe kamer' werd toen gereali seerd. Dirk van Foreest (1792-1833), zoon van 'Dikke Kees', heeft in 1831 het huis laten aanpassen voor zijn grote gezin (tien kinderen). Destijds werd de voorgevel van het huis wit gepleisterd. Hoewel het familievermogen in de loop der jaren onder andere door vererving danig was geslonken, heeft de zoon van Dirk, Cornelis van Foreest (1817-1875) het huis in 1851 laten moderniseren. Dat was mogelijk, omdat hij in het huwelijk trad met de vermogende Johanna Loopuyt. Nijenburg werd aangepast aan de mode van de tijd: vergrote vensters, nieuw meubilair en later de bouw van een bibliotheek (I860). Zowel de modernisering van het huis als de achtergrond van het -gearrangeerde- huwelijk worden beschreven in de sleutelroman 'Najaarsbladen', geschreven door de jongste dochter Cornelia.2 Problematische tijden Het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw waren economisch gezien moeilijke ja ren voor het in stand houden van het huis. Door veranderende economische omstandigheden en verbrokkeling van het familievermogen door vererving werd het steeds moeilijker het huis, het interieur en het landgoed van het noodzakelijke onderhoud te voorzien. Om verdere versnippering te voorkomen nam Pieter van Foreest (1845-1922) het besluit om in 1913 de 'NV maatschappij "Nyenburgh" tot exploitatie van onroerende goederen te Heiloo' op te richten. Een NV waarin het familiebezit werd bijeengehouden.3 Belangrijke bronnen van inkomsten in het begin van de twintigste eeuw waren vooral de verkoop van hout uit het familiebezit, het 'Heilooër bos', en de opbrengsten van de tuinbouw (witlof, asperges, aardbeien) en pluim veeteelt. Na de Eerste Wereldoorlog werd heil gezocht in de verkoop van gronden ten behoeve van woning bouw. Herpert van Foreest (1882-1940), zoon van Pieter, nam na 1926 de taak op zich het huis en landgoed te bestie ren. Een vrijwel onmogelijke taak, omdat de negen kin deren van Pieter allen wilden delen in het familiebezit. Ook van buiten kwam er druk. In toenemende mate klonken er geluiden om het Heilooër bos een publieke functie te geven. Dit heeft ertoe geleid dat in 1927/1928 het bos werd overgedragen en verkocht, aan de Vereniging tot Be houd van Natuurmonumenten. Het overlijden van Herpert in 1940 en zijn zoon Nanning in een concentratiekamp in 1945 alsmede de Tweede Wereldoorlog markeren het tijdperk waarin het voor bezitters van landhuizen en landgoederen steeds moeilijker werd het hoofd boven water te houden. De familie Tomson in het begin van de vijftiger jaren en later de familie Snethlage hebben van alles gedaan om het familiebezit te onderhouden en deels zelfs uit te breiden. Dit bleek niet doenlijk te zijn. In 1966 werden (ook) het huis en de omliggende tuinen verkocht aan de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. Het noodzakelijke onderhoud was daarmee echter niet geheel gewaarborgd. Wel werd een grote reparatie aan het dak uitgevoerd in het begin van de jaren tachtig. Er werd besloten een 18 HEYLOOER CRONYCK

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2011 | | pagina 20