vinden dat Willibrord in de omgeving werkzaam is geweestIn onze contreien was pas vele eeuwen na zijn dood sprake van een Willibrordverering. En deze zou niet inheems zijn, maar geïmporteerd. Er waren bij ons geen vroegmiddeleeuwse kerken die St. Willibrord als patroon hadden. Dit in tegenstelling tot Belgisch- en Frans-Vlaanderen.15 De voormalige stadsarchivaris van Alkmaar, W.A. Fasel, twijfelt ook aan de aanwezigheid van Willibrord in Heiloo en heeft moeite zich neer te leggen bij de 'officiële geschiedopvatting'.16 Eerst in de kroniek van de 'Clerc uten laghe landen bi der see' (ca. 1410) is er sprake van Willibrord die in Heiloo een bron opende, meent hij. De geur van heiligheid die Willibrord aan Heiloo- Heyligloo zou hebben verschaft staat, volgens hem, ook op losse schroeven als we de naam losmaken van 'Heilig bos' of'Heilige hoogte in het bos'. De naam kan net zo goed zijn afgeleid van 'hellend bos' (haluga lauha). Tevens is de verwarring mogelijk met de plaats Helfaut (oorspronkelijk Hlegilo) in Noord-Frankrijk. Fasel wijst verder nog op de 'dunne' bewijsvoering voor de ouder dom van de voorgangers van de put en de kerk in Heiloo die teruggaat naar de tijd van Willibrord. Daarover verderop meer. Belangrijk element in de argumentatie Delahaye/Fasel is hun bewering dat er geen archeologische gegevens zijn die aantonen dat er in de tijd van Willibrord in onze regio, Heiloo in het bijzonder, bewoning was. Dat is echter niet juist. Vooral recente opgravingen tonen aan dat binnen de gemeentegrens van Heiloo wel degelijk sporen van bewoning te vinden zijn die teruggaan naar de tijd van Willibrord. Daarbij moet wel worden opge merkt dat de nog resterende sporen schaars zijn en vooral te vinden zijn in het noordelijke en zuidelijke gedeelte van Heiloo en niet zozeer bij de (Witte) kerk en de naastgelegen put.17 Zie afbeelding 6, pagina 8. Naarmate de tijd voortschrijdt zullen mogelijk meer gegevens naar boven worden gehaald die klaarheid brengen over waar Willibrord geweest is en gewerkt heeft. Wij volgen gemakshalve de meest gangbare opvattingen met het besef dat deze onder invloed van de kerk, tot het midden van de 16e eeuw en ook nog later, waarschijnlijk een r.-k.-signatuur hebben gekregen. 5. Willibrords eerste en verdere stappen op het vasteland Na zijn ontscheping in 690 in Francia, het rijk der Franken, wendde Willibrord zich, volgens de instructies die hij in Ierland had gekregen, tot Pippijn II, de feitelijke gezagsdrager in het Frankisch gebied.18 Onder deel van de missiestrategie was dat men eerst contact zocht met de leider, de koning, het stamhoofd of, in het geval van Willibrords missie, de hofmeier, voordat men, gesteund door bescherming van de gezagdrager, met het 'veldwerk' begon. Vele geschriften geven aan, in navol ging van de 'Vita Willibrordi', dat Willibrord door Pippijn goed werd ontvangen. Missiewerk was ook zijn belang.'Frisia citerior', het deel van het gebied der Friezen dat grensde aan het Frankisch gebied, werd Willibrord als missiegebied toegewezen. Het verhaal vermeldt verder dat Pippijn toen aan de missionaris een oud Romeins fort gaf, nu de stad Utrecht, als steunpunt voor zijn zending onder de Friezen. Dit laatste kon niet waar zijn, want rond 690 moet Utrecht nog in Friese handen geweest zijn door toedoen van de machtige Friese koning Radboud of in het Fries: Redbad (f719).19 Willibrord vond de toestemming van Pippijn blijkbaar niet voldoende en reisde door naar Rome om van Paus Sergius (687-712) de zegen te krijgen.20 Vervolgens waren Willibrord en zijn gezellen mogelijk voorname lijk actief in Vlaanderen en Brabant, waar nog genoeg te doen was.21 Pas na 695 toen Pippijn Radboud had verslagen en een groot deel van het Friese rijk had veroverd, was het mogelijk missiewerk onder de Friezen aan te vatten. Pippijn zond Willibrord nogmaals naar Rome om hem tot bisschop te laten wijden. Dit werd verricht door de paus in 695 in de Sint Pieter te Rome. Willibrord kreeg de bisschoppelijke naam 'Clemens' (de 'zachtmoedige') en werd benoemd als aartsbisschop onder de Friezen.22 Mogelijk dat Pippijn Willibrord toen Utrecht heeft aangeboden als uitvalsbasis voor zijn missiewerk onder de Friezen. De stad Utrecht koestert als historische mijlpaal dat Willibrord toen twee kerken heeft laten bouwen.23 Na korte tijd vestigde Willibrord zich in Echternach (Fuxemburg) waar hem veel land en gebouwen aange boden waren. Hij stichtte daar een -belangrijk- klooster. Zijn vertrek naar Echternach getuigde van een vooruit ziende blik of was mogelijk gedwongen, omdat Radboud, nadat Pippijn in 714 was gestorven, Utrecht (weer) veroverde en de kerken van Willibrord verwoestte. 6. Willibrords taal en zeden De vraag waar Willibrord heeft gewerkt, wat hij als tastbare bewijzen achterliet en welke wonderen hij verrichtte laat zich niet gemakkelijk beantwoorden. Sn® 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Heylooer Cronyck | 2010 | | pagina 9