het graven in de grond, de historische gaten soms opvul
len. Een 'onderzoek met de spade' van Halbertsma c.s.
in en bij de Witte Kerk in 1965 leverde allereerst op dat
de oorsprong van de -naderhand vele malen aange
bouwde en herbouwde- kerk teruggaat tot de 1 le eeuw.
Men spreekt van een oorspronkelijk tufstenen kerk uit
die periode.32 Echter dieper gravend trof men paalgaten
aan die, gezien de ouderdom van de palen, een aanwijzing
geven dat er mogelijk een houten voorganger van de
kerk in de 8e of 9e eeuw aanwezig was.33 Zou Willibrord
dan toch
Afb. 10: Devotiepenning
Ter afsluiting enige opmerkingen over de verering van
Willibrord in Heiloo. Er zijn maar weinig aanwijzingen
voor een Willibrordusverering in Heiloo vóór 1700.
Een 'devotiepenning' met aan de ene zijde een afbeelding
van Maria en aan de andere zijde de beeltenis van
Willibrord, ca. 1630, vormt een uitzondering. In 1704
geeft 't Hylo-er Ryskaartje' een (pelgrims)route aan
waarbij naast Onze Lieve Vrouw ter Nood ook de
Willibrordusput en de (protestantse) Kerk werden
aangeduid. In geschriften van latere tijd komt men de
put nog wel tegen, maar deze moet in de schaduw staan
van de, in 1713, weer ontsprongen waterbron op het
terrein van Onze Lieve Vrouw ter Nood. Pas laat in de
19e eeuw is er sprake van een of meer zendingsfeest(en)
die ter ere van Willibrord worden gehouden.34 Kleurige
tekeningen van dhr. L. Konijn uit 1905 geven een
bedevaartsroute aan van het -weer in opbouw zijnde-
bedevaartsoord Onze Lieve Vrouw ter Nood naar de
'Preekstoel' in het Heilooër Bos. De route is zowel in
een M-vorm ('M' van Maria) als W-vorm ('W' van
Willibrord) te lezen. De verering van Willibrord staat
echter doorgaans in de schaduw van de Mariaverering.
Zijn beeltenis staat dan ook in een stil en donker hoekje
van het bedevaartsoord.
Zoals uit het bovenstaande moge blijken: Willibrord
laat Heiloo echter niet los en dat willen we toch graag
weten.
Noten
In het algemeen is bij het schrijven van dit artikel
gebruik gemaakt van informatie die in grote hoeveelheid
beschikbaar is op het internet, o.a. de digitale encyclo
pedie 'Wikipedia'.
Met dank aan Jan de Gruijter voor het meelezen en het
bijeengaren van bronnen.
1 Dit is een deel van de weg die in vroeger tijden doorliep
tot de 'Preekstoel'. Zie o.a. H. E. Oostendorp,
Heiloo, Geschiedenis en verklaring van de straatnamen,
1987
2 Routebeschrijving verkrijgbaar in het gemeentehuis
en de Oudheidkamer Heiloo
3 Citaat uit artikel Uitkijkpost 2 november 2010 over
'Lezing archeologie over het Oer-IJ'
4 C. Streefkerk e.a., Heiloo voor en na Willibrord,
opstellen over de geschiedenis van Heiloo, 1995
5 C. Dekkers e.a., Het land van Hilde, Archeologie in
het Noord-Hollands kustgebied, 2006
6 Gegevens ontleend aan M. Van Vlierden, Willibrord
en het begin van Nederland, 1995
7 M. Van Vlierden, Willibrord en het begin van
Nederland, 1995
8 Veel kinderen van welgestelde ouders werden al op
zeer jeugdige leeftijd, veelal met 7 jaar, voor het klooster
leven bestemd (pueri oblati). Door de jonge leeftijd
waren zij nog rein en konden zij helemaal voor het
kloosterleven worden opgevoed.
9 Daarnaast was het in een klooster treden voor minder
gefortuneerden een van de weinige mogelijkheden om
aan een leven van armoede te ontsnappen.
10 A.G. Weiier, Willibrords missie, christendom en
cultuur in de zevende en achtste eeuw, 1989. Peregrina-
tio betekent vertaald: 'reis door/verblijf in het buiten
land'.
11 M. Van Vlierden, Willibrord en het begin van
Nederland, 1995
12 A.G. Weiier, Willibrords missie, christendom en
cultuur in de zevende en achtste eeuw
13 A. Delahaye, Ontspoorde historie, 1992
14 A. Delahaye, De ware kijk op, 1984
Sns 11